Skip to content

Beginnende kunstenaars verdienen meer

Beginnende kunstenaars verdienen meer

Wekenlang betoogden jonge kunststudenten voor het stadhuis nadat Cultuurschepen Ait Daoud (N-VA) de projectmiddelen voor beginnende kunstenaars zogezegd met pijn in het hart had geschrapt. Het protest klonk luid en sterk: “veel pijn, weinig hart”, scandeerden de studenten dapper in het putje van de winter. In juni lag er een nieuw subsidiereglement voor op de gemeenteraad. Het stadsbestuur, dat Antwerpen steevast als zelfverklaarde culturele hoofdstad van Vlaanderen uitroept, heeft nog amper een vierde van de 720.000 euro over om jonge kunstenaars te helpen groeien. PVDA stemde met lange tanden voor, onder het motto: “liever iets dan niets”, maar blijft wel pleiten om de middelen terug op te trekken. 

Investeringen in jonge makers

Als het over ondernemers of start-ups gaat, spreekt men zelden over subsidies. Dan gaat het over startersmiddelen of investeringen in innovatieve projecten. Niets wordt zo fel opgehemeld dan het entrepreneurschap. Zelfs studentenclubs die enkel als doel hebben jongeren aan te zetten tot ondernemen, krijgen vlotjes subsidies van de stad. Daar worden geen verhitte discussies over gevoerd. Het wordt een ander verhaal als het over de kunsten gaat. Dan hebben de rechtse ideologen het graag over subsidieslurpers, over hangmatten en pamperen, over de deugden van de zelfredzaamheid.  Zo ook raadslid Kevin Vereecken (N-VA): “Ik vind het fantastisch om in te zetten op zelfredzaamheid”, zei hij op de gemeenteraad. “Diegenen die het halen in de kunstwereld, zijn diegenen die zelfredzaam zijn. Zij die zich laten doen, slagen meestal niet zo in hun carrière en geraken ook niet zo ver in hun artistieke output.”

“Ik zou gaan werken voor mijn centjes”

Toen in het najaar van 2022 het protest van de studenten volop oplaaide, werd Ait Daoud geïnterviewd in de Gazet van Antwerpen. “Echte kunstenaars laten zich niet remmen door subsidies. Dat heeft Rubens ook niet gedaan. Er zal nog altijd grote kunst gemaakt worden. (xxx) De burger maakt zich druk om zijn energiefactuur, de stijgende prijzen in de supermarkt, de boterhammen voor de kinderen. De Antwerpenaar ligt tegenwoordig niet wakker van de besparingen op cultuur”. Op de vraag wat ze zelf zou doen als jonge kunstenaar van vandaag antwoordde ze: “Dan ga ik werken voor mijn centen, zoals iedereen”. Daarop schreef Tom Naegels: “De bittere ironie van Ait Daouds sneer over het ‘werken voor je centen’ is dat de meeste kunstenaars er sowieso allerlei jobs bij doen. De moeilijkheid is net om erop toe te zien dat die niet alle tijd opslorpen die naar het creëren zou moeten gaan. Subsidies zijn er om die tijd vrij te maken.”

 

We spreken consequent over investeringen

Met de PVDA willen we consequent spreken over investeringen in plaats van over subsidies. Het bedrag dat de stad nog wil investeren in haar beginnende kunstenaars is een peulschil. Men gaat van 720.000 euro per jaar naar 200.000 euro. Dat is een forse besparing, hoe je het ook draait of keert. Het reglement dat net goedgekeurd werd  zorgt bovendien nog voor te veel administratieve last. Jonge afgestudeerde makers moeten een voedingsbodem krijgen om te kunnen groeien. Zonder vallen en opstaan, zonder te ploeteren op een podium is er geen groei mogelijk. Het moet de bedoeling zijn dat jonge makers hun tijd, moeite, energie en creativiteit steken in hun kunstproject, en niet in het invullen van formulieren voor de stad.

Onder het motto “beter iets dan niets” keurde PVDA het fonds goed. Laat ons wel duidelijk zijn: hiermee kunnen en mogen we niet tevreden zijn. PVDA blijft pleiten voor het terugdraaien van de beslissing om de projectsubsidies te schrappen en voor het verlagen van de administratieve lasten.  

Paul Van Ostaijen

De jonge makers moeten “pitchen”: een kort toonmoment afleveren waarmee ze de jury moeten overtuigen dat ze recht hebben op een stukje van de koek. Nu ze eindelijk hun eindtoetsen hebben afgelegd, legt de stad opnieuw druk op de makers. Ze worden ook beoordeeld op de mate waarin het eindresultaat wordt gepresenteerd aan een breed en divers publiek. Boem Paukenslag, vanaf de eerste meet moeten ze in alles perfect zijn en al meteen een breed en divers publiek aanspreken als beginner. Doe het maar. Neem nu Paul Van Ostaijen. Zou die in zijn tijd gedebuteerd hebben voor een breed en divers publiek? Zou hij nu voorbij de jury geraken?

Laat ons die jonge makers toch vooral vertrouwen. En ze laten maken zonder er weer nieuwe beperkende regels en voorwaarden aan op te leggen. En als we zien dat er heel wat mooie bloemen bloeien, laat ons dan ook de middelen daarvoor verhogen, zodat velen een voedingsbodem krijgen om door te groeien.