ONDERWIJZENDE STAD
Ieder kind heeft het in zich wetenschappelijke, technische, artistieke en taalkundige vaardigheden te ontwikkelen. Ons onderwijs kan al dat talent doen schitteren en de sociale ongelijkheid bestrijden. Maar vandaag staat het op springen: lerarentekort, financiële problemen, hoge schooluitval… In het buitengewoon onderwijs in Antwerpen is er voor bijna 700 kinderen geen plek. Tijd voor verandering. We willen excellent onderwijs voor iedereen. We zorgen voor meer handen in de klas en hebben aandacht voor de ontplooiing van elke jongere in onze stad.
Achtergrond
Voor ons is onderwijs de manier bij uitstek om ongelijkheden in de maatschappij weg te werken. Jongeren emanciperen en zich laten ontplooien tot hun mooiste zelf, ongeacht hun thuissituatie, taal of afkomst: dat is het doel. Dat staat in schril contrast met wat het beleid in Vlaanderen, maar ook in Antwerpen doet. “Het streven naar excellentie moet primeren boven een verkeerd begrepen gelijkheidsstreven”, zegt de Antwerpse burgemeester Bart De Wever. Hij vergeet dat excellent onderwijs een gelijk onderwijs is. Waarbij iedereen gelijke kansen krijgt en je toekomst niet afhankelijk is van de portefeuille van je ouders.
In Antwerpen heeft het asociale beleid desastreuze gevolgen. In het vierde leerjaar van de secundaire scholen in de stad heeft al 21% van de leerlingen minstens één jaar schoolse vertraging. Op secundaire beroepsscholen loopt dat cijfer op tot meer dan 43%. Een op de vier jongeren verlaat in onze stad de schoolbanken zonder enig getuigschrift. Dat kan en moet anders.
Het stadsbestuur heeft het ook niet hoog op met de technische en beroepsrichtingen. Het censureerde het gedicht ‘Losgeld’ van stadsdichter Ruth Lasters. Het vond haar gedicht “te politiek”. Het gedicht stelt de ongelijkheid aan de kaak tussen wat “de A- en de B-leerlingen” heet, een ongelijkheid die ons onderwijs in alle geledingen in zich draagt.
Wij bouwen in Antwerpen aan een onderwijs van de toekomst. Waar leerlingen zich thuis voelen in de school, uitgedaagd en gevormd worden vertrekkend van hun eigen talenten. Waar leerkrachten waardering krijgen en kunnen doen waar ze het beste in zijn en wat ze het liefste doen: lesgeven. De jongeren zijn de toekomst. Wij hebben alle talenten nodig om die toekomst vorm te geven.
We blijven met de PVDA niet bij de pakken zitten. Onze jongerenbeweging Redfox organiseert elk jaar open Boostdays met studiezalen waar jongeren in alle rust kunnen studeren met hulp van leerkrachten die op al hun vragen kunnen antwoorden. Ook onze studentenvereniging Comac gaat elk jaar met honderden studenten op collectieve blok! Zodat ook studenten die thuis de plaats niet hebben, zich toch goed op de examens kunnen voorbereiden.
Wat wij willen
Een. Werk de ongelijkheid weg
- Een op de vier jongeren verlaat de school zonder diploma. Onaanvaardbaar! We laten geen enkele jongere zomaar los.
- We gaan in tegen het ‘watervalsysteem’ waarbij jongeren ‘afzakken’ van ASO-richtingen naar technische. We spreken niet meer over ‘A- en B-leerlingen’. We tonen respect voor jongeren die een stiel leren.
- We streven naar kleinere klassen waar er meer aandacht kan gaan naar individuele leerlingen. Dit is goed voor leerkracht en leerling.
- We zetten in op samenwerking met ouders, jeugdorganisaties en welzijnspartners om spijbelgedrag en ontmoediging tegen te gaan.
- We schaffen de kosten voor middagtoezicht (de boterhammentaks) af.
