Skip to content

Routeplan 2030: “Op een plan kan je niet rijden”

Routeplan 2030: “Op een plan kan je niet rijden”

Woensdag 10 juni vindt er een gemeenschappelijke raadscommissie plaats voor alle 276 Antwerpse gemeente- en districtsraadsleden over de strategische plannen van het openbaar vervoer. Na onheilspellende berichten over het verdwijnen van tram 7 en tram 4 en het omleiden van tram 2, zal er eindelijk volledige informatie komen. Vlaams Parlementslid en Borgerhouts districtsraadslid Jos D’Haese is niet onder de indruk. “Het routeplan 2030 is veelbelovend, maar op een plan alleen kan je niet rijden. Je hebt ook infrastructuur, rollend materieel en personeel nodig. Het knelpunt, de onderfinanciering van De Lijn wordt niet aangepakt. Zonder middelen is het routeplan een catalogus van goede intenties. Daarnaast is de beloofde inspraak een lege doos, want volgens schepen Kennis (N-VA) ligt 90% van het plan vast. Wij blijven met reizigers en personeel opkomen voor een comfortabel, fijnmazig en performant openbaar vervoer.”

Doorbreek het hongerdieet van De Lijn

De strategische visie van de Vervoerregio Antwerpen wordt uiteengezet in Routeplan 2030. Dit plan voorziet voor de stad Antwerpen een tiental verlengingen van tramlijnen en het wegwerken van blinde vlekken. Denk maar aan de tunnel onder de Kerkstraat en Pothoekstraat en het aanleggen van tramsporen over de Bisschoppenhoflaan tot de Park and Ride in Merksem. Denk ook aan een tram op de Singel, of een tram naar Wilrijk en Ranst.

“Het zijn plannen die veelbelovend en broodnodig zijn om de modal shift te behalen, het omschakelen naar duurzame transportmiddelen. Maar de grote olifant in de kamer is de financiering. Als we die projecten willen realiseren, dan moeten de investeringsbudgetten van De Lijn nu omhoog. Om het voorbereidende studiewerk te verrichten, om de bestudeerde projecten om te zetten in praktijk. We riskeren een catalogus van goede intenties met amper realisaties.” stelt D’Haese.

Een kanttekening bij het Routeplan 2030 is de ontsluiting van de Antwerpse haven. De inspanningen om een alternatief te bieden voor het woon-werkverkeer van de 60.000 werknemers in het havengebied moeten opgedreven worden volgens D’Haese. “Dat kan mogelijks door De Waterbus in te leggen in de Antwerpse dokken. Of door het inzetten van een lightrail op of naast de bestaande havensporen.”

Vervoersplan 2021: compromis dat er geen mag zijn

“In voorbereiding van dat routeplan 2030, maakte de Vervoerregio Antwerpen al een Vervoersplan 2021 dat einde volgend jaar ingaat”, weet Sim Dereymaeker, woordvoerder PVDA Antwerpen. “Maar dat plan is een compromis dat er geen mag zijn. Net zoals bij de plannen van de Noorderlijn, waarbij tramlijn 1 in het leven geroepen werd ten koste van andere tramlijnen, wordt ook dit een verhaal van enkele winnaars en veel verliezers. Terwijl we net voluit de kaart van openbaar vervoer moeten trekken.”

De verliezers, die kwamen vorige maanden al duidelijk in het nieuws en er werden voor het behoud van de respectievelijke lijnen al verschillende petities gestart. “Mortsel en Berchem verliezen tram 7. Merksem verliest tram 2. Hoboken verlies met tram 4 haar rechtstreekse verbinding met de stad. Terwijl die trams in de spits al overvol zitten. Het opdrijven van de frequentie en het verlengen van de rijtuigen van de resterende tramlijnen verhelpen dat probleem niet.”

We moeten van schepen Kennis naar een overstapmodel gaan. “Maar dat kan natuurlijk enkel met een frequentie die voldoende hoog is. In de daluren hebben stadstrams een frequentie van 15 minuten en de sneltrams 8 minuten. Combineer dat met de verkeerslichtenregeling die nog altijd niet op punt staat en het openbaar vervoer is géén aantrekkelijk alternatief, terwijl het dat echt wel moet zijn”, aldus Dereymaeker.

Inspraak is een lege doos

Op de gemeenteraad van februari vroeg de PVDA-fractie transparantie voor en inspraak van de reizigers en van het personeel van De Lijn in de reorganisatie van de tramlijnen. Schepen Kennis zei toen dat we geduld moesten hebben en dat die er zou komen. “Wat blijkt: het hele plan is gemaakt, 80 tot 90% ligt vast. De verschillende aangesloten gemeenten mogen nog wat lokale aanpassingen maken. Wat een minachting voor de reizigers en het personeel. Zij kennen als geen ander de problemen die zich voordoen. De reden waarom ze op voorhand uitgesloten worden is heel simpel: ze zouden zich direct verzetten tegen de besparingspolitiek”, aldus D’Haese.

“Met de PVDA gaan wij dan zelf de reizigers en personeelsleden activeren”, zet Jos D’Haese. “We gaan met hen de strijd aan voor een comfortabel, fijnmazig en performant openbaar vervoer. Dat start met een verdubbeling van de middelen van De Lijn, wat CEO-Kesteloot zelf vroeg voor de verkiezingen. We willen een plan dat ambitieus nieuwe verbindingen uitzet, zeker ook naar het havengebied en dat daarnaast de pijnpunten zoals tekort aan chauffeurs, het verouderd rollend materiaal en de slechte reizigerscommunicatie aanpakt”, besluit D’Haese.

 

Perscontact:

Jos D’Haese, Vlaams parlementslid en Borgerhouts districtsraadslid

Sim Dereymaeker, woordvoerder PVDA Antwerpen