Een stad waar iedereen meetelt

Wat we willen

  • Praktijktesten tegen discriminatie op de woning- en arbeidsmarkt. We zorgen voor sensibilisering en opleiding om de discriminatie tegen te gaan. Indien nodig gaan we over tot juridische stappen om overtreders te bestraffen.
  • We schaffen het verbod op levensbeschouwelijke tekens in het stedelijk onderwijs en de stadsdiensten af.

Waarom is dat nodig?

Driss was enthousiast over een huuradvertentie: niet te duur en precies op de plek waar hij al lang naar een woning zocht. Hij belde snel, maar kreeg te horen dat het appartement helaas net verhuurd was. Toen zijn vriend Hans op vraag van Driss vijf minuten later naar de verhuurder belde en wel nog een afspraak kon maken, werd duidelijk dat deze huisbaas liever geen Driss als huurder had.

Voor het VTM-programma ‘Ze zeggen dat’ trokken twee groepen jonge mannen naar discotheken in heel het land, ook in Antwerpen. Telkens mocht het groepje witte jongemannen zonder probleem binnen. Hun zwarte vrienden werden bij dezelfde clubs in vijf van de zes keren geweigerd. 

Hanane werkte al twee jaar in een kleine Antwerpse supermarkt. Ze waren heel tevreden over haar werk. Toen de supermarkt werd overgenomen, mocht ze van de nieuwe gerant alleen blijven werken als ze haar hoofddoek afzette. “Plots ben ik niet goed genoeg, enkel en alleen omwille van wat ik op mijn hoofd draag. Dat kwam hard aan. Het is een deel van mijn identiteit. Ik ben dus nieuw werk gaan zoeken.”

Bij een klasbespreking over studiekeuzes vertelt Anissa dat ze arts wil worden. Haar leerkracht reageert dat dit voor een moslimmeisje wel heel lastig wordt: haar ouders zien haar vast liever jong trouwen en aan een gezin beginnen. 

Antwerpen is een havenstad, gericht op de wereld. Geen wonder dat de geschiedenis van onze stad bol staat van de migratie. Dat kan je zien in het prachtige Red Star Line Museum. Migratie, culturele en religieuze diversiteit zijn van alle tijden, ook in Antwerpen. 

Van het medisch personeel en van de werknemers met essentiële beroepen die ons rechthielden in de covid-crisis, heeft een vijfde roots in de migratie. Allemaal dragen we bij aan onze maatschappelijke rijkdom. En allemaal zijn we nodig om de maatschappij te doen draaien: het openbaar vervoer, de ziekenhuizen, de bedrijven enzovoort. Het is onaanvaardbaar dat mensen verschillend behandeld worden en minder rechten en kansen krijgen enkel en alleen omwille van hun naam of vermeende afkomst of godsdienst. 

Discriminatie en racisme veroorzaken mentaal en fysiek trauma’s. Ze zijn een aanslag op de rechten van de slachtoffers: hun recht op een job, op degelijk onderwijs, op een woning, op een toekomst. Discriminatie zorgt voor een gigantische verspilling van talent. Naast die grote menselijke kost is er dus ook een economische kost.

Met andere woorden: discriminatie is een maatschappelijk probleem. Dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben, is onrechtvaardig. Het tast onze samenleving als geheel aan. Als we aanvaarden dat rechten ongelijk verdeeld zijn en dat sommige mensen het met minder moeten doen, dan opent dat de deuren naar de onderdrukking en uitbuiting van almaar grotere groepen. De bestrijding van discriminatie gaat ons dus allemaal aan.

Ook in Antwerpen is discriminatie een realiteit. Onderzoek van UGent stelde in 2021 vast dat oudere werkzoekenden en werkzoekenden met een niet-Vlaams klinkende naam twintig procent minder kans hebben om uitgenodigd te worden voor een sollicitatiegesprek, ook al hebben ze dezelfde competenties als een andere kandidaat. De VUB onderzocht in 2020 en 2021 de huurmarkt. Dat onderzoek wees uit dat vier op de tien vastgoedmakelaars discrimineren. Een derde van de personen met een beperking wordt niet uitgenodigd voor een bezoek aan huizen die te huur staan. Dat is ook het geval bij een tiende van de mensen met een niet-Vlaams klinkende naam. 

