Niemand hoeft op straat te slapen

Iedereen heeft recht op een eigen thuis. Toch zijn steeds meer Antwerpenaren dak- of thuisloos. Dat is voor een rijke havenstad onaanvaardbaar. Via het “housing first”-principe zorgen we voor een woning voor iedereen. De stad doet geen uithuiszettingen meer in haar eigen woningen.

Wat we willen

Iedereen een dak boven het hoofd

  • We zetten in op ‘Housing first’. Deze aanpak van dakloosheid zorgt eerst zo snel mogelijk voor een vaste woning en bouwt dan gepaste begeleiding uit zodat mensen hun woning niet opnieuw verliezen. Dat model breekt met het idee dat je mensen eerst moet 'trainen' vooraleer ze zelfstandig gaan wonen. Het heeft veel succes.
  • We voorkomen dat mensen uit hun huis gezet worden en zetten zelf geen mensen met deurwaarders uit noodwoningen van de stad. We zorgen voor oplossingen in plaats van zelf dakloosheid te installeren.

Iedereen heeft recht op een eigen thuis. Toch zijn steeds meer Antwerpenaren dak- of thuisloos. Dat is voor een rijke havenstad onaanvaardbaar. Via het succesvolle Housing first bestrijden we het probleem van dak- en thuisloosheid. De stad doet geen uithuiszettingen meer in haar eigen woningen.

Waarom is dat nodig?

Het recht op behoorlijke huisvesting is een basisrecht, een mensenrecht. Weten waar je elke nacht slaapt. Jezelf, je familie en je bezittingen veilig weten. Een plek hebben waar je alleen kan zijn. Dat is allemaal cruciaal om in waardigheid te leven. Een thuis is de plek waarvan je vertrekt om een leven uit te bouwen. 

Voor veel Antwerpenaren is wonen een bron van zorgen en frustratie. De woningen zijn peperduur en van slechte kwaliteit. Bijna de helft van de private huurders en van de mensen die een woning afbetalen, geeft meer dan een derde van het inkomen uit aan de woning. Drie op de tien private huurders in Antwerpen houdt na het betalen van de huur zelfs onvoldoende over om menswaardig te kunnen leven. Wekelijks worden 232 huurders in de stad bedreigd met een uithuiszetting. De kwaliteit van vele woningen in Antwerpen is onvoldoende: slechte isolatie, te kleine ruimtes, vocht en onveilige situaties… Zo kan je huis geen echte thuis zijn. 

Onstabiele en slechte woonsituaties hebben een grote impact op het leven van mensen. Ze hebben een negatieve invloed op de gezondheid en op de ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren. Ze zorgen voor stress en angst. Een stabiele job vinden, je studies afmaken, je kinderen een goede opvoeding geven, relatieproblemen of een verslaving aanpakken… het is allemaal heel veel moeilijker in een precaire woonsituatie. 

Door de wooncrisis aan te pakken, bestrijden we tegelijk de armoede in onze stad. Een kwart van de kinderen groeit op in een kansarm gezin. Een grote groep gezinnen kan net het hoofd boven water houden. Als we erin slagen de woonprijzen te verlagen, geven we hen meer financiële ruimte. En als we de kwaliteit van de woningen verbeteren, geven we meer fysieke ruimte en verlichten we stress en emotionele belasting. 

Een van de gevolgen van de wooncrisis is de groeiende dak- en thuisloosheid. Een tegenslag in het leven zoals een scheiding, huiselijk geweld, de huisbaas die je huurhuis wenst te verkopen… het kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen. 

Een gezin met vier kinderen uit Wilrijk kreeg het nieuws te horen dat de huisbaas het huurcontract opzegde. Beide ouders werkten en konden een huur tot 1200 euro ophoesten. Maar daar hebben ze twee jaar lang zonder resultaat naar gezocht. Van Ekeren tot Bornem, overal vingen ze bot. Ze werden ei zo na dakloos. 

Een jonge acteur kreeg ruzie met zijn vriendin. Ze verbrak de relatie en hij kwam alleen te staan. Overmeesterd door depressieve gedachten en schuldgevoelens vergat hij zijn huur te betalen. Door een spiraal van schaamte belandde hij uiteindelijk op straat.