- We willen gratis gezonde warme maaltijden op school voor alle leerlingen. We investeren in extra mensen en middelen zodat dit niet als extra last bij het onderwijzend personeel terechtkomt.
- We schaffen de kosten voor de voor- en nabewaking af zodat gezinnen daar niet meer op te hoge financiële drempels botsen.
- We bewaken de maximumfactuur in het secundair stedelijk onderwijs en helpen de scholen om de schoolkosten voor leerlingen te drukken.
- We zorgen dat op elke school hygiëneproducten gratis en toegankelijk zijn.
Meer achtergrondinformatie
De Vlaamse school is de school van de ongelijkheid. Ons onderwijs is kampioen in het reproduceren van de sociale ongelijkheid. Niet talent en doorzettingsvermogen bepalen je schoolloopbaan en je positie in de samenleving daarna, maar je afkomst. Leerlingen uit kansarme gezinnen zijn oververtegenwoordigd in de statistieken van schoolse vertraging en schoolse mislukking.
Dat is in Antwerpen niet anders. In het vierde leerjaar van het secundair onderwijs in de stad heeft al 21% van de leerlingen minstens één jaar schoolse vertraging. In de secundaire beroepsscholen loopt dat cijfer zelfs op tot 43%. Een op de vier jongeren verlaat in onze stad de schoolbanken zonder enig getuigschrift.
De sociale ongelijkheid op school wordt sterk in de hand gewerkt door de schoolse segregatie: arme en rijke concentratiescholen bestaan naast elkaar. De sociale segregatie in de scholen is groter dan die in de wijken.
We hebben een beleid nodig dat die kloof doortastend afbouwt. We willen een school waar alle kinderen slagen, ook zij die het thuis sociaal en financieel moeilijker hebben. Alle kinderen moeten op school de nodige hulp krijgen, in kleine klassen met goed opgeleid personeel, zodat zittenblijven vermeden kan worden.
We gaan in tegen het ‘watervalsysteem’ waarbij jongeren ‘afzakken’ van 'doorstroom' (de oude ASO-richtingen) naar 'arbeidsmarktgeoriënteerd' (de technische en beroepsrichtingen). We spreken niet meer over A- en B-leerlingen. We tonen respect voor jongeren die een stiel leren. We zetten in op samenwerking met ouders, jeugdorganisaties en welzijnspartners om spijbelgedrag en ontmoediging tegen te gaan.
De ongediplomeerde uitstroom heeft veel vandoen met het tekort aan leerkrachten. Die hebben het zo moeilijk om hun werklast de baas te kunnen, dat ze kwetsbare jongeren niet altijd de nodige ondersteuning kunnen bieden.
Het initiatief A’REA UP van de stad Antwerpen, wil inzetten op het terugdringen van het aantal vroegtijdige schoolverlaters, Ondanks de goede wil zijn de resultaten bedroevend. Er is nog meer ongediplomeerde uitstroom. Er is een structurele aanpak nodig. Overbevraagde leerkrachten en welzijnswerkers kan je niet zomaar laten samenwerken als het water hen al aan de lippen staat.
Ons onderwijs is te duur. Een op de drie gezinnen heeft problemen om de schoolrekeningen te betalen. De maximumfactuur dekt helaas niet alle schoolkosten. Middagstudie en voor- en nabewaking dikken haar fel aan. Die willen we afschaffen. In het secundair lopen de kosten nog hoger op.
De kinderarmoede in onze stad is hoog. De verhalen over lege boterhamdozen en over ongezonde lunches zoals chips en koude frieten blijven ook in onze stad schering en inslag. Dat kunnen we nochtans relatief eenvoudig oplossen met gezonde en voedzame warme maaltijden op school voor iedereen, zonder stigmatisering van de kinderen uit arme gezinnen. Met het project Smakelijke School probeert de stad daarop in te spelen, maar het project heeft nog veel ruimte voor verbetering. Slechts de helft van de Antwerpse scholen doet mee. En in heel veel gevallen gaat het over een stuk fruit tijdens de pauze en niet over een volwaardig middagmaal. Het project bezorgt de scholen ook een hoge planlast, waardoor ze maar gedeeltelijk deelnemen. De praktische organisatie van de maaltijden op school komt immers dikwijls op de schouders van het schoolpersoneel terecht.