Hoewel discrimineren illegaal is, gebeurt het voortdurend. Onderzoek heeft aangetoond dat we ook in Antwerpen een groot probleem hebben met discriminatie. Maar het stadbestuur weigert echt iets te doen met dat onderzoek. Makelaars die discrimineren, kregen wel bijscholing, maar daar stopt het beleid van Vooruit-schepen Bachar. 

In plaats van in te grijpen, laat de overheid het over aan de slachtoffers van discriminatie om die discriminatie te bewijzen. Dat is alsof de overheid het aan u zou overlaten om te bewijzen dat uw voedselvergiftiging aan dat ene restaurant lag. Dat is gewoon onmogelijk. Daarom garandeert de overheid de voedselveiligheid van haar burgers door zelf proactief en regelmatig voedselcontroles uit te voeren. Op dezelfde manier zou de overheid proactief en systematisch moeten controleren op discriminatie. 

Een lokale overheid dient racisme en discriminatie aan te pakken en ook zelf de diversiteit van de stad uit te stralen. Vandaag houdt het Antwerpse stadsbestuur helaas de verdelende regelgeving mee in stand. Bijvoorbeeld door vast te houden aan het verbod op levensbeschouwelijke tekens bij het stedelijk personeel in de loketwerking en in het stedelijk onderwijs. Samira Azabar van de feministische actiegroep Baas Over Eigen Hoofd (BOEH) vat de impact daarvan samen: “De meeste vrouwen kiezen voor een hoofddoek vanuit hun geloof of als uiting van hun identiteit. Ze ondervinden druk om er geen te dragen. Dat geeft hen het gevoel tweederangsburgers te zijn. Jonge meisjes voelen zich door het verbod onzeker en vernederd, omdat er de suggestie van uitgaat dat ze onderdrukt worden en een gewelddadige religie aanhangen. Op school raken ze gedemotiveerd. In hun studie- en jobkeuze laten ze zich leiden door het al dan niet mogen dragen van een hoofddoek, in plaats van door hun interesses en talenten.” 

Die analyse wordt gedeeld door de AUHA, de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. De associatie merkt dat studenten door het verbod gehinderd worden stageplaatsen te vinden en dat hen soms zelfs de mogelijkheid ontnomen wordt om af te studeren. 

Het verbod speelt ons ook op andere manieren parten. Bij de fusie van ziekenhuisnetwerken ZNA en GZA ontstond een discussie over welke kledingregels er in het reglement van het nieuwe, gefuseerde Ziekenhuis Aan de Stroom moeten komen. Want het stedelijke netwerk ZNA verbiedt het dragen van levensbeschouwelijke tekens, terwijl GZA dat wel toelaat. De voorzitter van het nieuwe ziekenhuisnetwerk, N-VA-schepen Els van Doesburg, maakte duidelijk dat ze voor het verbod is. De twee vakbonden reageerden vastberaden: “We mogen geen handen aan het bed verliezen door vast te houden aan ideologische dogma’s”.

Met het tekort aan leerkrachten blijven ook voor het stedelijk onderwijs vacatures heel lang openstaan, er is een grote nood aan handen in de zorg en we hebben nog zoveel andere uitdagingen. In die situatie valt het niet te begrijpen dat we mensen uitsluiten van jobs enkel en alleen omwille van hun geloofsovertuiging.

Hoe bieden onze voorstellen een antwoord op de problemen?

We stellen voor dat de stad regelmatig praktijktesten uitvoert om te controleren op racisme en discriminatie. We focussen daarbij op de huurwoningen en op de arbeidsmarkt, we volgen maatschappelijke trends op en indien nodig grijpen we in. 

Dat gaat op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld als volgt tewerk: twee personen solliciteren voor eenzelfde werkaanbieding. Deze twee kiezen we omdat ze in veel opzichten op elkaar gelijken, zodat bijvoorbeeld hun herkomst het enige direct te constateren verschil is tussen de twee. De sollicitant met de niet-Vlaams klinkende naam solliciteert eerst. Nadien die met de Vlaams klinkende naam. Wordt die laatste aanvaard voor een gesprek en de eerste niet, dan wijst dat op mogelijke discriminatie. Doet iemand dat systematisch, dan kan je op deze manier discriminatie ook effectief bewijzen.