De situatie is heel ernstig in Antwerpen. 3500 mensen zijn er dak- of thuisloos, van wie 900 kinderen. Ze verblijven in een instelling of slapen in een garage, op de zetel bij vrienden en in het ergste geval op straat. Mensen geraken almaar moeilijker aan een stabiele thuissituatie. De wachtlijsten bij beschut wonen, bij sociale huisvesting en bij goedkope serviceflats zijn ellenlang. Op de privé-markt moet je met tientallen concurreren voor een appartement. De sociale werkers die mensen moeten begeleiden, zijn in Antwerpen overbevraagd. Ze kunnen niet actief mee helpen zoeken. In sommige gevallen krijgen de personen in nood een adressenlijstje van immoweb afgedrukt.

De nachtopvang in de gebouwen Victor, De Biekorf en het Zorgbedrijf is chronisch overbezet. In de eerste helft van 2024 werd daar maar liefst 350 keer een dakloze geweigerd omwille van het plaatstekort. Het schrijnende is dat er vaak wél bedden beschikbaar zijn, maar dat die niet gebruikt mogen worden. Elk jaar halveert de schepen de nachtopvang namelijk tussen april en november. Dagelijks bellen mensen naar de dispatch en krijgen ze te horen dat er geen plek is. Ze proberen bij kennissen of vrienden op de zetel te slapen, spenderen hun laatste centjes aan een overnachting in een hotel of slapen op straat. De stad kan het elementairste mensenrecht: een warm en veilig bed voor de nacht, niet waarborgen. 

Ieder jaar sterven zo’n dertig Antwerpenaren te vroeg als gevolg van het zware leven in dakloosheid: de zogenaamde straatdoden. Soms sterven ze effectief op straat in erbarmelijke omstandigheden, zoals Mike en Wesley in de ondergrondse parking van het centraal station.

Het stadsbestuur zorgde de afgelopen jaren voor meer noodwoningen, maar dat ging ten koste van betaalbare stadswoningen. Het stadsbestuur zette zelfs precaire huurders uit die stadswoningen. Van de ene dag op de andere besloot het de huurcontracten stop te zetten en van de woningen tijdelijke noodwoningen te maken. De huurders moesten hun plan maar trekken en dreigden op hun beurt dakloos te worden. De wereld op zijn kop.

Hoe bieden onze voorstellen een antwoord op de problemen?

We willen voor elke Antwerpenaar het recht op behoorlijke huisvesting garanderen. Daarvoor moeten we de wooncrisis aanpakken, woningen moeten betaalbaar en degelijk zijn. We zetten ook in op het voorkomen van uithuiszettingen. Als stadsbestuur zetten we zelf geen mensen uit hun huis en geven zo het goede voorbeeld. Voorkomen is ook bij dakloosheid beter dan genezen.

We hanteren de aanpak van Housing first bij mensen die dak- of thuisloos zijn. Deze aanpak heeft bewezen heel doeltreffend een einde te maken aan dakloosheid. Housing first zorgt ervoor dat mensen in moeilijkheden eerst zo snel mogelijk een vaste woning hebben, om vervolgens de andere problemen in hun leven aan te pakken. Deze aanpak voorziet voldoende begeleiding op maat door maatschappelijk werkers, zodat mensen hun woning duurzaam kunnen blijven behouden.

Wat een verschil met de aanpak van vandaag! Nu wordt van mensen in dakloosheid verwacht dat ze werk vinden of een opleiding volgen, eventuele verslavings- of budgetproblemen oplossen en tegelijk naar een woning zoeken. Probeer maar eens je werk te behouden als je elke nacht aangewezen bent op de nachtopvang! Zo blijven mensen vaak voor een lange periode dakloos en krijgen ze meer in plaats van minder sociale problemen.

Van Amsterdam tot Kopenhagen, van Lissabon tot Boedapest, de projecten van Housing first werken. En Finland is ermee op weg de dakloosheid helemaal uit te roeien. De overgrote meerderheid van de mensen die zo geholpen worden, heeft na jaren nog altijd een vaste woning. Zelfs neoliberale denktanks als het Itinera Insitituut pleiten voor deze aanpak omdat hij zo efficiënt is en het minst kost aan de maatschappij. “Het is een aanpak die zichzelf terugbetaalt”, zegt CEO Karel Volkaert. Onderzoek wijst uit dat een leven in dakloosheid de overheid 40.000 tot 85.000 euro per jaar kost. En dan tellen we de humane kost er nog niet bij. 