We verlagen de planlast en helpen scholen met het praktisch organiseren van warme maaltijden op school. We voorzien hiervoor extra mensen en middelen en waar mogelijk heropenen we de schoolkeukens.
Meisjes missen regelmatig lessen op school wanneer ze hun regels hebben omdat ze geen hygiëneproducten kunnen betalen. Menstruatiearmoede raakt vooral kwetsbare meisjes die daardoor kansen missen. Wij pleiten voor gratis vrij toegankelijke hygiëneproducten op elke school.
Twee. Pak het lerarentekort aan: kleinere klassen en meer leerkrachten
- Verlaag de werkdruk! We streven naar kleinere klassen van maximaal 15 leerlingen tot het tweede leerjaar en maximum 20 in de volgende jaren.
- We zetten in op begeleiding van startende leerkrachten doormiddel van junior-seniorprojecten en geven hen tijd om zich voor te bereiden dankzij een ‘inwerkjaar’. Het verlaagt de werkdruk voor oudere leerkrachten en de startende leerkrachten kunnen steunen op de ervaring van meer ervaren collega’s.
- Voldoende zorgleerkrachten geven individuele leerlingen ondersteuning met specifieke problemen of noden en ontlasten op die manier ook de klasleerkracht.
- We zetten de Antwerpse lerarenopleidingen in de kijker en sporen actief Antwerpse jongeren en zij-instromers aan om in het onderwijs te stappen.
- We rekenen af met omslachtig, tijdrovend en overbodig papierwerk en nutteloze vergaderingen, zodat leerkrachten meer tijd kunnen besteden aan lesgeven.
- We heffen het verbod op levensbeschouwelijke tekens op zodat heel wat jonge leerkrachten eindelijk hun talent kunnen inzetten.
Meer achtergrondinformatie
Leerkrachten willen alle leerlingen van de klas vooruit zien gaan. Daar hebben we kleinere klassen voor nodig. Onderzoek in de VS vergeleek de resultaten van leerlingen die gedurende vier leerjaren (van 6 tot 10 jaar) respectievelijk met 13 à 15 dan wel met 22 à 25 in een klas hadden gezeten. De leerlingen uit de kleinere klasjes behaalden in hun schoolloopbaan daarna een gemiddelde leerwinst van meer dan een jaar en haalden ook betere resultaten in het hoger onderwijs. Bovendien: alle leerlingen uit die kleine klasjes boekten een grote leerwinst en de leerlingen uit de kansarme gezinnen nog het meest.
We willen het aantal leerlingen per klas beperken tot ongeveer 15 in de kleuterschool en in de eerste twee jaren van het lager onderwijs, en tot 20 in de volgende jaren van het lager en secundair onderwijs.
Kleinere klassen, dat vraagt extra leerkrachten. Met het huidige lerarentekort is het aan de stad te investeren in het lerarenkorps. Te veel leerkrachten stoppen, te weinig jongeren uit de stad willen nog leerkracht worden.
We zetten in op de begeleiding van startende leerkrachten. We voorzien voor hen een inwerkjaar en gaan voor een systeem van “junior-senior” begeleiding. De mentors in dit systeem zijn ervaren leerkrachten in de eindfase van hun carrière. Nemen zij een mentor-rol op zich, dan kunnen ze hun werkdruk een beetje verminderen. Zo vergemakkelijken we enerzijds de job van beginnende leerkracht en bieden we anderzijds loopbaanperspectieven aan ervaren leerkrachten.
