Skip to content

Jean Vermeylen verliet ons bij het vuurwerk voor het nieuwe jaar. Afscheidswoorden van Geneeskunde voor het Volk en de PVDA.

Jean Vermeylen verliet ons bij het vuurwerk voor het nieuwe jaar. Afscheidswoorden van Geneeskunde voor het Volk en de PVDA.

Op 31 december -net vóór het vuurwerk - stierf Jean Vermeylen. Jean werd 86 jaar. Hij was een energieke man, steeds bereid te helpen en gedurende tientallen jaren één van de actiefste leden van de afdeling PVDA-Hoboken en vaste vrijwilliger bij Geneeskunde voor het Volk.
Mie Branders bracht op de uitvaart deze mooie hulde aan Jean.

Onze Jean, hij was toch een beetje van ons allemaal… Onze Jean, een doener en een gever. Recht voor de raap. Zijn hart op de tong. Boeiend en vermoeiend. Dat zijn hart ooit zou kunnen stilvallen daar kon ik me zelfs als dokter niets bij voorstellen. Dat hart was zo sterk als Jean zelf. Gehard door zijn bijzondere en pijnlijke jeugd en door stevige tegenslagen in het leven. Maar ook versterkt door het samenzijn met Fonny, de kinderen en de kleinkinderen. Gestaald ook door het samenwerken met heel veel mensen, in de vakbond, in de partij, in actiegroepen, in buurtcomités en bij Geneeskunde voor het Volk. Een sterk donkerrood hart ook, altijd aan de kant van zijn klasse, de werkende klasse. Tegen sluitingen van fabrieken, voor geneeskunde zonder drempels, voor een hoge levenstandaard voor de werkmensen. Bij het ouder worden zag ik dat zijn sterke hart milder werd en warmer.

Jean werkte op General Motors, werd aan de poort aangesproken door mensen van de PVDA en werd lid. Na zijn ontslag vond hij werk in de GB. Daar werkte hij tot hij op vervroegd pensioen moest na een herstructurering. Jean leerde de Dokters voor het Volk kennen en is er voor altijd gebleven. Hij verstopte zijn talenten niet onder de grond, maar ontwikkelde ze en zette ze in voor het collectieve. Met zijn groene vingers legde hij de binnentuin aan in onze zusterpraktijk, de Bres, in Deurne. Van de schone rozen in zijnen hof, belandden er altijd een boeket aan ons onthaal. Carnavalsfeesten, mosselfeesten, Manifiesta, Café Santés of jubilees, Jean was er altijd bij in de keuken. Groenten snijden en geheimzinnig doen over het recept voor de mosselsaus. En ambiance maken. Koud buffet was zijn specialiteit. Maar hij maakte evengoed soep, thuis, voor iedereen die er over de vloer kwam. Pap, dat was ook zijn specialiteit, behangerspap. Om affiches te gaan plakken in de nacht. Jarenlang hielp Jean mee met de verzending van het weekblad Solidair. Gazetten plooien en adressen plakken en vertellen en discussiëren. Elke week. Jaar in jaar uit. Op Jean konden we rekenen. Op latere leeftijd leerde hij Sevilianas dansen met zijn Fonny. Zo zag ik hem het liefst. In zijn schoenen met hakken, met zijne rode band om zijn middel: Soepel, rechte rug, stralend van plezier en zo fier als ne gieter. Op vakantie gaan, was ook zo’n talent van Jean. Dat had hij van thuis zeker niet meegekregen. Daarom deed hij het wellicht dubbel zo goed. Er voor 200% van genieten. Geen grens hield hem tegen.

Jean was heel betrokken bij de Partij, hij volgde alles, vormde zijn gedacht en schreef dat regelmatig naar de Solidair, of naar de leiding. De laatste handgeschreven brief kregen we vorig jaar, bij de 50ste verjaardag van Geneeskunde voor het Volk in Hoboken. “Onze dokters en verpleegsters zijn één in de strijd tegen armoede en tegen sluitingen. Met 250-tal gaan ze verder. Dit is nu al 50 jaar. Wij zetten – als het kan – onze strijd voor gratis geneeskunde en hogere levenstandaard mee voort. Hartelijk gelukgewenst voor het ganse team”, schreef hij. Hij was deel van dat team. En natuurlijk herinneren we Jean ook als diegenen die altijd als eerste rechtstond op onze bijeenkomsten, om de eerste vraag te stellen, maar toch vooral om zijn gedacht te zeggen. Altijd vanuit een grote loyauliteit, met een oprechte zorg voor het geheel.
Als je de reacties hier en op sociale media leest over Jean, valt het op met hoeveel mensen hij in zijn leven vanalles heeft gedaan. Hij was een echte supersamenwerker. Stel dat zoveel mensen als Jean hun talenten en hun energie zouden in zetten zoals hij gedaan heeft, dan zou de werkende klasse nogal een tegenkracht kunnen vormen, dan zou het nogal vooruit kunnen gaan…

Ze zullen daarboven blij zijn dat de Jean gearriveerd is. Gastronomisch gaat het er pakken op vooruit gaan. Nu de Jean erbij is, zullen ze daar zeker met Café Santé beginnen - of Café Passé. ’t Gaat daar niet stillekes zijn. Maar wel ambiance met Manu, den Door en Wis, Piet, Wiske, Lucie, Steven, Mark, Nadine, Arnold, Joséke, Jos, Simon, en de velen die ik nog vergeet…

In naam van Geneeskunde voor het Volk en de PVDA delen wij in het verdriet en het gemis, maar ook in de fierheid om Jean te hebben gekend en samen met hem op vele manieren te hebben gevochten tegen armoede, tegen sluitingen en voor gratis geneeskunde. We kunnen hem het best eren door zijn engagement voort te zetten, zowel in de keuken, in den hof, als in de rest van de wereld.