GEZONDE STAD
Geen sector steunt meer op mensenwerk dan de gezondheidszorg. Elke dag geven duizenden het beste van zichzelf om wie ziek is te helpen. Samen bouwen aan een goede gezondheid voor zo veel mogelijk mensen geeft een goed gevoel. Toegankelijke gezondheidszorg is een basisrecht. Toch moeten te veel mensen een bezoek aan de dokter uitstellen om financiële redenen, wachtlijsten zijn vaak lang en de buurtziekenhuizen worden gesloten. Antwerpen heeft ook meer dan honderd huisartsen tekort. We willen een huisarts voor iedereen, we stimuleren wijkgezondheidscentra en we investeren in toegankelijke ziekenhuizen, in preventie en in geestelijke gezondheidszorg.
Achtergrond
Voor een grootstad zet Antwerpen onvoldoende in op preventie en gezondheidsbevordering. En wie ziek wordt, kan niet altijd snel terecht bij de juiste hulpverlening. De wachttijden worden langer. Voor een groot deel van de Antwerpenaren wordt het ook moeilijker en moeilijker om medische zorg te betalen.
De Antwerpse Gezondheidsenquête geeft driejaarlijks een overzicht van hoe gezond de stad is. In 2019 antwoordde 9,4 procent van de Antwerpenaren één of meer vormen van medische zorg uit te stellen om financiële redenen. Door de coronacrisis, de energiecrisis en de inflatie zijn die cijfers vermoedelijk verergerd. Geneeskunde voor het Volk (GVHV), een netwerk van eerstelijnsgezondheidscentra die gratis zorg aanbieden, is een initiatief van de PVDA. Een studie van GVHV gaf aan dat in de tweede helft van 2022 bijna een kwart van de Belgen medische kosten uitstelde omwille van de oplopende energiefacturen.
De stad heeft hier een belangrijke rol: investeren in preventie en in een sterke eerste lijn kan voor het verschil zorgen. Bouwen aan een gezonde stad doe je op verschillende terreinen tegelijk. Wij zorgen ervoor dat de stad hier het voortouw neemt. Het gaat om het ondersteunen van een fijnmazig netwerk van huisartsen en wijkgezondheidscentra in elke buurt, maar ook om aandacht voor onderbelichte takken van de zorg zoals de mentale gezondheidszorg en de tandzorg. En het gaat ook om de gezondheidspreventie .
Kan de stad een rol spelen in de tweede lijn? Het Ziekenhuis aan de Stroom ( het ZAS) is het nieuwe fusieziekenhuis in en rond Antwerpen. Sinds 1 juli dit jaar vormen GZA Ziekenhuizen en Ziekenhuis Netwerk Antwerpen één gezamenlijk ziekenhuisnetwerk. Met meer dan 3.300 bedden en 10.000 medewerkers, van wie 1.000 artsen, zal het ziekenhuis het grootste worden van België.
Wat wij willen
Een. Een huisartsenpraktijk voor iedereen
- We ondersteunen het opstarten van nieuwe huisartsenpraktijken. We voorzien subsidies en renteloze leningen, of we stellen zelf een pand ter beschikking aan een betaalbare huurprijs. Met een administratieve helpdesk vereenvoudigen we de ingewikkelde papierwinkel voor startende huisartsen.
- We stellen ondersteunend zorgpersoneel ter beschikking van bestaande huisartspraktijken. Nu kunnen huisartsen er enkel tijdelijk beroep op doen, wij maken er een blijvende, structurele ondersteuning van.
- Met hulp van de stadsdiensten richten we een opvangpunt op voor patiënten zonder huisarts. We vangen dringende medische vragen in een noodcentrum met vervangartsen en helpen hen vervolgens om een huisartsenpraktijk in de buurt te vinden.
- We stimuleren de uitbouw van nieuwe wijkgezondheidscentra. In elke wijk willen we een medisch huis waar je gratis naar de huisarts kan, net zoals bij Geneeskunde voor het Volk.
Meer achtergrondinformatie
Meer dan 150 huisartsen tekort in Antwerpen
Het probleem van het tekort aan huisartsen stelt zich op veel plaatsen in België. Ook in Antwerpen wordt het pijnlijk voelbaar. De stadsmonitor geeft aan dat het een van de belangrijkste problemen is. In 2020 vond 78 procent van de Antwerpenaren dat er voldoende huisartsen zijn, nu nog maar 61 procent. Met 0,81 huisartsen per duizend inwoners haalt Antwerpen niet de nationale minimumnorm van 0,9 per duizend inwoners. Volgens de Antwerpse gezondheidsmonitor was er in 2023 een tekort van 169 huisartsen. In de meerderheid van de huisartsenpraktijken in de stad is er een patiëntenstop. In Antwerpen-Noord zijn de cijfers het slechtst, met amper 22 huisartsen voor 43.348 inwoners of één huisarts voor bijna 2.000 patiënten.
