Skip to content

Waarom het vonnis-Verlaeckt een zaak is van álle democraten

Waarom het vonnis-Verlaeckt een zaak is van álle democraten

De veroordeling van de voorzitter van ABVV Antwerpen voor “kwaadwillige belemmering van het verkeer” in het kader van een sociale actie vormt een bedreiging voor de democratische rechten. De brede sociale beweging zal hier tegen haar stem moeten laten horen, want dit vonnis is een gevaar voor iedereen die ooit nog een actie of een tegenstem wil laten horen

Bruno Verlaeckt, de voorzitter van het Antwerpse ABVV [met micro op de foto hierboven], werd op vrijdag 29 juni veroordeeld voor het organiseren van “kwaadwillige belemmering van het verkeer” tijdens de algemene staking van 24 juni 2016. Het vonnis voorziet geen straf, maar het betekent wel een ernstig precedent dat alle democraten zorgen moet baren. Tegelijk werd Tom Devoght, delegee in de Antwerpse chemie, voor dezelfde feiten vervolgd, maar vrijgesproken. De stad Antwerpen, de correctionele rechtbank en de procureur wilden hier een principekwestie van maken. De brede sociale beweging zal hier ook een principekwestie van moeten maken om de democratische rechten te vrijwaren.

Waarom is het vonnis van 29 juni zo ernstig?

De veroordeling voor “kwaadwillige belemmering van het verkeer” in het kader van een sociale actie vormt om twee belangrijke redenen een bedreiging voor de democratische rechten.

Is het hier kwaadwillige belemmering van het verkeer door stakers of kwaadwillige belemmering van de sociale vooruitgang door het establishment?

Ten eerste oordeelde de rechter van de correctionele rechtbank Antwerpen in zijn arrest dat een artikel van het strafwetboek meer waarde heeft dan een grondrecht zoals het recht op collectieve actie, het stakingsrecht, het recht om te demonstreren. Dit is een ernstig precedent.

Het artikel dat gebruikt wordt om Bruno Verlaeckt te veroordelen is artikel 406 van het strafwetboek te vinden in de afdeling “Opzettelijk doden, niet doodslag genoemd, en opzettelijk toebrengen van lichamelijk letsel”. Je kunt je afvragen wat dat te maken heeft met sociale actie. Heeft de rechter hier wetten die bedoeld zijn om criminelen te veroordelen gebruikt tegen stakers? Artikel 406 bepaalt: “Met (opsluiting van vijf jaar tot tien jaar) wordt gestraft hij die kwaadwillig het verkeer op de spoorweg, de weg, de binnenwateren of op zee belemmert door enige handeling die een aanslag uitmaakt op de verkeerswegen, de kunstwerken of het materieel, of door enige andere handeling die het verkeer met of het gebruik van vervoermiddelen gevaarlijk kan maken of die ongevallen kan veroorzaken bij het gebruik van of het verkeer met die vervoermiddelen.”

Het doel van dit artikel is personen te veroordelen die vrijwillig het verkeer hebben geblokkeerd, voertuigen hebben geblokkeerd en aldus vrijwillig gevaarlijke situaties hebben gecreëerd. Het is bedoeld voor chauffeurs, gekken achter het stuur, spoorlopers ... Dit wetsartikel zou natuurlijk nooit worden toegepast tegen stakers en vreedzame stakingspiketten. Dat werd gezegd tijdens de besprekingen in het parlement in de jaren 1970 toen deze wet tot stand kwam. En dat is ook heel lang effectief niet gebeurd. Elke keer de staat probeerde deze wet te gebruiken om stakers of activisten te veroordelen, werd dit artikel verworpen. Nu besliste een rechtbank voor het eerst om “kwaadwillige belemmering van het verkeer” te aanvaarden. Een wet die normaal dient om misdadigers te veroordelen, wordt nu ingeroepen om acties te criminaliseren die als deel van een staking of een sociale actie worden uitgevoerd. De plechtige verklaringen in het parlement betekenden duidelijk niet veel.

Wat zal er straks gebeuren als fietsers een sit-in organiseren voor veiliger fietspaden? Wat met ouders die even het verkeer stilleggen om aandacht te vragen voor de fijnstofproblematiek? Wat met vredesactivisten die wapentransporten blokkeren? Wat met spontane studentenbetogingen? Belemmering van het verkeer maakt deel uit van de sociale geschiedenis van ons land. Dat is al duizenden keren gebeurd. Zonder die actievorm hadden we nooit krachtsverhoudingen kunnen opbouwen om zaken te veranderen. We zouden nooit het algemeen stemrecht, de achturige werkdag of betaalde vakantie hebben afgedwongen. Deze belemmeringen van het verkeer – een gegeven dat voorkomt bij elke demonstratie op de openbare weg – waren niet kwaadwillig, en niet bedoeld om gevaarlijke situaties of ongevallen te veroorzaken. Het zijn barricades van het volk, van sociaal verzet, instrumenten om sociale vooruitgang mogelijk te maken.