Helemaal onbegrijpelijk is het hoofddoekenverbod. Het huidige stadsbestuur heeft dat actief in stand gehouden. Verschillende keren stemde Jinnih Beels, de Vooruit-schepen van onderwijs, tegen de afschaffing ervan : "iedere school kiest zelf”. Heel wat gemotiveerde nieuwe leerkrachten worden zo op voorhand al uitgesloten. Op die manier wordt heel wat talent aan de kant gezet. Het verbod op het dragen van levensbeschouwelijke symbolen moet opgeheven worden. Het zou het lerarentekort helpen oplossen én het zou een sociale maatregel zijn die de diversiteit van onze stad in het licht zet. Het lerarenkorps dient een afspiegeling te zijn van de superdiverse stad die Antwerpen is.
Te weinig Antwerpse jongeren worden aangetrokken tot het lerarenberoep. De stad telt verschillende lerarenopleidingen. Die zetten we extra in de kijker om jongeren en zij-instromers te overtuigen voor het beroep.
Drie . Geef jongeren een stem op school
- We verlenen scholen ondersteuning om de leerlingenraad te begeleiden en om ook andere vormen van leerlingenparticipatie te organiseren.
- Scholen vragen steeds advies aan de leerlingenraad rond leefregels, kledijregels en schooluitstappen.
- Directies motiveren hun antwoord bij elk advies of elke vraag van de leerlingenraad.
- We ondersteunen de scholen om een meldpunt in te richten waar jongeren in vertrouwen terechtkunnen wanneer ze discriminatie, racisme of seksisme ervaren in of rond de school.
- We ondersteunen initiatieven van leerlingen die zich organiseren om op hun school en in de buurt op te komen tegen maatschappelijke problemen zoals racisme en alle vormen van discriminatie.
Meer achtergrondinformatie
Het gaat altijd en in moeilijke woorden over de jongeren, over onderwijs, over de achteruitgang ervan enzovoort. Maar de stem van de jongeren zelf? Daar wordt maar zelden naar gevraagd. Wij vinden het belangrijk dat jongeren inspraak hebben in wat over hen gezegd en beslist wordt. Comac, RedFox en De Pioniers, de drie jongerenbewegingen van de PVDA, zijn dagelijks bezig met wat jongeren zelf vinden. Of het nu gaat over kinderen in de lagere school, scholieren in het middelbaar, of studenten, zij hebben allemaal het recht zich te laten horen!
We stimuleren en ondersteunen de oprichting van leerlingenorganisaties op alle scholen naar het voorbeeld van de gay-straight alliances waarmee leerlingen zelf acties ondernemen om holebifobie en transfobie, maar ook racisme en alle vormen van discriminatie op school en daarbuiten tegen te gaan.
Jongeren ervaren dagelijks racisme en seksisme: op straat, in de sportclub, maar ook op school. De school moet een veilige basis zijn voor leerlingen waar ze zichzelf kunnen zijn. Daarom voorzien we op alle middelbare scholen een toegankelijk meldpunt voor seksisme en racisme waar leerlingen op een laagdrempelige manier terechtkunnen wanneer ze ergens over willen praten.
Het streven naar inclusie gaat veel verder dan alleen de speelplaats en de klas. Ook in de leraarskamer ervaren mensen nog vaak problemen vanwege hun geloof en achtergrond. Daarom schaffen we het verbod op het dragen van levensbeschouwelijke symbolen af. We creëren een een omgeving waar iedereen vrij kan zijn om zichzelf te zijn zonder angst voor discriminatie.
Vier. Investeer in de renovatie en nieuwbouw van scholen
- We zetten de financiële inspanningen verder om de renovatie van het verloederde patrimonium aan te pakken.
- Bij de nieuwbouw van scholen houden we de sleutels in handen van de stad. We werken niet met vormen van privaat-publieke samenwerking en rekenen er niet op dat de stad door ‘stedelijke ontwikkelingskosten’ aan te rekenen aan grote bouwpromotoren de achterstand zal inhalen.