De huisartsenkring Minerva van Antwerpen Centrum trok al aan de alarmbel en stapte naar de pers met een noodkreet voor extra ondersteuning.
Het eerste dat moet gebeuren, is een manier om de groeiende groep van patiënten in de stad zonder huisarts op te vangen. Zoals het Noodpunt 2060 in de wijk Antwerpen-Noord de voorbije twee jaar. De stad moet haar stadsdiensten inzetten voor een opvangpunt waar mensen zonder huisarts zich kunnen melden. Voor dringende medische vragen kan er dan een noodcentrum zijn waar vervangartsen je kunnen verder helpen. Om vervolgens door de stadsdiensten te begeleiden naar een huisartsenpraktijk in de buurt die op die manier meer geleidelijk nieuwe patiënten erbij kan nemen. Dit is een noodoplossing voor de crisis waar de stad tot nu toe niet voldoende haar rol heeft opgenomen.
Maar dat is geen aanpak van de oorzaken van dit tekort. Die structurele oplossing is natuurlijk in de eerste plaats de taak van de federale regering. Maar om het tekort weg te werken moeten we het huisartsenberoep herwaarderen en hier heeft de stad een rol in te spelen. Wij willen dat de stad huisartsenpraktijken maximaal ondersteunt.
Hulp van de stad voor startende huisartspraktijken
Dat moet ten eerste met een administratieve helpdesk voor nieuwe starters, want zo’n opstart heeft veel uitdagingen en de afbouw van de dienstverlening van de stad maakt het er allemaal niet gemakkelijker op. Startende praktijken ondervinden problemen bij het contacteren van diensten in verband met administratie, parkeerbeleid, herbestemming en stedenbouwkundig advies. Daarom willen we een duidelijk aanspreekpunt hebben voor huisartsen.
Daarnaast is ook meer logistieke en financiële ondersteuning nodig. Een praktijk starten is een grote financiële stap. De stad zou over de brug kunnen komen met subsidies of renteloze leningen. Of een pand ter beschikking kunnen stellen voor een lage huurprijs. Vooral op een plekken waar nood is aan huisartsen. Zo zorgen we er mee voor dat die huisartsenpraktijk duurzaam ingebed geraakt in de wijk.
De praktijk Wolvenberg in Berchem is er een goed voorbeeld van. Een team van drie huisartsen kreeg een coaching van de stad aangeboden om wensen en noden te bespreken, er werd gezocht naar een plek waar nood was aan huisartsen en het Zorgbedrijf heeft beschikbare panden voorgesteld. De startende artsen mochten meebeslissen over de inrichting van hun praktijk. De huurprijs is ook betaalbaar gehouden. Deze praktijk is nu een meerwaarde in de wijk. We willen meer van deze initiatieven.
Multidisciplinaire samenwerking en sociaal-administratieve ondersteuning
Ook willen we inzetten op samenwerking met verpleegkundigen en andere zorgberoepen om het huisartsenberoep aangenamer te maken. De stad kan helpen bij het ter beschikking stellen van ondersteunend zorgpersoneel. Het ZIHP – wat staat voor “zorgprotocollen implementeren in de huisartsenpraktijk” – is een mooi voorbeeld: de stad stelt een verpleegkundige ter beschikking aan een huisartsenpraktijk. Huisartsen vinden dat zeer waardevol. Maar de ondersteuning is vandaag nog van korte duur: je kan als huisarts maar één keer een verpleegkundige krijgen voor 4 maanden. Daarna moet je het weer zonder verpleegkundige doen. Een duurzamer oplossing zou zijn: een verpleegkundige langdurig inschakelen en ter beschikking te stellen van meerdere praktijken.
Een wijkgezondheidscentrum in elke wijk
In de komende jaren willen we 50 nieuwe WGC’s in Antwerpen. WGC’s zijn multidisciplinaire medische huizen, ook wel omschreven als brede eerstelijnspraktijken. Ze hebben een ‘forfaitaire’ werking: ze ontvangen maandelijks per ingeschreven patiënt een vast bedrag via de verzekeringsinstelling van de patiënt. De patiënt zelf hoeft niet nog eens remgeld te betalen en kan altijd terecht in het WGC.
De groepspraktijken van Geneeskunde Voor Het Volk in Hoboken en Deurne geven al decennialang het goede voorbeeld. Patiënten kunnen in die multidisciplinaire centra terecht zonder één cent te moeten betalen.
