Skip to content

“Bus in panne in Antwerpen? Onze depannagewagen mag zelfs de Lage Emissie Zone niet in.”

“Bus in panne in Antwerpen? Onze depannagewagen mag zelfs de Lage Emissie Zone niet in.”

Dinsdagavond liep het Zuiderpershuis vol met gebruikers en personeelsleden van De Lijn. Op het Toekomstforum Punt andere Lijn ging Jos D’Haese, fractieleider voor PVDA in het Vlaams parlement, in gesprek met mensen met een groot hart voor het openbaar vervoer. Over de miserabele toestand van het openbaar vervoer in Vlaanderen, over het gratis alternatief in Duinkerke, over het spookbeeld van de privatisering in Nederland en over een toekomst voor De Lijn.

Personeel en reiziger, samen sterk

Jos D’Haese nodigde voor de avond drie verschillende panels uit. Starten deed hij met getuigenissen van de personen die het nauwst betrokken zijn bij De Lijn, de reizigers en het personeel. 

Blue Bakandika geraakt met De Lijn niet meer op haar werk, of toch niet op tijd. Ze woont in Borgerhout, in de Collegelaan. Vorig jaar schafte De Lijn bus 31 af. Sinds deze maand rijden ook trams 8 en 24 niet meer naar het stadscentrum. En dus doet Blue een half uur langer over hetzelfde traject. Dat is, als haar aansluiting al komt. De betrouwbaarheid van het openbaar vervoer in Antwerpen is zo laag, dat Blue sinds kort een elektrische step gebruikt om te gaan werken.

Sonja Theys, vakbondsafgevaardigde bij De Lijn, herkent de frustraties van Blue. Sonja is chauffeur en heeft dezelfde frustraties. Kapotte bussen, bijeen gehouden met colsonbandjes en ducttape, ontspoorde trams, afgelaste ritten door personeelstekorten, depannagediensten die de Lage Emissie Zone niet binnen mogen, het zijn allemaal kenmerken van de grote malaise bij De Lijn. Sonja zoekt naar manieren om de reizigers samen met het personeel in verzet te krijgen, zodat de Vlaamse regering wel zou investeren in openbaar vervoer.

Privatisering versus gratis openbaar vervoer, voorbeelden uit het buitenland

In het tweede panel keek Jos met twee nieuwe gasten over de landsgrenzen heen. 

Tim Bootsman, buschauffeur in Nederland, vertelde over zijn ervaringen met geprivatiseerd busvervoer. Inwoners uit de Nederlandse grootsteden kunnen de bussen nog wel gebruiken, maar als je iets meer op het platteland woont, dan kan je de bus maar beter vergeten… Om nog maar te zwijgen over de ticketprijzen, die zijn in Nederland bij de duurste van Europa.

Dat staat in fel contrast met de situatie in Duinkerke. Delphine Castelli, gemeenteraadslid in de Franse havenstad, sprak over de visie van het stadsbestuur om het openbaar vervoer gratis en aantrekkelijk te maken. Via een mobiliteitstaks op bedrijven investeerde Duinkerke 15 miljoen euro in gratis bussen in een regio van 400 vierkante kilometer. Sinds september 2018 zijn er op weekdagen 65% meer reizigers en in de weekends 125% meer. Bovendien zit er een behoorlijk terugverdieneffect op de investeringen. De stad krijgt immers een betere leefbaarheid, vlottere mobiliteit en gezondere lucht voor haar inwoners.

Toekomst van investeringen, doorstroming en modal shift

Jos sloot de avond af door met een expertenteam vooruit te kijken, naar de toekomst van openbaar vervoer in Vlaanderen.

Volgens Rita Coeck, federaal secretaris ACOD TBM, staan investeringen centraal in die toekomstvisie. En daar wringt het schoentje vandaag. De voorbije tien jaar zijn de werkingsmiddelen van De Lijn met twintig procent gedaald. Tijdens diezelfde periode verkondigde het management in ware FakeNews-stijl dat “alles goed gaat” en dat er “nog nooit zoveel geïnvesteerd is in nieuwe bussen”. Maar dat FakeNews ziet niemand, reizigers noch personeel, op het terrein, waar alles in de soep loopt. Om uit die soep te geraken heeft de Lijn nood aan nieuwe bussen en trams, en aan bijkomend personeel.

Herman Welter, mobiliteitsexpert, vergeleek de visie op openbaar vervoer in Vlaanderen met die in het buitenland. Een visie die zich kristalliseert in de zogenaamde doorstroming van trams en bussen. Waar trams en bussen in de Franse steden aparte rijstroken en automatische voorrang aan kruispunten hebben, staan ze in Antwerpen langer te wachten in autofiles dan dat ze rijden. Die visie waarbij autoverkeer centraal staat, moeten we omkeren, zodat collectief openbaar vervoer centraal komt staan.

Deze mobiliteitsvisie van de Vlaamse overheid verontrust ook Luc Vanmaelen, lid van de Ringland Academie. Voor de toekomstplannen van de Antwerpse ring is het noodzakelijk dat alle verkeer in de provincie Antwerpen een modal shift bereikt. Dat wil zeggen dat nog maximum vijftig procent van de verplaatsingen in de provincie met de auto gebeuren, en meer dan vijftig procent met alternatieven zoals de fiets, de bus, de trein of de tram. Om die modal shift te bereiken zijn in de hele provincie enorme investeringen nodig. Maar de Vlaamse regering holt net het tegenovergestelde pad op: ze bespaart De Lijn kapot en maakt een toekomstige modal shift onmogelijk.