- We nemen initiatieven om het tekort aan plaatsen in het stedelijk secundair onderwijs aan te pakken.
- We zetten prioritair in op het capaciteitstekort in technische secundaire scholen, het buitengewoon onderwijs en het aanbod voor anderstalige nieuwkomers.
Meer achtergrondinformatie
Er werd de voorbije jaren al veel geïnvesteerd in de renovatie en nieuwbouw van scholen en dat is goed. Maar we blijven kampen met een capaciteitstekort. En door de manier waarop de stad scholen bouwt en renoveert, geeft ze de sleutels ook nog eens uit handen. Want veel gebeurt met privaat-publieke constructies, onder andere met consortia van banken. Bij zulke constructies zijn de lusten voor de privé en de lasten voor de overheid. Wij zorgen ervoor dat alle schoolgebouwen in publieke handen blijven en dat de renovaties en bouw ervan op een eerlijke en veilige manier verlopen, zonder eindeloze constructies van onderaannemers. Zo vermijden we drama’s zoals bij de instorting in 2021 van het schoolgebouw in aanbouw in Nieuw Zuid.
Het capaciteitstekort is vooral voelbaar in het Buitengewoon Onderwijs. Heel wat leerlingen met bijzondere noden kunnen vandaag niet naar school of komen terecht in het reguliere onderwijs. Daar hebben de schoolteams noch de middelen, noch de expertise om deze leerlingen de hulp te bieden die ze nodig hebben. Er zijn dringend extra plaatsen nodig in het Buitengewoon Onderwijs. Ook de leersteuncentra moeten nog versterkt worden om kinderen met extra zorgnoden beter te kunnen begeleiden binnen het reguliere onderwijs.
Ook voor de jonge anderstalige nieuwkomers is er een enorm capaciteitstekort. Zij moeten soms heel lang wachten voordat ze in een school terechtkunnen. Voor hen zijn er in Antwerpen meer dan driehonderd plaatsen te weinig. De opvang van deze jongeren wordt nu vaak georganiseerd door vzw’s. Wij willen het capaciteitstekort aanpakken, zodat jonge anderstalige nieuwkom
Vijf. Onderwijs is een zaak van samenwerking, niet van concurrentie
- Elke school krijgt weer een conciërge en onderhoudspersoneel in een vast statutair contract.
- We stoppen raamcontracten met de goedkoopste firma’s aan de laagste lonen. We investeren weer in mensen, in kwaliteit en in zorg.
- We zien onderwijs niet als een concurrentiële markt tussen de verschillende onderwijsnetten. We bevorderen alles wat de samenwerking tussen de onderwijsnetten kan verbeteren op stadsniveau.
Meer achtergrondinformatie
In het basisonderwijs trekken dagelijks zo’n 23 000 leerlingen naar het Antwerpse Stedelijk onderwijs. Daar komen nog eens 7500 middelbare scholieren, heel wat volwassenen en een grote groep leerlingen in het bijzonder onderwijs bij. Naast het Stedelijk onderwijs zijn ook het Gemeenschapsonderwijs en het Vrije net sterk aanwezig in de stad. Er is al een evolutie geweest in de samenwerking tussen de netten, maar het marktdenken sijpelde ook in het onderwijs binnen. Zo kijkt men bv. eerder naar het behaalde “marktaandeel” van de leerlingen, in plaats van naar het effectieve aantal van leerlingen die thuis zitten zonder plaatsje in de klas. Het duwt naar een concurrentie tussen netten, ook in Antwerpen.
Wij daarentegen zien de voordelen van een sterke samenwerking tussen de onderwijsnetten en bevorderen alles wat de samenwerking kan verbeteren op stadsniveau.