De laatste jaren zijn er in Antwerpen gelukkig verschillende forfaitaire praktijken bijgekomen en zo telt Antwerpen er nu dertien. Maar we streven naar meer. Wij willen voor elke wijk – er zijn 64 wijken in Antwerpen – een forfaitaire groepspraktijk om er twee grote uitdagingen mee aan te gaan.
Ten eerste: de ongelijkheid in de zorg tussen rijk en arm wegwerken. Door de corona-epidemie, de energiecrisis en de inflatie zijn meer mensen medische zorgen gaan uitstellen. Een gratis eerstelijnszorg is prioritair om de gezondheidszorg toegankelijk te houden voor iedereen.
Ten tweede is de eerstelijnszorg complexer geworden. Het aantal langdurig zieken stijgt, er is de vergrijzing en meer mensen hebben te kampen met sociale en psychische problemen. Samenwerking met verschillende huisartsen, verpleging, psycholoog, kinesisten en diëtisten zal hierbij helpen.
Twee. Toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle ziekenhuizen
- We bestrijden de commercialisering van de Antwerpse ziekenhuizen. Zorg moet in publieke handen blijven.
- We maken betaalbare en kwaliteitsvolle basisspecialistische zorg bereikbaar in elke Antwerps district.
- We ontwikkelen de site Erasmus Borgerhout als gezondheidssite met een moderne invulling van specialisten, eerstelijnscentra en preventieve activiteiten.
- We werken aan de continuïteit van zorg bij opvolging van chronische ziektes en na een ziekenhuisopname. Daarvoor versterken we de samenwerking tussen specialisten, huisartsen en andere actoren per regio.
- We zorgen voor betaalbare facturen. In de ZAS-ziekenhuizen (de fusie van ZNA en GZA) schaffen we de ereloonsupplementen af. We zorgen dat alle specialisten bij het ZAS de conventie-tarieven volgen.
- We investeren in werkbaar werk en meer handen voor het zorgpersoneel.
- Bij de fusie tot het ZAS (Ziekenhuis Aan de Stroom) laten we de gunstigste sociale afspraken gelden voor het geheel zodat bij de fusie de patiënt en het personeel erop vooruit gaan. We betrekken steeds de vakbonden hierbij.
- We willen transparantie over de toplonen van de CEO en andere directiefuncties. We snoeien erin als ze buitensporig zijn.
Meer achtergrondinformatie
Het ZAS, de grote ziekenhuisfusie
Sinds enkele maanden vallen de dertien sites van de twee koepels ZNA en GZA samen onder de naam Ziekenhuis aan de Stroom (het ZAS). Het hing al lang in de lucht, de fusie werd al meerdere malen uitgesteld, wat voor veel onzekerheid en frustraties bij het personeel zorgt. Concreet gaat het over de zes algemene ziekenhuizen: Jan Palfijn, Middelheim, Cadix, Sint-Augustinus, Sint-Jozef en Sint-Vincentius. Ook de zes gespecialiseerde ziekenhuizen Joostens, Hoge Beuken, Koningin Paola Kinderziekenhuis, Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg, Sint-Elisabeth en Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen vallen onder de fusie. Verder zijn er nog zes centra voor daghospitalisatie, drie medische centra en een psychiatrisch verzorgingstehuis.
Na de fusie wordt ZAS met 3.300 bedden en tienduizend medewerkers, onder wie duizend artsen, het grootste ziekenhuis van het land en een van de grootste van Europa. Via de raad van bestuur heeft de stad Antwerpen er heel wat in de pap te brokken. Schepen Els Van Doesburg is voorzitter. Het bestuursakkoord bepaalt dat ZNA moet werken “binnen de competitieve gezondheidszorg”. Competitieve gezondheidszorg is de leidende visie van het huidige stadsbestuur.
Naast de ZAS-fusie is er in Antwerpen ook het Helix netwerk waar AZ Monica en universitair ziekenhuis Antwerpen (UZA) bij horen. Het UZA is een centrum voor hooggespecialiseerde zorg.
Commerciële logica vloekt met de zorg
In het huidige ziekenhuislandschap staat de commerciële logica voorop. Almaar grotere ziekenhuisnetwerken concurreren met elkaar om de meeste patiënten en het beste personeel binnen te halen. Concentratie van zorg in naam van de efficiëntie is een spiraal naar beneden. Zorg wordt zo immers een verhaal van verlieslatende en winstgevende afdelingen. Kosteneffectiviteit wordt dan belangrijker dan kwaliteit en toegankelijkheid. Personeel en patiënten zijn er de dupe van. Dat zien we heel duidelijk bij instellingen met privé-investeerders, zoals het Antwerpse Forensisch Psychiatrisch Centrum, dat in handen is van de Nederlandse Parnassia Groep en Sodexo. De winst van de aandeelhouders gaat er ten koste van de zorgkwaliteit.
