Interparking: Stadsbestuur kan en moet fysieke parkeerwachters eisen
4 december 2020
Parkeerbedrijf Interparking is van plan om een kwart van haar personeel te ontslaan, door veel meer via cameratoezicht te organiseren. Volgens mobiliteitsschepen Kennis (N-VA) is het niet aan het stadsbestuur om te bepalen hoe de uitbater de veiligheid ondergronds verzekert. PVDA-gemeenteraadslid Peter Mertens vroeg het contract tussen stad Antwerpen en Interparking op voor de uitbating van het Theaterplein op. “Deze overeenkomst stelt net heel duidelijk dat de stad wél bepaalt hoe de veiligheid gegarandeerd moet worden en hoe de eerste bluswerken ter plekke moeten kunnen uitgevoerd worden door de uitbater. Kennis kan en moet volgens dit contract fysieke aanwezigheid eisen”, stelt Mertens.
In de maand oktober kondigde Interparking een grote golf van herstructureringen en ontslagen aan. Doel van Interparking is om meer dan 90 parkeerwachters, een kwart van haar personeel te ontslaan op de verschillende Belgische parkings die het bedrijf uitbaat. Interparking is een multinational die afgelopen jaar nog 126 miljoen euro winst boekte. De meerderheid van die parkings is geconcentreerd in Brussel, Zaventem en Antwerpen.
Op de gemeenteraadscommissie van november drukte Peter Mertens zijn bezorgdheid uit voor de toekomst van de parkeerwachters. Hij vroeg aan schepen van Mobiliteit Koen Kennis welke sociale bepalingen de Stad Antwerpen oplegt in haar parkeerconcessies. De stadsparking onder het Theaterplein is immers een concessie van de Stad Antwerpen. Koen Kennis stelde dat het bedrijf op tijd en snel moeten kunnen reageren wanneer er zich iets voordoet, maar dat het aan de uitbater zelf is om een goede uitbating in te vullen, "Hoe zij dat doen dat gaan wij niet bepalen als stad. Vandaag niet, morgen niet, in de toekomst niet. Je moet dat overlaten aan die parkeeruitbaters."
Bij nazicht van het contract staat er nochtans duidelijk dat ’De stad geen bewakingsplicht op zich neemt. De concessiehouder staat zelf in voor een degelijke en onafgebroken bewaking, overeenkomstig de richtlijnen die de stad daartoe zal verstrekken.’ en ’De concessiehouder zal de nodige maatregelen treffen om, in geval van brand, met eigen middelen reeds de eerste bluswerken te verrichten.’ (zie screenshot)
Op dit ogenblik stelt de stad zich, ondanks deze contractuele bepalingen, tevreden dat er enkel toegangsbewaking is met camera's van op afstand, en zonder vaste aanwezigheid van parkeerwachters. Er is minimaal personeel voorzien dat rondrijdt van parking tot parking. “Zo is het natuurlijk onmogelijk om snel in te grijpen bij acute noodsituaties. Zo vermindert ook de veiligheid in de parkings, en komen dringende oproepen terecht bij de politiediensten. De invulling van een permanente aanwezigheid is dan ook van belang voor de uitbating van alle stedelijke parkings”, weet Mertens.
Zopas werd ook bekend gemaakt dat Interparking ook een contract afsloot voor de uitbating van 28 buurt- en evenementparkings. Ook die wil Interparking uitbaten op afstand vanuit Brussel, zonder extra vast personeel. Nochtans is ook hier geschoold personeel noodzakelijk voor een goede uitbating.
“Door personeelsafbouw en ‘digitale uitbating’ verhogen parkeerbedrijven de winsten op uitbating van het openbaar domein, terwijl er steeds minder dienstverlening tegenover staat. Het stadsbestuur moet haar contractuele bevoegdheid gebruiken om de onafgebroken aanwezigheid van personeel te eisen in stedelijke parkings, in plaats van kosten door te schuiven naar de samenleving”, besluit Mertens.