Ook kunnen we werken met misterycalls waarbij je via telefoongesprekken test op discriminatie. Je belt bijvoorbeeld naar een immokantoor en doet alsof je eigenaar bent van een woning en op zoek bent naar een kantoor dat de verhuur van deze woning voor zijn rekening wil nemen. Je zegt dat je geen homo’s in je woning wil en controleert of het immokantoor al dan niet ingaat op deze vraag te discrimineren. 

Vergelijkende praktijktesten en misterycalls zijn de wetenschappelijke standaardmethodes om discriminatie op te sporen. In het buitenland worden ze al decennialang in rechtszaken gebruikt om discriminatie te bewijzen, met succes. 

Met deze methodes heeft een moderne overheid alles in handen om discriminatie op te sporen, te corrigeren en zo nodig te bestraffen. Ze worden vandaag al gebruikt in complexe materies zoals het toezicht op financiële diensten en markten.

Ook de Nationale Loterij voert mystery shoppings uit. Krantenwinkels die betrapt worden op de verkoop van loterijproducten aan minderjarigen, krijgen een sanctie. Die kan oplopen tot een tijdelijke schorsing, en na recidive zelfs tot een definitieve stopzetting van de licentie.
Amsterdam heeft af te rekenen met discriminatie in de horeca. Gekleurde klanten worden er vaak geweigerd. De gemeente Amsterdam vond het nodig een duidelijk signaal te geven: dit kan niet langer! Vastberaden kondigde het gemeentebestuur aan zelf mystery clients op pad te sturen. Na drie vaststellingen van discriminatie kan een zaak zijn uitbatingslicentie verliezen.

Hoe zien wij het hele proces van praktijktesten? We beginnen met naar de mate van discriminatie op een bepaald terrein te meten, bijvoorbeeld op de huurmarkt. We communiceren breed over de resultaten van die meting. Dat kan tot een eerste verbetering leiden, zoals uit de resultaten van een tweede reeks testen in Antwerpen is gebleken. Toch wordt nog altijd één op de tien in deze tweede reeks testen gediscrimineerd. Daarom hebben we een derde reeks praktijktesten nodig om te bepalen welke bedrijven of personen discrimineren. Op basis daarvan grijpen we in. Eerst met sensibilisering en vorming, waarbij we een effectieve bijsturing verwachten. Wanneer de discriminatie toch aanhoudt, ondernemen we juridische stappen. Discriminatie gaat immers in tegen de wet. 

Wat we willen en nodig hebben, is dat de stad deze stap zet: met praktijktesten niet alleen de discriminatie meten, maar met de resultaten ervan waar nodig ook juridische stappen ondernemen.

We willen niet alleen discriminatie bestrijden, maar ook actief werk maken van een divers personeelsbestand bij de stadsdiensten. Dat bestand zou een afspiegeling moeten zijn van de diversiteit in de stad, als een signaal dat voor ons iedereen gelijke rechten heeft. En dat je dus ook op dezelfde manier als iedereen kans moet kunnen maken om mee de stad te laten draaien, en wel in de functie die jou het beste ligt. We gaan in tegen het idee dat je een tweederangsburger zou zijn omwille van je geloof of omwille van hoe je eruit ziet.

Met andere woorden, we maken werk van een inclusief aanwervingsbeleid en heffen het verbod op levensbeschouwelijke symbolen op voor de medewerkers van de stad en haar onderdelen zoals het stedelijk onderwijs en het Ziekenhuis Aan de Stroom. In het Verenigd Koninkrijk is het zo dat zelfs in de regels over het politie-uniform de mogelijkheid voor een hoofddoek of tulband is opgenomen. Voor ons zit de neutraliteit in de dienstverlening van de medewerkers en in de manier waarop leerkrachten lesgeven, niet in hoe ze eruitzien.

Een brede waaier in onze samenleving wil de opheffing van het verbod op levensbeschouwelijke tekens bij overheidsdiensten. Van de vakbonden tot zowat elke progressieve feministische organisatie en antiracismevereniging: de overtuiging dat het onaanvaardbaar is om mensen een job te weigeren omwille van uiterlijke geloofskenmerken, is intussen breed gedeeld. Ook de Universiteit Antwerpen en de Antwerpse Hogescholen roepen op om het verbod af te schaffen. Zij zien de verregaande impact ervan op hun studenten. Met onze eis ‘schaf het verbod op levensbeschouwelijke tekens af’, ondersteunen we deze strijd.