In plaats van concurrentie stellen wij samenwerking voorop. Samenwerking tussen de ziekenhuizen onderling en tussen ziekenhuizen en andere zorgverleners. Zo kan je tot een optimale zorg te komen. Samenwerking leidt tot betere kwaliteit en minder verspilling.
Basisspecialistische zorg en het ziekenhuis van de toekomst
De PVDA komt op voor een specialistisch zorgaanbod dicht bij de mensen. Al meer dan tien jaar protesteren we tegen de afbouw van het Erasmusziekenhuis. De sluiting van de spoed, van de materniteit… Al in 2010 sprak de PVDA van een “salamitactiek” om naar sluiting te gaan.
In het beleid van het ZAS moet elke afdeling kosteneffectief zijn. Op sommige basisspecialistische zorg wordt weinig geld verdiend en in de commerciële visie van het huidige bestuur komt dat aanbod dan ook in het gedrang. Maar na preventie en eerstelijnszorg is basisspecialistische zorg net nodig om de bevolking zo lang mogelijk gezond te houden. Niet iedereen kan de stad doorkruisen voor een diabetesopvolging of een gynaecologisch nazicht.
De sluiting van campus Erasmus, die is beslist in 2016 en effectief werd in oktober 2023, is daar het bewijs van. Ook de site Stuivenberg moest in 2023 definitief toe en campus Elizabeth moet er ten laatste tegen 2030 aan geloven.
In Borgerhout protesteerden lokale huisartsen, de bevolking en het districtsbestuur. De huisartsen pleiten voor een gezondheidscampus Erasmus 2.0 met een volwaardige specialistische polikliniek, een brede eerstelijnspraktijk en preventieactiviteiten. Dit is een nieuwe, moderne invulling van de taken van het ziekenhuis van de toekomst. Het is een positief voorstel van hoe het anders moet: basisspecialistische zorg dicht bij de mensen. Dat zou je later kunnen uitbreiden op andere plaatsen in de stad.
Pleidooi voor een multidisciplinaire aanpak
Ook tussen huisartsen, specialisten en andere actoren is samenwerking essentieel. Geïntegreerde ouderenzorg, diabeteszorg, hartfalen zijn takken van de zorg waar huisartsen en specialisten nauw samenwerken. Ook korte hospitalisaties op orthopedie en chirurgie, waarbij de meerderheid van de ingrepen via daghospitalisatie verloopt, maken goede samenwerkingsafspraken nodig. Dat kan het best per regio van 100.000 mensen. Met goed op elkaar afgestemde multidisciplinaire teams kan je kwaliteitszorg geven buiten het ziekenhuis.
Klachten over hoge facturen
De directie van de ZNA-ziekenhuizen pakt uit met positieve cijfers, maar personeel en patiënten klagen over de gevolgen: hoge facturen en een stijgende werkdruk.
Deze vroegere OCMW-ziekenhuizen zouden voortrekkers moeten zijn van de sociale, toegankelijke geneeskunde. Maar sinds ze twintig jaar geleden verzelfstandigd werden, is het tegendeel waar. Wie de gezondheidszorg beschouwt als een competitieve, winstmakende sector, kan niet anders dan de prijzen omhoogduwen om ‘marktconform’ te gaan werken. Vandaar dat de kosten voor de patiënt stijgen.
Meer en meer specialisten zijn niet geconventioneerd en vragen extra bedragen bovenop de normale tarieven. De ziekenhuisbarometer van de mutualiteiten toont dat de maximale ereloonsupplementen in de Antwerpse ziekenhuizen bij de hoogste van Vlaanderen zijn: 200%. Scans worden buiten de kantooruren gemaakt om supplementen te kunnen vragen. Patiënten krijgen een afspraak in de privépraktijk aangeboden om sneller geholpen te worden. De tarieven liggen daar nog hoger dan in het ziekenhuis. Zo wordt de drempel zo hoog dat mensen zorg uitstellen, zeker als ze een laag inkomen hebben.
Wij komen op voor toegankelijke zorg voor iedereen, zonder supplementen. Een geneeskunde met twee snelheden is voor ons onaanvaardbaar. Iedereen heeft recht op dezelfde zorg. Daarom ijveren we voor betaalbare facturen door alle specialisten bij het ZAS de afgesproken conventionele tarieven te laten respecteren. Betaling wordt ook bij ambulante consultaties rechtstreeks met de mutualiteit geregeld, zodat de patiënt enkel het remgeld hoeft te betalen.
