SPORTIEVE STAD
Sport en vrije tijd moeten populair zijn in de werkelijke betekenis van het woord: met toegang voor iedereen en deelname door iedereen. Sporten werkt verbindend en is gezond. Om sporten voor iedereen mogelijk te maken, ondersteunen we de sportclubs op een duurzame manier en investeren we eindelijk weer in publieke en kwaliteitsvolle sportinfrastructuur. Zowel in nieuwe sporthallen en openbare zwembaden als in de al bestaande publieke domeinen.
Wat wij willen
Een. Een sportaanbod van kwaliteit
- We herwaarderen het statuut van het sportpersoneel.
- We renoveren de sporthallen en zwembaden die daar nood aan hebben.
- We steunen op de ervaring en kennis van de sportclubs.
Meer achtergrondinformatie
We zorgen voor een sportaanbod van kwaliteit door investeringen in sportpersoneel en sportinfrastructuur. We steunen daarbij op de ervaring en kennis van de sportclubs die onze stad rijk is.
Wie rond sport een aanbod en dienstverlening van kwaliteit wil verzekeren, dient het sportpersoneel met respect te bejegenen en dus ook een waardig loon te gunnen. Te beginnen bij de werknemers van de stad. Stadspersoneel zorgt voor professionele meerwaarde. Het brengt expertise, ervaring en passie mee. Het verdient beter dan een flexibel contract dat voor onzekerheid zorgt en het beroep minder aantrekkelijk maakt.
Ook vrijwilligers zijn een meerwaarde voor elke vereniging en organisatie, maar we vervangen goed opgeleid personeel niet door vrijwilligers. De twee moeten samengaan. Trainers, redders, schoonmakers, techniekers, mensen aan het onthaal of in de cafetaria, stuk voor stuk zijn ze nodig voor de goede werking van onze sportinfrastructuur. Het personeel doet zijn uiterste best en de verbruikers waarderen het daar ook voor. Die troef moeten we koesteren en verder uitbouwen. Zonder het engagement van de vrijwilligers zou het voortbestaan van drukbezochte plaatsen als de wielerbaan in Wilrijk onzeker zijn en dat is absurd.
Onze sporthallen en zweminfrastructuur hebben onderhoud nodig. Daarvoor doet de stad almaar meer een beroep op contractorfirma’s in plaats van op de expertise van de stedelijke (zwembad)techniekers. Geregeld zijn er dan ook klachten over laattijdige interventies, over techniekers met onvoldoende kennis, over contractors die alleen ‘brandjes blussen’ in plaats van in te zetten op preventief onderhoud.
Daarnaast hebben de Antwerpse zwembaden een groot tekort aan redders. Gevolg: minder openingsuren. Een enquête van Netwerk Lokaal Sportbeleid wijst uit dat verloning, imago van het beroep en avond- en weekendwerk de hoofdredenen zijn van het tekort aan beroepsredders. Ook volgens de Vlaamse Reddingsfederatie is het beroep niet aantrekkelijk genoeg: de lonen zijn te laag, er is een gebrek aan respect en waardering en er was tot voor kort geen mogelijkheid om te promoveren. Want er zijn wel degelijk gediplomeerde redders op overschot. We leiden in Vlaanderen elk jaar meer dan duizend redders op en er zijn nog een kleine vijfduizend mensen die zich omscholen. Dat is meer dan we nodig hebben.
Dankzij druk van PVDA veranderde het stadsbestuur haar promotiebeleid om het aantal redders op te trekken. Na vijf jaar zouden bepaalde redders naar niveau C kunnen stijgen. Dat is een goede start, maar niet voldoende. Daarom willen we de gemeentelijke barema’s standaard terug op niveau C brengen, met hogere lonen en minder flexibiliteit. We nemen daarnaast toezichters aan zodat redders zich op hun werk kunnen focussen.
In plaats van bestaande sportinfrastructuur te sluiten en aan de privé cadeau te doen, investeren we erin en maken we ze klaar voor de toekomst. Zo garanderen we een betaalbaar sportaanbod voor iedereen. De stad liet het populaire buurtzwembad Arena jarenlang verloederen, ondanks aanhoudend verzet van de PVDA en de buurt. Uiteindelijk sloot de stad Arena in 2021 om de werkingsmiddelen aan de private uitbater van het nieuwe zwembad aan de Ruggeveldlaan te kunnen geven. Het gaat hier om een jaarlijks cadeau van meer dan een miljoen euro aan de privé. Eerst was de enige voorwaarde dat de koper er gedurende 25 jaar een zwembad moet uitbaten. Pas na protest en strijd verlaagde het stadsbestuur ook de inkomprijzen voor Antwerpenaren en kwam er een verlaagd tarief voor scholen en sportclubs.