Hoe verschilt wat wij willen met wat het stadsbestuur wil?

Burgemeester De Wever gaat er prat op dat burgers die de wet overtreden, zo snel mogelijk worden aangepakt. Met GAS-boetes, veel camera’s en veel politiecontrole wil hij de pakkans voor criminaliteit zo groot mogelijk maken. Althans, voor een deel van de criminaliteit. Want als het gaat over het discrimineren van mensen op de arbeidsmarkt of op de huurmarkt, dan zegt hij dat het debat over praktijktesten vergiftigd is. Hij wil er niets van weten. Ook schepen Els van Doesburg van de N-VA heeft al meermaals duidelijk gemaakt dat ze niet wil weten van de afschaffing van het verbod op levensbeschouwelijke tekens bij de stadsdiensten en in het stedelijk onderwijs.

Schepen voor gelijke kansen Bachar van Vooruit pakt dan weer uit met de gedane praktijktesten op Antwerps niveau. Die tonen zwart op wit aan dat er gediscrimineerd wordt. Maar omdat Bachars actieplan stopt bij sensibilisering, zijn die testen een maat voor niets. Immokantoren weten immers al heel goed dat ze niet mogen discrimineren: het maakt deel uit van de deontologische code van iedere makelaar. Het is opgenomen in de opleiding van elke makelaar en er worden al jaren vormingen en trainingen rond georganiseerd. Dat de testen aantonen dat er nog altijd gediscrimineerd wordt in Antwerpen, toont aan dat er meer nodig is.

In Antwerpen werd het verbod op levensbeschouwelijke tekens in het onderwijs ingevoerd in 2010 op initiatief van onderwijsschepen Robert Voorhamme van sp.a, nu Vooruit. De toenmalige burgemeester, Patrick Janssens (Vooruit), steunde het verbod volmondig. Sindsdien hebben alle schepencolleges van d stad dit verbod in stand gehouden, ook met Jinnih Beels van Vooruit als politiek verantwoordelijke voor het stedelijk onderwijs. Hoewel men sinds de vorige verkiezingscampagne beweert dat het standpunt is bijgesteld, heeft Vooruit de voorbije zes jaren mee het verbod op levensbeschouwelijke tekens in stand gehouden. 

De stad pakt uit met de campagne ‘Iedereen Antwerpenaar’, terwijl een aantal van de getoonde profielen op de posters niet eens mogen werken achter een stadsloket. Een andere campagne verspreidt de boodschap ‘Discriminatie? Reageer altijd!’ maar het stadsbestuur weigert zelf daadkrachtig op te treden wanneer de discriminatie zwart op wit bewezen is.

De PVDA voert al jaren consequent strijd tegen racisme en tegen alle vormen van discriminatie en voor een overheid die de kracht van diversiteit omarmt. In het kader van 21 maart, de internationale dag tegen racisme en discriminatie, trekken we samen met het brede middenveld door de straten van Antwerpen om te pleiten voor echte praktijktesten en voor een einde aan de discriminatie.

Ieder jaar organiseert onze jongerenbeweging RedFox het stadsfestival Divercity. Met duizenden jongeren geven ze het signaal dat er voor racisme en discriminatie in onze stad geen plaats is. En in de week van 21 maart helpen ze jongeren in tientallen Antwerpse scholen om in actie te komen.

Ook komen we op voor gelijke rechten, ongeacht geaardheid of genderidentiteit, steunen we de strijd in het kader van 8 maart tegen seksisme, trekken we aan de alarmbel voor een toegankelijke stad, enzovoort. De rode draad is duidelijk: in deze maatschappij mag er geen plaats zijn voor discriminatie.

____________________

1https://www.knack.be/nieuws/de-wever-over-praktijktesten-monitoring-zal-helpen-met-beleid-dat-op-lange-termijn-harmonie-verbetert/

 

Veelgestelde vragen

Zijn praktijktesten geen stigmatisering van goed bedoelende verhuurders of werkgevers?

Neem je verhuurders of werkgevers de keuzevrijheid af?

Is het wel wettelijk en eerlijk om mensen te misleiden?

Is een hoofddoek geen manier om vrouwen te onderdrukken?

Moeten ambtenaren niet neutraal zijn?