We gaan volop voor een Stedelijk onderwijs dat dicht bij de mensen staat, bij de leerlingen, bij de ouders en bij het personeel. We zorgen voor een transparante positieve werksfeer binnen het Stedelijk onderwijs en stappen af van onnodige privatiseringen en uitbestedingen. Wij willen voor elke school een vaste conciërge met een vast statutair contract. Ook de kuisploegen moeten terug in rechtstreekse dienst komen van het Stedelijk onderwijs. Zo komen de mensen en het onderwijs weer centraal te staan en niet de centen.
Zes. Maak onderwijs voor hoofd, hart en handen
- We maken het schoolzwemmen opnieuw haalbaar voor alle jaren van de lagere school door meer zwemwater te voorzien, het gratis te maken en vervoer naar en van het zwembad voor de schoolbesturen te organiseren.
- We herinvesteren in openluchtverblijven zodat stadskinderen kunnen proeven van het buitenleven.
- We stimuleren samenwerkingen tussen de school en de sport- en cultuurverenigingen uit de buurt. Zo verlagen we de drempels voor deeltijds kunstonderwijs zodat alle leerlingen de kans krijgen om hun talenten verder uit te diepen.
- We nemen voorbeeld aan de brede scholen in andere steden en helpen scholen een netwerk uit te bouwen met organisaties uit de buurt.
Meer achtergrondinformatie
Onderwijs is meer dan wiskunde en taal. We willen een onderwijs waarin leerlingen al hun talenten kunnen ontdekken en ontplooien en sport en cultuur even belangrijk zijn.
Antwerpen heeft een tekort aan zwembaden voor de schoolkinderen. Dat zorgt, samen met de hoge prijzen, voor gekke situaties. Leerlingen in het basisonderwijs krijgen vaak slechts één jaar zwemles, onvoldoende om ze veilig en goed te leren zwemmen. Leerlingen die de basisschool verlaten, hebben dikwijls al twee jaar lang geen zwembad meer gezien. Ouders die hun kinderen toch willen leren zwemmen, moeten terugvallen op dure privélessen en zwemclubs. We geven leerlingen toch ook niet een half jaar wiskundeles om dan twee jaar later te verwachten dat ze het allemaal wel nog kunnen? We voorzien de uitbreiding van het stedelijk zwemwater en maken het voor lagere scholen gratis zwemles aan te bieden aan alle klassen.
Tot enkele jaren geleden had het Stedelijk onderwijs bos- en zeeklassen. Deze ‘openluchtverblijven’ waren voor duizenden kinderen een belangrijke deel van hun ontwikkeling. Kinderen, zeker stadskinderen, hebben nood aan de buitenlucht. Met de PVDA willen we dat de stad opnieuw investeert in openluchtverblijven waar al onze jongeren kunnen leren, ontdekken en zich amuseren.
Ook de kinderboerderij verdient meer ondersteuning. Dankzij enthousiaste vrijwilligers leeft ze weer op. Ze doen gouden zaken met veel te beperkte middelen. Wij willen die middelen verhogen en op lange termijn structureel verankeren.
It takes a village to raise a child. Het concept ‘brede school’ sluit daarop aan. We spreken van een brede school wanneer ze is ingebed in de wijk en de wijk is ingebed in de school. Cultuuraanbod en sportaanbod worden in en rond zo’n school aangeboden en de school staat open voor verenigingen uit de buurt.
Kinderen en jongeren krijgen er kwaliteitsonderwijs en leggen er de basis voor een leven lang leren. Rond de brede school ontwikkelt zich een intens sociaal leven, vanaf het moment dat de kinderen hun eerste stapjes door de grote schoolpoort zetten tot het moment dat een van de ouders ‘s avonds in de lokalen een cursus gaat volgen of aan sport komt doen. Misschien kun je in het schoolgebouw terecht voor je boeken omdat er een afdeling van de bibliotheek gevestigd is. De school is ook de plaats waar je ’s woensdags of in het weekend les volgt in muziek, woord, dans of media. De school als ‘ons dorp’. Zo verlagen we de drempel om deel te nemen aan het deeltijds sport- en cultuuronderwijs en stimuleren we de brede ontwikkeling van leerlingen en ouders.