De Antwerpse sportclubs hebben een sterke band met hun leden en met de buurt. Hun engagement en hun grote bereik moeten we koesteren. Met hun noden en kennis over infrastructuur moeten we aan de slag. De sportraad van de stad Antwerpen, met daarin de negen districtsportraden, moet meer inspraak krijgen in het beleid en de inspraak van alle inwoners en sportclubs kunnen verzekeren.
Twee. Een toegankelijk sportaanbod
- We behouden de stadsgronden voor publieke infrastructuur.
- We vergroten investeringen in sportinfrastructuur in ieder district. Antwerpen heeft minstens een derde meer infrastructuur nodig.
- We verlagen de tarieven voor het sport- en vrijetijdsaanbod.
- We voorzien voldoende sportaanbod voor iedereen.
Meer achtergrondinformatie
Mensen hebben recht op vrije tijd en gezondheid. Alleen een toegankelijk sportaanbod voor iedereen kan dat garanderen en draagt tegelijk bij aan een solidaire samenleving. Ons sportaanbod is er niet alleen voor topsporters of voor prestigieuze evenementen zoals de Ronde van Vlaanderen of de Antwerp 10 Miles. Als stad kunnen we op onze eigen gronden, in onze sporthallen, in onze zwembaden en met onze sportdiensten een voortrekker zijn van een toegankelijk en rijk sport- en vrijetijdsleven voor elke Antwerpenaar. Haaks daarop staat het beleid van de opeenvolgende Antwerpse stadsbesturen in de afgelopen decennia. Zij hebben de openbare ruimte en de stedelijke diensten voor spotprijsjes aan de privésector verkocht. We herorganiseren dat beleid zodat iedereen op een fijne en goedkope manier aan sport en ontspanning kan doen en we nemen de sleutels van het sportbeleid terug in handen. Ons sport- en vrijetijdsaanbod moet de Antwerpenaar de mogelijkheid bieden deel te nemen aan activiteiten, vrijelijk te kunnen spelen en sporten en zelf laagdrempelig iets te organiseren.
Onze openbare gronden zijn de belangrijkste hefboom voor een laagdrempelig sportbeleid. Op die plekken kunnen we nieuwe, publieke sportinfrastructuur creëren. Dat is de enige garantie dat de Antwerpenaar betaalbaar kan sporten in zijn of haar buurt. Verkoop van gronden aan de privé zorgt voor onzekerheid en hogere inkomprijzen. Een voorbeeld daarvan is het grote stuk grond op de Ruggeveldlaan in Deurne dat de stad voor een spotprijs verkocht om er het nieuw bovenlokaal recreatief zwembad te laten bouwen.
Dat laten we niet gebeuren met de site van het Sint-Erasmusziekenhuis in Borgerhout dat in 2024 definitief sluit. De grond werd in erfpacht gegeven en komt na de sluiting terug naar de stad. Het is vervolgens het schepencollege dat een beslissing moet nemen over de herbestemming. We willen deze grond publiek houden en er een gezondheidssite van maken waarin ook sport en beweging een plaats hebben.
We voorzien dringend meer infrastructuur voor sportclubs. Populaire sportverenigingen zoals de befaamde Antwerpse vechtsportclub ASA Namsaknoi met zijn meer dan honderd leden, staan op straat omdat ze geen locatie meer hebben en een ledenstop moeten invoeren. Dat mag niet gebeuren. We investeren in nieuwe sporthallen zodat elk district voldoende toegankelijke zalen heeft. In het district Borgerhout bijvoorbeeld is het al decennia geleden dat nog in nieuwe sportinfrastructuur werd geïnvesteerd.
Volgens een BLOSO-studie uit 2015 moeten er in Antwerpen zeker 30 procent meer sporthallen komen. Die schaarste zorgt ervoor dat de inwoners slechts binnen een beperkt uurschema deze zalen nog kunnen reserveren.
Ook met de buiteninfrastructuur is het pover gesteld. Zo heeft het stadsbestuur bijvoorbeeld geen geld voor een deftige piste voor de atletiekclubs in Hoboken, Wilrijk en op het Kiel. Bij regenweer is de kwaliteit ondermaats.
We dienen sportclubs ook te beschermen tegen de afbraakpolitiek van het stadsbestuur. Skiclub Zondal – een club met 500 leden, heel democratische prijzen en een werking op maat van slechtzienden – zag zijn skipiste plots verdwijnen. De stad had wilde plannen met de gronden en daar paste de toekomst van de club niet in.