We willen bekijken of we een proefproject kunnen lanceren waarbij we het ereloonsysteem van universitaire ziekenhuizen overnemen. Artsen werken daar aan een vast inkomen en kunnen zo loskomen van het prestatiesysteem, dat tot verspilling van middelen en tot overbodige onderzoeken leidt.
Stijgende werkdruk in de ziekenhuizen
Het vorige stadsbestuur, met Liesbeth Homans van N-VA als schepen, bespaarde stevig op personeel in de ZNA-ziekenhuizen. Wel 500 jobs werden geschrapt, waaronder de zondagspoets. Onthaalpersoneel werd vervangen door geïnformatiseerde kiosken. Dat verhoogt de druk op het verzorgend personeel.
Na die jaren van besparen op personeel kwamen er in 2019 ernstige klachten over de zorgkwaliteit aan het licht. De PVDA vroeg om extra personeel om deze problemen bij de wortel aan te pakken.
Ook vandaag staan er nog honderden vacatures open. In het kader van de fusie konden de vakbonden een goed eenheidsstatuut onderhandelen. Het is belangrijk dat zij verder betrokken worden rond het arbeidsreglement. We kunnen ons bijvoorbeeld niet permitteren om zorgpersoneel te verliezen door een hoofddoekenverbod.
De ‘responsabilisering’ verplicht elke specialist van ZNA in te staan voor de eigen kosten. Op die manier worden specialisten gedwongen de financiële afweging te maken wel of niet een technicus aan te nemen voor een operatie, wel of niet een psycholoog in te schakelen voor de begeleiding van patiënten enzovoort. Onder de nieuwe koepel van het ZAS is dat niet anders. Als de specialisten op de site Erasmus een polikliniek willen behouden, moet dat gefinancierd worden met de erelonen. Er zijn geen middelen vanuit het koepelziekenhuis voorzien. Op die manier kan er geen volwaardige polikliniek behouden blijven. Deze specialistische poliklinieken dicht bij de mensen moeten volgens ons bijkomend gefinancierd worden vanuit de ziekenhuizen.
Op de verpleegafdelingen is de bezetting dikwijls onvoldoende. Verpleegkundigen lopent zich de benen uit het lijf. Ze hebben het gevoel dat ze hun werk niet meer goed kunnen doen. Veel mensen vallen uitgeput uit. Bedden worden gesloten en de andere afdelingen krijgen nog meer patiënten te verwerken.
Meer en meer werkt men met interimkantoren of projectverpleegkundigen om de gaten te vullen. Slecht voor de kwaliteit, slecht voor de werkomstandigheden en duur voor het ziekenhuis. Wij willen dat zoveel mogelijk vermeden zien.
ZNA donderde van een winst van 16,8 miljoen euro in 2021 naar een verlies van 8 miljoen in 2022. Energierekeningen en inflatie speelden daarbij een grote rol. ZNA zag in 2022 de personeelskosten met 42 miljoen euro stijgen. Gas en elektriciteit kostten 5 miljoen euro extra. Er is meer budget vanuit de federale overheid nodig. Het budget van ZNA moet prioritair gaan naar meer handen en betere werkomstandigheden, en naar kwaliteit en toegankelijkheid voor alle Antwerpenaren. Daarom moeten de werknemers via de vakbonden inspraak krijgen in de beslissingen van het ziekenhuis. De stad van haar kant kan een belangrijke bijkomende rol spelen door projecten van samenwerking rond lokale basisspecialistische zorg financieel te ondersteunen.
Met de huidige visie en keuze voor commercialisering gaan we dat nooit realiseren. Commercialisering leidt naar privatisering van deeltaken van het ziekenhuis en naar verdere afbraak van het statuut van de werknemers.
Het ziekenhuisnetwerk zoals wij dat zien zal in publieke handen zijn.
Misstanden aan de top
In 2016 kregen wij veel instemming voor ons protest tegen de torenhoge salarissen van de top en de CEO van ZNA. 450.000 euro bruto, dat is wat de CEO in 2016 verdiende. Het loon van de CEO was daarmee vier keer hoger dan het wettelijk toegelaten maximum. Schandelijk. De rechtse bestuurspartijen hebben toen het Gemeentedecreet gewijzigd, waardoor dit hoge loon wettelijk mogelijk werd.
Vandaag hebben we geen transparantie over de toplonen in ZNA of in de nieuwe ZAS-fusie. Zo weten we bijvoorbeeld niet wat netwerkcoördinator en integratiemanager Fons Duchateau bij Netwerk GZA-ZNA verdient. Dat is een probleem. Voor ons moeten toplonen van publieke functies publiek zijn en begrensd op een redelijk bedrag.
Drie. Prioriteit aan onze mentale gezondheid
- We richten een taskforce op om de grote tekorten aan psychische zorg aan te pakken. Op alle domeinen van de psychische zorg, van crisisinterventie tot langdurige opvolging, zijn er wachtlijsten.
