
Vijf redenen waarom het nieuwe parkeerreglement de parkeerproblemen niet gaat oplossen
1 oktober 2025
Vanaf 1 oktober breidt de stad Antwerpen het betalend parkeren fors uit, onder meer via de invoering van een roze zone in Hoboken en speciale “evenementenzones” bijvoorbeeld rond het Sportpaleis. De PVDA verzet zich als sinds het bekendmaken tegen deze plannen. Met acties aan de districtshuizen, petities, tussenkomsten in de gemeenteraad,... Maar wat betekent de uitbreiding van het betalend parkeren concreet? En waarom is het nieuw parkeerbeleid geen oplossing? We lijsten het hieronder even voor je op.
Hoe ziet het nieuwe parkeerbeleid er uit?
In Hoboken wordt de roze zone ingevoerd:
- Van maandag t.e.m. zaterdag, tussen 9 en 19 uur: registratie verplicht via app, sms of automaat
- Maximaal 10 uur parkeren
- Eerste 2 uur gratis (mits registratie), daarna betaal je 0,80 euro per uur.
Rond het Sportpaleis en Antwerp Expo geldt vanaf 1 oktober de evenementenzone:
- Op weekavonden (tussen 18 en 24 uur) en tijdens weekends en feestdagen (tussen 9 en 24 uur) mag je er maximaal 2 uur parkeren.
- Van maandag tot en met zondag (inclusief feestdagen) tussen 9 uur tot 24 uur betaal je het roze (2 uur gratis, daarna 0.8 euro per uur) of donkergroene (eerste uur 1,20, daarna 1,60 per uur) tarief, naargelang de locatie.
In de districtskernen van Ekeren en Hoboken geldt dan weer de paarse zone:
- Van maandag t.e.m. zaterdag, tussen 9 en 19 uur: registratie verplicht via app, sms of automaat
- Maximaal 2 uur parkeren
- De eerste sessie is gratis (mits registratie), daarna 0,80 euro per uur
- Er geldt een wachttijd van 1 uur tussen twee parkeersessies
Het stadsbestuur (N-VA & Vooruit) verdedigt deze maatregelen als een manier om de parkeerdruk te verlichten. Maar zowel ervaring uit andere districten als de eigen parkeeronderzoeken van de stad tonen aan dat dit niet de juiste oplossing is. Wij lijsten hieronder even de vijf redenen op waarom dit pestbeleid de parkeerproblematiek in de betrokken districten niet zal oplossen.
1. De invoer van betalend parkeren heeft de parkeerdruk in het verleden niet doen dalen
In verschillende districten waar de roze zone de voorbije jaren al werd ingevoerd, merken bewoners geen enkele verbetering. Integendeel, de parkeerdruk bleef er even hoog en in sommige buurten nam de tevredenheid van bewoners zelfs af.
In 2019 werden betalend parkeren ingevoerd buiten de ring, in Berchem, Deurne, Merksem en op ‘t Kiel. Ook toen werden mensen gesust met het feit dat het gepaard zou gaan met bewonersparkeren. Vooral mensen die ’s avonds laat thuiskomen, zoals zorgverleners of arbeiders in ploegenstelsels, getuigen dat ze nog steeds lang moeten rondrijden om een parkeerplaats te vinden. Dat beeld wordt ondersteund door cijfers. Onderzoek van Statistiek Vlaanderen toont aan dat tevredenheid over het aantal beschikbare parkeerplaatsen in de drie districten in kwestie er niet op vooruit is gegaan, integendeel. Neem nu Deurne: in 2017 gaf 37% van de inwoners daar aan dat er voldoende parkeergelegenheid voor bewoners was. In 2023, vier jaar na de invoering van de roze zone daar, was dat nog 32%. Het probleem blijft dus bestaan, ondanks de nieuwe betalende zones.
2. Het nieuwe reglement heeft een foute focus
Een van de grote tegenstrijdigheden in het beleid is dat de roze zone enkel geldt tussen 9 uur ’s ochtends en 19 uur ’s avonds. Nochtans tonen de eigen cijfers van de stad aan dat de parkeerdruk vooral piekt vanaf de avonduren en ’s nachts. Juist dan staan straten overvol en moeten bewoners lang zoeken naar een plekje. Het reglement grijpt dus in op momenten dat er eigenlijk geen probleem is, terwijl de echte knelpunten ongemoeid blijven.
In Hoboken bijvoorbeeld heeft het stadsbestuur parkeeronderzoeken laten uitvoeren. Daaruit blijkt dat de parkeerdruk inderdaad hoog is, de hele dag door. Maar pas vanaf 19u ‘s avonds en ‘s nachts is er sprake van overbezetting. Logisch, want dat is natuurlijk het moment dat de meeste mensen van hun werk terugkomen en een plekje voor hun auto nodig hebben. De overbezetting duurt tot een uur of negen ‘s ochtends, wanneer de meeste mensen terug naar het werk zijn getrokken.
Vooral in de roze parkeerzone die men in Hoboken wil invoeren, schiet het parkeerreglement dus volledig haar doel voorbij.
Maar ook in de evenementenzones is er iets mis. Hier gaat het vooral over de parkeerduur. Je mag er op weekavonden, weekends en feestdagen maximaal 2 uur parkeren. Bewoners krijgen een bewonerskaart, maar dreigen door deze regeling toch getroffen te worden. Dat brengt ons bij het volgende punt.
3. Het treft bewoners en lokale handelaars
Het stadsbestuur beweert dat dit nieuwe parkeerbeleid de bewoners ten goede zal komen. Maar daar zijn stevige vraagtekens bij te zetten. Dat het de parkeerdruk niet zal verminderen, toonden we al aan. Maar daarnaast zal het ook grote gevolgen hebben voor al wie woont, werkt, of een zaak heeft in de betrokken districten.