Antwerpen heeft een tekort aan inrichtingen om te zwemmen, ook voor schoolzwemmen. Bestaande zwembaden zijn dringend aan renovatie toe, maar er zijn ook nieuwe overdekte en openluchtzwembaden nodig. De voorbije twintig jaar kende het aantal zwembaden in Vlaanderen volgens Sport Vlaanderen een forse daling: van meer dan 400 zwembaden in 2002 naar 292 in 2022. Tegelijk kwamen er ondanks deze krimp toch meer commerciële spelers bij: van de huidige 292 zwembaden is nog maar net de helft publiek. De toegangsprijs in de private zwembaden zoals LAGO en Sportoase ligt gemiddeld bijna dubbel zo hoog. Ook maken deze bedrijven steeds meer gebruik van publiek-private samenwerking, waarbij in sommige gevallen de privéspeler de bouw van het zwembad op zich neemt. In ruil ontvangt die een jaarlijkse dotatie van de gemeente voor de uitbating. Dat wordt gefinancierd door de belastingbetaler die vervolgens als gebruiker ook nog eens een hogere inkomprijs betaalt. We bespraken al het voorbeeld van het buurtzwembad Arena dat plaats moest ruimen voor het nieuwe private zwembad aan Park Groot Schijn. De uitbater van dit nieuwe zwemcomplex is Sportoase.
Een kwart van de basisscholen heeft het afgelopen jaar gesnoeid in de zwemlessen. Dat komt door het lerarentekort en de stijgende kostprijs van inkom en vervoer, maar ook door het feit dat zwembaden in Vlaanderen de deuren sluiten en de afstand tussen de school en het zwembad steeds groter wordt. Nochtans staat leren zwemmen in de eindtermen van het basisonderwijs. Het is een basisrecht voor kinderen en een belangrijke vaardigheid die levens redt. Buiten de schooluren leren zwemmen is voor de meeste kinderen een luxe: negen op de tien scholen geven aan dat grote groepen leerlingen buiten de schooluren zelden of nooit naar het zwembad gaan. Nu op veel scholen het aantal zwemlessen daalt en ouders hun kinderen voor privélessen of bij zwemclubs moeten inschrijven, groeien daar de wachtlijsten. Ook daar worden kansarme kinderen het slachtoffer van.
De klimaatverandering zorgt in België voor hogere gemiddelde temperaturen en meer hittegolven. Daardoor stijgt de vraag naar afkoeling in de zomer. De vereniging Outdoor Swimming geeft aan dat het in Antwerpen in een straal van twintig kilometer op geen enkele plaats is toegelaten in open water te zwemmen. Nochtans lenen veel plekken in en rond de stad zich daarvoor. Denk maar aan het centraal gelegen Bonapartedok, het Galgenweel op Linkeroever en het Noordkasteel ten noorden van de stad.
Bovendien keurde de Vlaamse Regering zopas definitief de regelgeving goed die drempels voor extra zwemlocaties verlaagt en lokale besturen de langverwachte bevoegdheid geeft om extra zwemlocaties te voorzien op hun grondgebied.
Al jaren zoekt de stad een private investeerder om een zwembad-formule uit te werken voor het Bonapartedok aan het MAS. De vzw Waterland organiseerde afgelopen zomer Zalige Zwemdagen in 4 steden, waaronder Antwerpen. De eerste Zalige Zwemdagen in het Bonapartedok waren een succes. Als een vzw dat kan, moet een stad dat toch ook kunnen realiseren? Waarom jaren wachten op private investeerders? Volgens een BLOSO-studie moeten er in de provincie Antwerpen elf à twaalf zwembaden bijkomen om het tekort weg te werken. Van het sluiten van zwembaden kan voor ons dan ook geen sprake zijn.
Nu hebben we in de stad maar twee buitenbaden: Boekenberg en De Molen. Bij mooi weer is er niet genoeg plek en door het tekort aan redders besliste het stadsbestuur in de zomer van 2023 nog beide zwembaden meer dan de helft van de week te sluiten. Na protest van de zwemmers en na tussenkomst van PVDA- districtsraadslid Manal Toumi uit Deurne werd deze beslissing teruggedraaid.
De tarieven van het sport- en vrijetijdsaanbod kunnen een troef zijn van een sociaal beleid. Ze voor buurtsportactiviteiten en voor zwembeurten verlagen, zorgt voor meer sportende Antwerpenaren. We kunnen vanuit de stad ook meer tussenkomen in het lidgeld van sportclubs. Het huidige stadsbestuur slaagt er niet in gunstige voorwaarden voor tickets af te dwingen bij privé-uitbaters van sportinfrastructuur. Het Antwerpse OCMW springt ook niet langer financieel bij voor kansarmen die een gevechtsport beoefenen. Voor andere sporten bestaat die toeleg wel, maar de stad vindt gevechtsporten ‘geen zinvolle vrijetijdsbesteding’. Nochtans bereiken bijvoorbeeld onze Taekwondoclubs veel jongeren, ook jongeren uit kansengroepen. Zij trainen er in een context van samenwerking en wederzijds respect en dat verdient de volle steun van de stad.