In Antwerpen komt dit initiatief heel traag op gang. Er zijn nog te weinig scholen die ‘brede scholen’ genoemd kunnen worden. Het is de taak van de stad om scholen en organisaties te ondersteunen in het uitbouwen van deze netwerken. We voorzien mensen en middelen om er succesverhalen van te maken. We nemen een voorbeeld aan steden waar de brede school op veel plekken al ingeburgerd is.
Zeven. Maak van Antwerpen een echte studentenstad
- We blazen het studentenleven opnieuw leven in en stimuleren een brede diversiteit aan activiteiten en verenigingen zodat iedere student zijn of haar gading vindt.
- We investeren in publieke betaalbare koten en stimuleren renovaties van versleten koten. We controleren streng op huisjesmelkerij en begrenzen de kotprijzen.
- We openen meer studieruimtes voor studenten die tijdens examenperiodes op zoek zijn naar een rustige plaats om zich te kunnen voorbereiden.
- We herinvesteren in stadsinfrastructuur zoals de uitleendienst zodat studentenverenigingen gratis gebruik kunnen maken van deze faciliteiten voor hun activiteiten.
- We breiden de werking van Gate 15 uit om meer jongeren te bereiken en te helpen bij hun studies.
- We dringen aan op een verlaging van de inschrijvingskosten zodat iedereen toegang krijgt tot het hoger onderwijs.
Meer achtergrondinformatie
Elk jaar groeit het aantal studenten in Antwerpen. Daar is de stad fier op. Toch blijft de ondersteuning vanuit de stad aan studenten en hun verenigingen eerder beperkt. Het studentenleven in de binnenstad is na de coronacrisis niet hersteld en hoewel de universiteit en de hogescholen een superdiverse studentenpopulatie hebben, is de diversiteit in het aanbod aan activiteiten heel beperkt. Wij vinden het een prioriteit alle studenten en hun verenigingen zoveel mogelijk te ondersteunen.
Tot voor kort was veel van de stadsinfrastructuur gratis voor erkende studentenverenigingen. Ondertussen lopen de facturen voor het uitlenen van materiaal voor evenementen hoog op. We pleiten voor het opnieuw gratis maken van stadsinfrastructuur zoals de uitleendienst.
Huisvesting voor studenten vormt een groot probleem in de stad. Koten zijn de laatste jaren veel duurder geworden, al is hun kwaliteit niet verbeterd. Om van de stad een toegankelijke studentenstad te maken, moeten we samen met de instellingen van het hoger onderwijs investeren in nieuwe, betaalbare publieke koten. We controleren streng op huisjesmelkerij van kotbazen, we stimuleren de renovatie van versleten koten en onderzoeken hoe we de kotprijzen kunnen plafonneren.
Anders dan in het lager en secundair onderwijs bestaat er geen maximumfactuur voor hogere studies, daardoor kunnen de kosten enorm oplopen. Tel daarbij de gestegen kotprijzen en de levensduurte die in het algemeen sterk gestegen is, en je zit met een extra hoge druk bij studenten om naast het studeren nog een of meer studentenjobs aan te nemen. Hierdoor hebben deze studenten minder tijd voor de studies en dit heeft vaak een negatief effect op de studieresultaten. We dringen aan op een verlaging van het inschrijvingsgeld zodat hogere studies toegankelijker worden voor iedereen.
Met Gate 15 wil de stad studenten bij elkaar brengen om ze te ondersteunen in het studentenleven. Dat huis voor de student levert al goed werk maar we verhogen het bereik ervan om meer studenten te kunnen betrekken.
Veel studenten zoeken tijdens examenperiodes een rustige plek om te studeren. Bibliotheken zitten snel bomvol en ook andere plaatsen zijn snel volzet. We willen nog meer werkplekken aanbieden. Zo krijgen ook jongeren die thuis geen ruimte hebben voor een eigen bureau, de kans zich degelijk voor te bereiden op de examens.