Want wat met een Hobokens gezin waar de grootouders elke woensdag op de kinderen komen passen? Als ze met de wagen van buiten het district komen, zullen ze hun portefeuille mogen opentrekken.
Merksemse familiefeesten dreigen ook een dure affaire te worden. Organiseer maar eens een gezellige familiebarbecue, als iedereen binnen de twee uur weg moet zijn, willen ze geen boete riskeren. Tijd voor een stukje taart zal er niet zijn.
Of wat met de lokale middenstand? Een klimzaal in de buurt van het Sportpaleis getuigde dat klanten vaak minstens drie uur komen sporten. Dat zal vanaf 1 oktober niet meer zonder parkeerboete gaan. Ze vrezen dat klanten zullen afhaken.
De bewoners, hun naasten, de lokale middenstand,... iedereen wordt geraakt. Zo dreigt het nieuwe systeem de leefbaarheid en het economische weefsel van de wijken eerder te verzwakken dan te versterken.
4. Het is een pestmaatregel
Wie er wel profiteert van het nieuwe parkeerbeleid, is de stadskas. Want met de uitbreiding van het betalend parkeren, breidt ook het jachtgebied van de scanwagens fors uit.
Die scanwagens zijn uitgerust met ANPR camera’s. Op basis van nummerplaatherkenning kunnen ze meteen registreren wie een geldig parkeerbewijs heeft en wie niet. Zelfs al sta je vijf seconden geparkeerd terwijl je je aan het registreren bent: wanneer de scanwagen net dan langskomt, heb je een boete aan je been.
Dat legt de stad geen windeieren: in 2024 werd er voor maar liefst 20 miljoen euro aan boetes geïnd via de scanwagens. Sinds de invoering brachten ze al zestig miljoen op voor de stadskas. Niet zo vreemd dus, dat het stadsbestuur koste wat kost nog meer betalende parkeerzones wil invoeren. Dat geeft het zelf ook letterlijk toe trouwens.
In Hoboken- en Ekeren-centrum werkt men voorlopig met de parkeerschijf, maar die moeten fysiek gecontroleerd worden. Door het via de scanwagens te doen komt men tot een “efficiëntere handhaving", zo staat er te lezen. Het staat er dus zwart op wit: door scanwagens te laten rondrijden, kunnen we meer boetes ophalen.
Tel daar bovendien nog de miljoenen aan parkeertickets bij: 45 miljoen tussen 2019 en 2022, om van de LEZ nog maar te zwijgen, en je begint te snappen waarom de automobilist in Antwerpen zich een melkkoe voelt.
Uittreksel uit het collegebesluit
5. De mensen krijgen geen alternatieven aangeboden
Het belangrijkste probleem is misschien wel dat bewoners geen realistisch alternatief krijgen.
Het openbaar vervoer verkeert door de jarenlange besparingen in zo’n slechte staat, dat het voor veel mensen gewoon geen optie is. In Hoboken verdween de tram vanwege de slechte staat van de sporen, en de heraanleg van de Antwerpsesteenweg sleept intussen al jaren aan. De beloofde tram op de Bisschoppenhoflaan in Deurne lijkt er, ondanks de beloftes van het stadsbestuur, ook niet te komen. De Vlaamse regering trekt er geen budget voor uit. Wie in de haven of in shiften werkt, kan sowieso niet op het openbaar vervoer rekenen.
Kortom: voor veel mensen blijft de wagen de enige optie.
Ook voor wie de wagen gebruikt, zijn er weinig andere opties dan op straat parkeren. Buurtparkings zijn er amper in de betrokken districten. In Merksem en Hoboken is er welgeteld één. In Ekeren zelfs geen. De Tentoonstellingswijk mag van “geluk” spreken met twee buurtparkings die zich (min of meer) in de buurt bevinden.
De buurtparkings die er zijn, kosten al gauw negentig euro per maand voor een voltijds abonnement (70 euro met subsidie wanneer je je bewonerskaart inlevert). Voor gezinnen met een krap budget is dat geen haalbare oplossing. Het stadsbestuur schuift zo de kosten door naar de bewoners zonder tegelijk in te zetten op betere verbindingen, betaalbare buurtparkings of extra voorzieningen.
Het alternatief van de PVDA
Het mag duidelijk zijn: dit nieuwe parkeerreglement zal geen zoden aan de dijk brengen. De bestaande parkeerproblemen los je er niet mee op. Bewoners, hun familie en vrienden, en mensen die werken of een zaak uitbaten zullen benadeeld worden. De enige die er goed van wordt, is de stadskas.
De PVDA wil het anders aanpakken. Allereerst moet er ingezet worden op alternatieven voor de auto. Investeer eindelijk terug in ons openbaar vervoer. Zorg dat er opnieuw een tram naar Hoboken rijdt. Maak werk van een tram op de Bisschoppenhoflaan en openbaar vervoer naar de haven. Zorg voor betrouwbare dienstverlening op de bestaande lijnen.
Daarnaast moet er ingezet worden op buurtparkings. In andere steden doet men ons dit al voor. je moet er zelfs niet zo heel ver voor gaan kijken. In Mechelen onderhandelt het stadsbestuur met grote warenhuizen, waarvan de parkings ‘s avonds toch leeg staan. Bewoners kunnen daar hun wagen kwijt wanneer ze thuiskomen van het werk. Maak die buurtparkings ook betaalbaar. Op die manier geef je mensen voldoende alternatieven, in plaats van het geld uit hun zakken te slaan.