Want er blijven heel wat drempels bestaan om mee aan sport te doen. Volgens een bevraging van het Antwerps Jeugdsectoroverleg bij duizend jongeren trekt het aanbod vooral kinderen en jongeren aan uit gegoede families, die hun weg kennen en vinden in het informatieaanbod. Dat moet beter. Investeringen in sport- en vrijetijdsaanbod moeten ervoor zorgen de drempels weg te werken, zodat bredere lagen van de bevolking gaan gebruikmaken van de sportinfrastructuur. De prioriteit is het ondersteunen van sportwedstrijden met een lokale en populaire inbedding, en niet het financiële opbod voor superprestigieuze evenementen. We gaan voor een sportaanbod dat voor jongeren bijvoorbeeld publieke fitnessruimtes bevat en dat divers genoeg is voor vrouwen en senioren. Zalen met ruime openingsuren zijn cruciaal om jong en oud samen te laten sporten.
Drie. Verbindende sport
- We werken samen met organisaties van het jeugdwerk en het buurtwerk om in alle buurten sportopbouwwerkers in te planten.
- We stimuleren lokale organisaties om sporttoernooien op touw te zetten die verschillende buurten verbinden.
- We zorgen voor informele sportvelden in alle delen van de stad.
Meer achtergrondinformatie
Sportend en in de sportclubs leren mensen elkaar kennen en kunnen ze zich sociaal ontplooien. Samen sporten werkt verbindend.
We gebruiken sport en spel om buurten aan elkaar te smeden. Antwerpen heeft een prachtige rijkdom aan sportclubs. Ze bereiken week na week tienduizenden jongeren en volwassenen. Heel wat clubs, zoals als City Pirates en Gembo koppelen hun laagdrempeligheid aan een groot sociaal engagement en organiseren bijvoorbeeld huistaakbegeleiding naast hun sportaanbod.
Initiatieven als La Liga 2140 en het grootschalige voetbaltoernooi in de zomer van 2023 in Park Groot Schijn brengen jongeren van verschillende pleintjes of zelfs uit alle hoeken van het land samen en geven hen ongelooflijke kansen. We moeten zulke werkingen en initiatieven erkennen, ondersteunen en uitbouwen over de stad. Met participatie van de buurt en met inspraak van de sportclubs.
Ook buiten clubverband moet sporten in de publieke ruimte kunnen. Op die manier kunnen buurtbewoners elkaar leren kennen. We betrekken de buurt proactief bij de heraanleg van sportveldjes. De sportnoden brengen we in kaart vooraleer de plannen worden opgemaakt.
Vier. Gezondheid voor iedereen
- We breiden het aanbod van de beweegcoaches uit.
- We brengen jongeren in beweging via de scholen.
- We verbinden informele sportinfrastructuur met toegang tot en uitbreiding van de natuur.
Meer achtergrondinformatie
Sporten is gezond. Bewegen draagt bij aan het mentale welzijn en aan de fysieke gezondheid en het verkleint het risico op chronische aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, obesitas, suikerziekte. Deze aandoeningen vormen de grootste oorzaak van overlijden en van 90% van de maatschappelijke ziektelast, ook van het gezondheidsbudget in ons land. De waarde van bewegen valt dus niet te overschatten. Investeren in sport is aan preventie doen, zorgt voor een gezondere samenleving en betaalt zich op termijn ruimschoots terug.
Naar het voorbeeld van de gezondheidskiosk op het Terloplein in Borgerhout verlagen we de drempel naar beweegcoaches ook in de andere districten. In een gezondheidskiosk kunnen mensen uit de buurt terecht met hun vragen rond gezondheid, beweging en voeding. De beweegcoaches bieden er samen met andere gezondheidswerkers zoals een diëtist, een tabacoloog en een community health worker eenvoudige en juiste informatie en brengen mensen desgevallend laagdrempelig in contact met de juiste persoon of organisatie.
Uit de Belgische Gezondheidsenquête van 2018 blijkt dat 16 procent van de jongeren uit het Vlaamse Gewest overgewicht heeft en 5 procent van de Vlaamse jongeren kampt met obesitas. Via de scholen kunnen we hen bereiken en aan het sporten zetten. De Sport Na School-pas is een stap in de goede richting, maar dient gratis te zijn zodat elke jongere toegang heeft.
Ook de natuur heeft een positieve invloed op onze gezondheid. We willen sportinfrastructuur verbinden met groene plekken. Zo kunnen we van deze positieve invloed genieten en tegelijk de natuur beschermen en waar mogelijk uitbreiden.