Skip to content

De Antwerpse war on sociale zorg

De Antwerpse war on sociale zorg

Zorgorganisaties worden in een concurrentiestrijd gegooid met beursgenoteerde bedrijven, zegt Lise Vandecasteele, en dat gaat ten koste van de zorg zelf.

Meer dan een jaar geleden zette de Antwerpse schepen Fons Duchateau (N-VA) het daklozencentrum De Vaart op de markt. Voordien werd het centrum toevertrouwd aan een vzw, met jaarlijkse positieve evaluatie, maar nu kon elk bedrijf meedingen naar de uitbating ervan. Ook commerciële bedrijven.

De bewakingsmultinational G4S zag zijn kans en werd door Duchateau als beste kandidaat gekozen. Cijfers primeerden op de kwaliteit van zorg. Want het team van de vzw Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW), dat al achttien jaar succesvol De Vaart uitbaatte, werd de laan uit gestuurd, samen met zakken vol expertise.
Het veroorzaakte breed protest. In oktober stond er 800 man op straat om de plannen tegen te houden. De bezoekers van De Vaart die een jarenlange vertrouwensband hadden opgebouwd met de medewerkers, waren woedend en heel ongerust over de toekomst. Net als de sociaal werkers, die bovendien zelf met werkonzekerheid werden geplaagd. Verschillende onder hen zochten elders een baan met meer toekomstperspectief.

Cijfers en mooie praatjes, daar draait het om

Toen bleek dat G4S loog over samenwerkingsverbanden met expertisecentra in Nederland, kon Duchateau zijn plannen niet volhouden en werd de bewakingsmultinational wandelen gestuurd. En zo kwam de vzw CAW weer in beeld. Zij tekende een nieuw contract voor de uitbating van De Vaart, voor een periode van 27 maanden. Zo gaat dat bij vermarkting. Na die periode kan het OCMW De Vaart opnieuw op de markt zetten. Reken dus maar op opnieuw heel wat onzekerheid bij daklozen en medewerkers.
Dit verhaal geldt niet alleen voor De Vaart. In minstens twaalf andere sociale-zorgprojecten in Antwerpen gebeurt hetzelfde. De gevolgen laten zich voelen op grote schaal. Tientallen sociaal werkers staan op het punt hun job te verliezen, van buurtwerkers tot de drugshulpverleners. De financiële middelen krimpen. Zo ziet Free Clinic, een centrum voor mensen die drugs gebruiken, zich gedwongen om in de toekomst anderhalve dag per week te sluiten. Oudere werknemers wordt gevraagd vroeger dan gepland op pensioen te gaan, zodat jongeren in dienst kunnen blijven. Sociale organisaties spelen met het idee contracten op te maken met ‘ontbindende voorwaarden’, zodat een contract van onbepaalde duur toch gestopt kan worden zonder opzeg. Anciënniteit wordt eerder kostelijk dan kostbaar.

Strop

Net zoals bij de rusthuizen en ziekenhuizen wordt de financiële strop in de sociale zorg alsmaar strakker en dit gaat ten koste van de zorgbehoevenden én het personeel. In de zorg hangt dit heel nauw samen, een goede zorg heeft immers menselijkheid en vertrouwen nodig. Steeds maar wisselend personeel dat bovendien steeds minder tijd krijgt voor zorgtaken, is nefast. Dat geldt voor ouderlingen en patiënten, maar ook voor drugsverslaafden, daklozen en mensen in armoede. Het succes van het werken met deze kwetsbare groepen is afhankelijk van een vertrouwensband. Daar gaat in vele gevallen een lang proces aan vooraf.
Het nieuwe uitbatingscontract voor De Vaart toont wat de gevolgen zijn als je zorg inpast in onze ultra- liberale economie. Cijfers en praatjes, daar draait het om. De sociale organisaties (vzw’s) worden plots in een concurrentiestrijd gegooid met beursgenoteerde bedrijven. Het kost handenvol energie en tijd om flitsende en concurrentiële projectvoorstellen in te dienen. Het kost handenvol geld aan dure juridische consultants. Ten koste van de sociale zorg zelf.

Rapporteren, rapporteren

Het nieuwe contract voor De Vaart, bestaat onder meer uit een ellenlange lijst gegevens (cijfers) die maandelijks, per kwartaal en/of jaarlijks moeten worden gerapporteerd. Van elke bezoeker moet een zelfredzaamheidsmatrix ingevuld worden die per kwartaal gerapporteerd moet worden, de precaire woonsituatie moet in kaart worden gebracht. Elk incident net als elk contact met de buurt moet worden gerapporteerd. En zo veel meer. Men tracht zorg cijfermatig te evalueren. En bovendien draait alles om de resultaten die de organisatie kan voorleggen. Gevolg is dat organisaties vooral met mensen aan het werk zullen gaan bij wie ze snel goede resultaten verwachten. Waardoor er een nieuwe onderklasse van kwetsbare mensen ontstaat die buiten alle zorg vallen.

Daarnaast wordt ingebonden op persoonlijke hulpverlening. Het centrum zal dubbel zo vaak open zijn met bijna hetzelfde aantal voltijdse medewerkers. Zij mogen niet langer helpen bij budgetbeheer, maar moeten doorverwijzen. Terwijl de wachtlijsten voor budgetbeheer elders ellenlang zijn en budgetbegeleiding bij mensen zonder dak boven het hoofd een andere aanpak noopt. Bovendien moet De Vaart vaker een beroep doen op vrijwilligers. Een nobel doel, maar steeds vaker worden vaste jobs vervangen door vrijwilligerswerk.

Sociaal werkers zijn er om te ijveren voor mensenrechten bij mensen die uit de boot vallen. Ieder mens heeft recht op een dak boven het hoofd, ieder mens heeft recht op een menswaardig bestaan, ieder mens heeft recht op hulp als het even allemaal tegenzit. Daar moet sociale zorg om draaien, daar mogen sociale organisaties op afgerekend worden. Zorg mag niet draaien om winst. Zorg hoort niet thuis op de markt.

 

Deze opinie verscheen eerder op De Standaard

Foto Solidair