- We zetten vooral in op laagdrempelige en betaalbare psychotherapie. We investeren in de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Daar wordt op basis van je inkomen bepaald wat je voor de psycholoog betaalt.
- We zoeken naar manieren om de drempel naar de psycholoog verder te verlagen. In stedelijke werkingen zoals het OCMW, maar ook in verenigingen zorgen we voor voldoende psychologen, die ook preventief kunnen werken. We geven aandacht aan kwetsbare doelgroepen, bijvoorbeeld met ervaringsdeskundigen en brugfiguren.
- Om het taboe te doorbreken en het aanbod bekend te maken zorgen we voor een sensibiliseringscampagne op stadsniveau over mentale gezondheid.
- Het samenwerkingsverband voor de geestelijke gezondheidszorg SaRA gebruiken we om meer onderlinge samenwerking aan te moedigen.
Meer achtergrondinformatie
Een gezamenlijke, eengemaakte aanpak is nodig voor de geestelijke gezondheidszorg in onze stad, want die is versnipperd. Daardoor varen we blind. We willen de behoeften in de stad in kaart brengen om vervolgens het aanbod te sturen. Want de noden stijgen. De Antwerpse gezondheidsenquête geeft aan dat in 2019 bijna 54 procent van de Antwerpenaren last had van stress. Negen jaar eerder, in 2010, was dat 31 procent. Nog in 2019 gaf 21 procent aan te worstelen met psychologische problemen; in 2010 was dat 10 procent.
Die spectaculaire toename willen we aanpakken. We verbeteren daarom de toegang tot psychologen en mentale zorg. Het is een ernstig probleem dat het almaar moeilijker wordt op tijd hulp te krijgen bij de psychologen van de centra voor ambulante geestelijke gezondheidszorg VAGGA en Andante. Nochtans zijn er genoeg psychologen die graag in een van die centra willen werken. Wij voorzien voor deze centra dan ook meer middelen om de zorg verder uit te breiden, en we versterken de samenwerking binnen SaRA, het netwerk voor geestelijke gezondheidszorg.
Bovendien gaan we de drempels naar de psycholoog verlagen door ook psychologen onder te brengen in de wijkgezondheidscentra en samen met OCMW en verschillende verenigingen een aangepast aanbod uit te werken. Om kwetsbare doelgroepen te bereiken, kunnen we ook ervaringsdeskundigen en brugfiguren inzetten.
Vier. Een tandenplan voor Antwerpen
- We brengen de groeiende wachtlijsten bij de tandarts in kaart. Ook voor tandartsen kan een opvangpunt van de stad voor patiënten helpen. Een noodcentrum met vervangtandartsen voor dringende vragen en een begeleiding naar actieve tandartsen in de buurt voor niet-dringende opvolging.
- In de stedelijke ziekenhuizen organiseren we een aanbod voor jaarlijkse tandcontrole door geconventioneerde tandartsen die zich aan de RIZIV-tarieven houden.
- Samen met de eerstelijnszones ondersteunen we de wachtdiensten voor tandartsen in de huisartsenwachtposten.
Meer achtergrondinformatie
Jaarlijkse tandcontrole door de tandarts is meer dan wenselijk. De Antwerpse Gezondheidsenquête wijst uit dat die controle vaak uitblijft. Ongeveer 32 procent van de respondenten heeft in 2022 geen tandarts geraadpleegd. Dat is 11 procentpunt meer dan in 2010. De oorzaken zijn niet ver te zoeken: de prijs stijgt en het duurt langer voor je een afspraak bij de tandarts hebt.
Maar op lokaal niveau is er geen zicht op waar de noden zich vooral stellen. Daarom brengen we samen met de tandartsenpraktijken de groeiende wachtlijsten in kaart en vragen we hen om net als de huisartsen een stratenplan op te maken zodat alle patiënten uit de buurt verzorgd kunnen worden.
Wij gaan ervoor dat de stedelijke ziekenhuizen op hun campussen voldoende kwalitatieve tandzorg aanbieden, met geconventioneerde tandartsen.
Tot slot stimuleren we de eerstelijnszones om tandzorg hoog op hun agenda te zetten. We voorzien ondersteuning om de wachtdiensten voor tandartsen te kunnen organiseren vanuit de huisartsenwachtposten.
Vijf. We laten niemand uit de boot vallen
- We garanderen dat mensen in kwetsbare situaties verzorging vinden door ondersteuning te bieden aan diensten als Dokters van de Wereld.
- Ook mensen zonder ziekteverzekering hebben recht op goede verzorging. We zorgen dat artsen gemakkelijker kunnen werken met ‘Dringende Medische Hulp’ door de procedure te vereenvoudigen en de patiënten te spreiden.