Housing First is een aanpak waarmee veel mensen die al jaren op straat leven, gebaat kunnen zijn, maar niet iedereen, zo zeggen onderzoekers en medewerkers van nachtopvangcentra. Voor een kleine groep mensen voor wie alleen wonen te hoog gegrepen is, blijft noodopvang nodig of moeten we durven kijken naar creatieve woonvormen. 

Naast Housing first blijft er dus nood aan nachtopvang. We voorzien het hele jaar door noodopvang voor dak- en thuislozen op de volledige capaciteit en met de gepaste personeelsbezetting. Geen dagelijkse weigeringen aan de deur, al staan er nog bedden leeg. We bieden niet alleen onderdak, maar proberen vanuit de opvang een vertrouwensrelatie te ontwikkelen en de mensen te begeleiden naar verdere hulp. We besparen niet op het sociaal werk, zoals het vorige stadsbestuur dat tijdens de energiecrisis van 2022 deed, maar we voorzien voldoende middelen.

Eens de acute woonsituatie is opgelost, werken we door op de andere levensterreinen. Werken en studeren blijven de pijlers voor een betekenisvol, sociaal leven met zekerheid. Tegelijk kijken we ook welke mogelijkheden en aspiraties de betreffende personen hebben.

Hoe verschilt wat wij willen met wat het stadsbestuur wil?

De wooncrisis, is de afgelopen jaren verergerd. 900 Antwerpse kinderen zijn dak- of thuisloos. Dat is een stad onwaardig. Er is eenzijdig ingezet op dure nieuwbouw met projectontwikkelaars en op het aantrekken van tweeverdieners. Je krijgt de indruk dat het stadsbestuur mensen met een lager inkomen liever ziet vertrekken. Alleszins is het sociale beleid met de handrem gevoerd. Vooruit heeft niet voor een kentering kunnen zorgen.

Mede onder druk van de PVDA is er gezorgd voor een ziekenboeg en kwamen er nieuwe opvanginitiatieven voor jongeren en die zijn 24/7 open. Maar dat is helaas onvoldoende om de noodsituatie aan te pakken.

De N-VA en schepen Els van Doesburg blokkeerden de bouw van nieuwe sociale woningen en van betaalbare woningen. Ze weigeren de huurprijzen te begrenzen. Hun discours is onverholen rechts. Ben je arm, dan komt het door je eigen foute keuzes: dat is hun vertrekpunt. 

In de nacht van 5 op 6 november 2021 stierven twee jongemannen, Mike en Wesley, in de ondergrondse parkeergarage van het Astridplein. Voor de camera’s van ATV verklaarde de burgemeester dat de meeste daklozen “toxicomaan” en “totaal haveloos zijn” en “een bijna dierlijke manier van leven” hebben. Deze harde uitspraken raakten veel hulpverleners en Antwerpenaren diep. “Het zijn niet de mensen die beschamend zijn”, repliceerde Peter Mertens in de gemeenteraad. “Het zijn de omstandigheden in onze samenleving die beschamend zijn.”

Met de PVDA hebben we jaren strijd geleverd tegen het privatiseren van de daklozenopvang. Voormalig schepen Fons Duchateau van N-VA wilde dagcentrum De Vaart niet langer door een sociale organisatie laten runnen, maar door bewakingsfirma G4S. Een brede coalitie van sociale organisaties en de hogeschoolopleidingen Maatschappelijk Werk heeft dat kunnen tegenhouden.

Toen PVDA-gemeenteraadslid Mie Branders vernam dat Sylvia en haar man Bart met hun vier kinderen uit een noodwoning van de stad zouden worden gezet, bleef ze niet bij de pakken zitten. Ze stapte samen met Sylvia naar de pers en voerde een tenten-actie aan de gemeenteraad. De stad stuurde een deurwaarder met dreigbrieven en gepeperde rekeningen naar Sylvia. Die was ten einde raad omdat ze geen woning vond. Het stadsbestuur verdedigde de aanpak om met deurwaarders mensen extra onder druk te zetten. Ze moesten maar iets anders vinden. Ei zo na werd Sylvia dakloos, maar gelukkig vonden we door het naar buiten brengen van haar verhaal een woning.

____________________

1https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/09/28/ulb-studie-elke-dakloze-persoon-kost-40-000-euro-per-jaar/

 

Veelgestelde vragen

We kunnen toch niet iedereen aan een woning helpen?

Gaan we met Housing first geen dak- en thuislozen aantrekken van buiten Antwerpen?

Krijgen dakloze mensen een woning terwijl anderen moeten blijven wachten?