Zo was het ook op de actie van 24 juni 2016. Vakbondsmensen belemmerden in het hele land het verkeer als protest tegen de wet-Peeters die de arbeidsduur verlengt en zelfs onmogelijk maakt, en als protest tegen de indexsprong en de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar. Onder die honderden vakbondsleden bevonden zich Bruno en Tom. Tientallen vakbondsmensen uit de Antwerpse chemiesector hadden, zoals gebruikelijk, een piket opgezet aan de bekende Scheldelaan, de enige toegangsweg tot de chemische industrie in de Antwerpse haven.

Vrijheid van meningsuiting zonder de mogelijkheid van collectieve belemmering van het verkeer in het kader van sociale actie is geen echte vrijheid van meningsuiting. Het wordt zo herleid tot iets wat alleen op papier vrijheid betekent en dat geheel onschadelijk is voor de machthebbers.

Op dezelfde manier is het stakingsrecht ook nauw verbonden met het recht om piketten op te richten. Het stakingsrecht is veel meer dan het individuele recht om niet te gaan werken. Daar werden we een paar jaar geleden nog aan herinnerd door het Europees Comité voor Sociale Rechten, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het Europees Sociaal Handvest. En het is net dat handvest dat het stakingsrecht waarborgt.

Het is niet Bruno die veroordeeld werd ...

Het vonnis van 29 juni is niet alleen ernstig omdat het de grondrechten (zoals het stakingsrecht, het recht om te demonstreren, het recht op vrijheid van meningsuiting) onder het strafrecht plaatst. Het is om een andere reden ernstig. Bruno Verlaeckt is niet veroordeeld omdat hij zelf het verkeer kwaadwillig belemmerd. Nee, hij werd veroordeeld voor het “organiseren” van een kwaadwillige belemmering van het verkeer. Ook dat is een gevaarlijk precedent.

Tot op heden is nog nooit een vakbondsafgevaardigde of organisator van een actie veroordeeld voor handelingen die tijdens die actie zijn gepleegd. En dat is logisch. Het zou betekenen dat de organisator verantwoordelijk is voor de acties van elke deelnemer aan de actie. Je zou als organisator van een actie wel twee keer nadenken en zelfs geïntimideerd zijn. Door Bruno Verlaeckt te veroordelen, veroordeelde de rechter dus niet het individu, maar de organisator en, achter hem, de organisatie. Door de organisator van het piket te veroordelen, worden alle potentiële organisatoren van acties in dit land geviseerd. In die zin heeft dit aspect van het arrest ook betrekking op alle democraten. Niet alleen vakbondsleden

Klassenjustitie in dienst van Bart De Wever en de chemiebaronnen

“De overheid moet de Scheldelaan vrijhouden.” Dat zei Bart De Wever in januari 2012 aan de vooravond van de algemene staking tegen de toenmalige regering-Di Rupo. Bart De Wever was op dat moment nog geen burgemeester van Antwerpen, maar hij zat wel al in met de belangen van de Antwerpse chemiemultinationals. De Scheldelaan is de enige toegangsweg tot de hele chemische cluster van de tweede grootste haven van Europa. Tijdens stakingen worden deze multinationals zwaar getroffen. Het is de achilleshiel van deze multinationals die miljarden winst maken.

In november 2015 bezocht De Wever de het Duitse Ludwigshafen. Daar is het grootste productiecentrum van chemiereus BASF gevestigd. De CEO van BASF was “verheugd” over het bezoek en blij met de “oprechtheid” van de Antwerpse burgemeester met betrekking tot de behoeften van de Duitse multinational. Tijdens dit bezoek beloofde Bart De Wever aan de topman van BASF dat hij het blokkeren van de Scheldelaan niet meer zou laten gebeuren. Een geste naar baronnen van de petrochemie die succesvolle algemene stakingen van november en december 2014, die de haven van Antwerpen volledig lam hadden gelegd, niet hadden verteerd.

Met het vonnis van 29 juni hopen Bart De Wever en de werkgevers in de chemiesector het juridische instrument te hebben om vakbondsacties in de haven te voorkomen. Het is rechtspraak op maat: overal in België waren er tijdens de staking van juni 2016 belemmeringen van het verkeer, maar alleen in Antwerpen werden vakbondslui vervolgd en veroordeeld.

De rechtbank sprak een vonnis uit dat in tegenspraak is met alle eerdere vonnissen over vergelijkbare feiten. Het vonnis is gebaseerd op een flinterdunne tenlastelegging. Terwijl het dossier van de verdediging rijk en beargumenteerd was. Het hof vond dat het piket gevaarlijke situaties had veroorzaakt, zonder enig bewijs te leveren om die stelling te ondersteunen.