- Gezondheidsproblemen zijn vaak veel ruimer dan het medische. Daarom bouwen we opnieuw een netwerk uit van Sociale Steunpunten Gezondheid in alle wijken van de stad.
Meer achtergrondinformatie
We maken van armoede een aandachtspunt, zowel voor de zorg als voor de preventie. Arm maakt ziek. In de Antwerpse gezondheidsenquête omschrijft 11,4 procent van de personen met een lage socio-economische status de eigen algemene gezondheidstoestand als slecht. Bij de andere deelnemers is dat gemiddeld 2,6 procent.
Het OCMW lijkt zich hier van de armen af te keren. De toegang tot dringende medische hulp wordt bemoeilijkt, zo merken artsen. Meer aanvragen worden geweigerd. Zo wees onderzoek uit dat aanvragen voor dringende medische hulp bij kwetsbare zwangere vrouwen in meer dan de helft van de gevallen door de behandelende arts geweigerd werd. Het wordt ook administratief moeilijker gemaakt een aanvraag te doen. Je moet niet alleen een adres geven, maar ook een identiteitsdocument met foto.
We steunen middenveldorganisaties als Dokters van de Wereld die met veel knowhow iedere dag in de weer zijn om de mensen die dat het hoogst nodig hebben, verder te helpen. Gebaseerd op hun bevindingen breiden we het reguliere aanbod uit en zetten we extra in op het verlagen van de drempels.
De nulde lijn versterken
Het OCMW is er niet om armen af te schrikken, maar om ze te helpen, in de eerste plaats bij de toegang tot goede zorg. Iedereen heeft recht op de beste gezondheid, ongeacht de nationaliteit of de dikte van de portemonnee.
In het Sociaal Steunpunt Gezondheid van het Kiel en van Antwerpen-Noord konden kansarme buurtbewoners tot voor vijf jaar terecht voor extra zorghulp. De hulpverleners daar vormden een grote ondersteuning voor de artsen van de buurt. Gezondheidsproblemen bij patiënten in armoede gaan vaak veel breder dan het strikt medische alleen: huisvesting, financiële problemen, opvoedingsproblemen… Het stadsbestuur heeft deze steunpunten gesloten. Wij willen ze net uitbreiden over de hele stad, met sociaal verpleegkundigen die veel laagdrempelig werk verrichten. We brengen hen onder in de wijkhuizen die uitgewerkt zijn in het programmahoofdstuk “Stad zonder armoede”. Hun interventies geven vaak meer gezondheidseffect dan welke therapie ook. Dat noemen we de nulde lijn en die moeten we versterken.
Met andere woorden: wij zetten volop in op laagdrempelige, lokale dienstverlening face to face in de wijk. Wij zijn tegen de afbraak, digitalisering en centralisatie van de huidige sociale en preventieve dienstverlening. Dat zorgt voor methoden die protocollair zijn en niet op maat. Ze doen mensen uit de boot vallen. Wij keren de afbraaktendens om en investeren in initiatieven die gezondheid en welzijn promoten, zodat iedereen meekan.
Zes. Voorkomen is beter dan genezen
- We installeren een openbaar preventiepunt op drukbezochte pleinen in elke wijk, naar het voorbeeld van de Gezondheidskiosk in Borgerhout. Want outreachend werken is dé sleutel naar het bereiken van alle stadsbewoners, ook de meest kwetsbare groepen.
- De Huizen van het Kind zijn een prima initiatief. We heropenen en investeren ook in prenatale steunpunten in elke zorgregio. Beiden zijn van belang om laagdrempelig zorg te bieden voor moeder en kind.
- Vanaf zo jong mogelijke leeftijd bieden we gezondheidspreventie en -opvoeding aan. Op school stellen we gratis warme gezonde maaltijden beschikbaar, plus een gezond tussendoortje.
- We moedigen een gezonde levensstijl aan, zetten in op gezonde voeding en op laagdrempelige buurtsport.
- We pakken de gezondheidsongelijkheid aan en creëren meer gelijke kansen op een gezond leven. We ondersteunen organisaties om hun aanbod toegankelijker te maken voor de maatschappelijk meest kwetsbare groepen.
- We investeren in een kwalitatieve woon- en werkomgeving en in voldoende open en groene ruimte om bewegen, te ontspannen en elkaar te ontmoeten.
- Fijn stof, lucht- en bodemvervuiling in de stad hebben invloed op onze gezondheid en verdienen een grondige aanpak. We screenen de bevolking in de risicogebieden en de werknemers in risicobedrijven op lood, PFAS en andere zware metalen.
