Nieuw parkeerreglement kent maar twee winnaars: de parkeerbedrijven en de stadskas

Amper een maand nadat schepen van Mobiliteit Koen Kennis (N-VA) een nieuw parkeerreglement invoerde in de historische binnenstad moet hij het al bijsturen. We hadden het hem nochtans al in juni  voorspeld. Opnieuw laaide het debat over de hoge kosten op in de gemeenteraad van september. Er zijn slechts twee winnaars, zei PVDA-gemeenteraadslid Mie Branders, de private uitbaters van de ondergrondse parkings én de stadskas. 

Vooraf ons standpunt 
Met de PVDA steunen we de maatregelen die de leefbaarheid in de oude binnenstad vergroten. De auto zoveel mogelijk van de weg halen, maakt dat er meer publieke ruimte vrij komt en dat de bewoners zelf niet eindeloos rondjes moeten rijden om hun wagen kwijt te raken. Dus vinden we het een goed idee, dat je de bezoekers en toeristen aan de rand van de stad laat parkeren. Op voorwaarde dat ze met het openbaar vervoer geraken waar ze moeten zijn. En dat openbaar vervoer moet stipt, toegankelijk, betaalbaar, performant, proper en frequent zijn, ook in de late uren. We zijn niet akkoord dat mensen die in de stad moeten werken,  zich blauw moeten betalen aan parkeerkosten om hun job te kunnen doen. Die kosten komen atlijd weer bij de klanten terecht. En we zijn evenmin akkoord dat mensen die in de binnenstad wonen en bezoek willen ontvangen, daar extra administratieve rompslomp bij krijgen en de gegevens van hun bezoekers moeten vrijgeven. 

Potdoof voor terechte kritiek van de PVDA
Het agendapunt over de aanpassing van de parkeertarieven in de binnenstad had niet opnieuw op de agenda moeten komen, als de schepen drie maanden geleden had geluisterd naar onze opmerkingen. In de gemeenteraad van juni hebben we hem haarfijn uitgelegd dat de tarieven voor parkeerpasjes veel te hoog waren voor de kleine zelfstandigen, de zorgverleners aan huis en de klusjesdiensten allerhande. Zoals altijd bleef de arrogante schepen doof voor onze opmerkingen. En dan komen er reacties en reclamaties en zelfs processen binnen… Schepen Kennis kan dan niet anders dan de tarieven aanpassen. Amper een maand na de invoering van het nieuwe reglement moet hij het al bijsturen. Dat is redelijk gênant, voor iemand die solliciteert voor de post van minister van Mobiliteit. 

Geen groot enthousiasme bij de ondernemers
We vroegen de cijfers van de afgelopen weken op en die spreken boekdelen. Amper 10 ondernemers vroegen een parkeerpasje voor de rode zone (voor 3 maanden) aan. Dat kostte dan ook 1340 euro (zonder BTW). Drie ondernemers vroegen een pasje aan voor alle rode zones in de stad. Dat kost 1625 euro voor 3 maanden. Voor de dagpasjes van 36,36 euro waren er 354 geinteresseerden. Het is duidelijk dat het enthousiasme bijzonder laag is. Bovendien startte een liftfirma een juridische zaak tegen de stad over dit reglement. 

Cosmetische aanpassingen
De schepen gaat de tarieven nu aanpassen, maar het zijn eerder cosmetische aanpassingen. Want ook met de nieuwe tarieven betaalt de kleine ondernemer zich blauw:   28,93 euro voor een dagpasje of 1115 euro voor een vergunning van drie maanden is nog steeds heel veel geld. En in de meeste gevallen, zullen de kosten wellicht doorgerekend worden aan de klanten. 

Na het applaus volgt de rekening voor de zorgverleners
Voor zorgverleners verandert er zelfs niets. Ze blijven 75 euro per maand betalen om hun job te kunnen doen. Een verpleegkundige schreef ons in een boze mail:  Is er nu echt niemand in het stadsbestuur die begrip kan opbrengen voor de mensen in de zorgsector. In een "ver" verleden werden er tijdens de coronacrisis nog witte lakens buiten gehangen en massaal in de handen geklapt voor de "Helden van de zorg". Misschien kan men deze helden toch een vrije en gratis toelating geven om de wagen te parkeren tijdens het uitvoeren van de job. Deze maatregel zou een mooie bedanking zijn naar de zorgmedewerkers vanwege het stadsbestuur. Met de PVDA geven we deze dame 200% gelijk. 

De kar voor het paard
We herhaalden op de gemeenteraad nogmaals onze kritiek dat de schepen de kar voor het paard spant. Eerst moet de toegankelijkheid van de binnenstad gegarandeerd zijn door haalbare alternatieven. Het openbaar vervoer moet stipt, toegankelijk, betaalbaar, performant, proper en frequent moet zijn, ook in de late uren. Pas dan kan je geld vragen aan wie toch met de auto tot in het centrum van de stad wil rijden. En voor mensen die in de binnenstad moeten zijn om er hun kost te verdienen, moeten de tarieven fors naar beneden of zelfs kosteloos zijn.

De zogenaamde publieke parkings zijn 100% privaat 
De schepen blijft maar herhalen dat de bezoekers en de pendelaars maximaal gebruik moeten maken van de talloze publieke parkings in de binnenstad. Er is werkelijk niets publieks aan de ondergrondse parkings in de stad. Ze zijn hoogstens toegankelijk voor het publiek, maar worden uitgebaat door grote private parkeerbedrijven, die allesbehalve goedkope prijzen hanteren. Dat zijn dan ook de grote winnaars van dit parkeerreglement. Zij cashen de poen. En er is natuurlijk ook de stadskas die goed gespekt wordt. In de eerste 2 weken van september werden er al 1469 boetes uitgeschreven.