In zijn vonnis verwijt de rechter aan Bruno Verlaeckt dat hij geen toestemming heeft gevraagd voor de actie. Alsof het recht op vrijheid van meningsuiting en actievoeren verdwijnt als er geen toestemming is. Maar erger nog, de rechtbank vermeldt niet welke voorwaarden de stad Antwerpen oplegt bij het aanvragen van toestemming voor eerdere acties: er moest één steward per tien actievoerders zijn, vooraf moesten alle slogans aan de burgemeester worden voorgelegd, de vakbonden werden volledig verantwoordelijk gesteld voor alle kosten in geval van incidenten tijdens de demonstratie. Zoals de advocaat van Bruno Verlaeckt, meester Jos Van der Velpen, verklaarde, is het vooraf indienen van de slogans “alsof de inquisitie opnieuw in ere moet worden hersteld”. Hij voegde eraan toe: “[Deze voorwaarden] zijn wat ik de 19de of 20ste eeuw noem. Dit is niet de 21ste eeuw.”

Een vonnis dat past in een algemeen offensief van intimidatie tegen wie zich verzet

De uitspraak maakt ook deel uit van het voortdurende offensief van de regering tegen het stakingsrecht en het recht op collectieve actie. Het begon met de spoorwegen en de “minimumdienstverlening” daar. Daarna ging de regering nog veel verder door in de gevangenissen een minimumdienstverlening in te voeren en het mogelijk te maken dat cipiers worden opgevorderd. Vandaag vraagt de regering – in goede verstandhouding met de werkgeversorganisaties – aan de vakbonden om regels op te stellen die het stakingsrecht beperken. De regering wil onder meer regels die vakbonden “verantwoordelijk” kunnen stellen, dat wil zeggen hen als organisatie veroordelen bij incidenten tijdens een staking of actie. Het doel is vakbondsorganisaties te intimideren en te verlammen met de voortdurende dreiging van een rechtszaak.

Sommige mensen zullen zeggen: “Ik ben niet bij de vakbond, daar maak ik me geen zorgen over.” Dat zou een grote fout zijn. De strategie van de regering tegen het stakingsrecht is een belangrijk onderdeel van een bredere strategie van wijdverbreide intimidatie van tegenstanders van het regeringsbeleid. Zoals PVDA-voorzitter Peter Mertens zei: “Ze laten vakbondsleiders veroordelen, omdat zij het stakingsrecht hebben uitgeoefend. Ze bedreigen rectoren van universiteiten. Ze intimideren journalisten, en arresteren hen zelfs (zoals onlangs aan het gesloten centrum in Steenokkerzeel). Ze schamen zich zelfs niet langer om openlijk te pleiten om de verdragen van de rechten van de mens te omzeilen. En morgen? Wij willen niet dat onze kinderen opgroeien in een samenleving zonder fundamentele basisrechten, in een gemuilkorfde maatschappij waar iedereen alleen maar ja baas en ja keizer mag knikken. De veroordeling van Antwerps ABVV-voorzitter Bruno Verlaeckt is een regelrechte schande, en een gevaar voor iedereen die ooit nog een actie of een tegenstem wil laten horen. De 21ste eeuw is de eeuw van de mensenrechten, en niet van de omhooggevallen Napoleons, en andere Caesars die alleen maar dromen van een eeuwigdurende oligarchie zonder een stem van verzet.”

Een principekwestie voor alle democraten

Als democratische rechten het winstbejag van economische elites in de weg staan, worden ze bedreigd. Het proces van Bruno en Tom toont dat eens te meer aan. In de geschiedenis van het kapitalisme is de stem van de werkende bevolking nooit zomaar gehoord. De werknemers hebben dat telkens moeten afdwingen. Door collectieve actie. Dat was vroeger het geval en dat is vandaag meer dan ooit zo. De beperking van het stakingsrecht en van de vrijheid van actievoeren toont een autoritaire visie op de samenleving die regering en werkgevers willen opleggen. Een samenleving waarin de stem van het volk gesmoord wordt en die van de bezittende klasse vertegenwoordigd is in de ministerkabinetten.

Sociale en democratische rechten zijn samen verworven. De achturige werkdag gaat hand in hand met het stakingsrecht. Betaald verlof gaat hand in hand met vakbondsrechten. Het een bestaat niet zonder het ander. Sociale en democratische rechten versterken elkaar wederzijds. Zo is het bijvoorbeeld in de strijd voor onze pensioenen en onze openbare diensten van essentieel belang om in beweging te komen en actie te voeren om de veroordeling van Bruno Verlaeckt ongedaan te maken. Maar niet alleen dat. Het is ook een essentieel element voor ecologische strijd, studentenstrijd, mobilisatie voor vrede en meer in het algemeen voor alle strijd die vraagt om collectieve mobilisatie in de openbare ruimte.

Het is ook in al deze sociale, ecologische, studenten- of vreedzame mobilisaties dat een diep democratisch bewustzijn kan worden opgebouwd. Het zal daarom van groot belang zijn om de komende maanden op beide fronten aanwezig te zijn, maar ook om deze twee fronten met elkaar te verbinden. Voor sociale vooruitgang en voor ons recht op collectieve actie. En dus voor de volledige vrijspraak van Bruno Verlaeckt.

 

Foto bovenaan: Karina Brys