Meer achtergrondinformatie
Bij preventie en gezondheidspromotie zijn lokale preventiewerkers op het terrein belangrijk. Ze zijn aanspreekbaar voor vragen en outreachend naar de omwonenden. Een mooi voorbeeld van zo’n outreachend project is de Gezondheidskiosk op het Terloplein in Borgerhout. Dit initiatief dat met steun van PVDA-schepen Ben Van Duppen georganiseerd wordt is op korte tijd uitgegroeid tot een ontmoetingsplek waar buurtbewoners op een laagdrempelige manier informatie krijgen over een gezonde levensstijl. De grote sterkte ervan is aanwezigheid in de publieke ruimte. De open kiosk staat op een levendig plein; er is geen klink als drempel, je hoeft geen gebouw binnen te gaan. Iedereen kan even passeren, in de folders snuffelen, de posters bekijken vanop afstand of een praatje komen maken. Zo leggen de gezondheidsmedewerkers en verschillende organisaties contact met buurtbewoners en groepen in kwetsbare situaties, mensen die door de mazen van het net dreigen te glippen. Omdat ze de taal niet spreken, de weg niet vinden, of omdat ze andere zorgen om het hoofd hebben. Outreachend werken is dé sleutel naar het bereiken van alle stadsbewoners, ook de meest kwetsbare groepen.
Voor ziektepreventie én gezondheidspromotie is het belangrijk dat we echt alle mensen bereiken. Voorlopig vinden vooral mensen met reeds goede gezondheidsvaardigheden de weg naar het aanbod rond preventie en gezondheidsbevordering. Maar onderzoek toont dat net de doelgroep die het moeilijkst te bereiken is, het meest baat zou hebben bij preventie. Een gezondheidskiosk in elk district kan een heleboel helpen om die kloof af te bouwen.
Lokale actoren zijn nodig om goed te kunnen inspelen op lokale noden: wat leeft er in de wijk, welke zijn de knelpunten, wat hebben de bewoners van de wijk nodig?
Laten we overkoepeld ook zorgen voor precieze en toegankelijke cijfers omtrent gezondheid. Hoeveel mensen hebben geen huisarts? Hoeveel mensen stellen hun gezondheidszorgen uit omwille van financiële redenen? Welke aandoeningen komen in bepaalde wijken meer voor en hoe komt dat? Door het antwoord erop te analyseren, kan je op grotere schaal aan een betere gezondheid bouwen.
‘Health in all’
De PVDA pleit ook voor een ‘Health in All-beleid’, over alle bevoegdheden van de stad heen. Het recht op gezondheid is veel breder dan alleen een recht op geneeskundige verzorging. Het luik van preventie is al even belangrijk. Preventie, in de ruime betekenis, vertrekt van een goede sociale zekerheid, een gezond leefmilieu, een goede woning, een sluitende bescherming op het werk… Wij willen een goed stadsbeleid op al die terreinen. Want gezondheid wordt nu eenmaal sterk bepaald door de sociale determinanten van gezondheid en dus pakken we de maatschappelijke context aan. Dat is de beste preventieve gezondheidszorg.
Wij willen extra aandacht voor een degelijke job voor iedereen, voldoende gezonde en betaalbare woningen, een goede luchtkwaliteit, meer publiek groen en speelpleintjes, toegang tot sport voor iedereen en gezonde voeding voor de kinderen in onze scholen.
Door in te zetten op gezonde warme maaltijden in de scholen zijn Finland en Zweden erin geslaagd obesitas in te dijken. Die collectieve aanpak lost ook meteen de ongelijkheden in de boterhamdozen op. Vroeger bestond deze traditie ook meer in onze stad. Wij willen ze in ere herstellen.
Veel gestelde vragen
“Gratis naar de dokter is niet realistisch”
In ons voorstel kunnen meer Antwerpenaren genieten van gratis eerstelijnsgeneeskunde via een forfaitaire praktijk. Daarbij krijgt de praktijk van het ziekenfonds maandelijks een vast bedrag per ingeschreven patiënt, in plaats van een betaling per prestatie. Een studie van het Intermutualistisch Agentschap komt tot de conclusie dat deze manier van werken evenveel kost voor de ziekteverzekering. En bovendien is het goedkoper voor de patiënt1.
Vandaag bestaan er in Antwerpen al dertien praktijken die op die manier werken. Al meer dan vijftig jaar organiseert PVDA met de praktijken van Geneeskunde voor het Volk in Deurne en Hoboken gratis geneeskunde voor duizenden Antwerpenaren. Ondertussen zijn er in heel Vlaanderen al meer dan een half miljoen mensen die in zo’n praktijk zijn ingeschreven2. Dat kost geen miljoenen, maar levert net zeer veel op.
____________________