Betaalbare ouderenzorg

Dit stadsbestuur maakte haar woonzorgcentra fors duurder. De PVDA wil de factuur omlaag: de prijs van het rusthuis mag nooit hoger zijn dan je pensioen. Wij blijven strijden tegen privatisering: de zorg voor onze ouderen is geen winstmodel.

Wat we willen

  • We verlagen de prijzen van de woonzorgcentra bij het publieke Zorgbedrijf. Voor de korte termijn streven we naar een verlaging met 300 euro per maand naar de gemiddelde factuur van publieke woonzorgcentra in Vlaanderen. Op middellange termijn willen we dat je factuur niet hoger mag zijn dan je pensioen. 
  • We versterken het Zorgbedrijf als publiek stedelijk bedrijf en privatiseren het niet. We veranderen de naam ervan naar ZorgGroep Antwerpen en pakken de doorgeschoten managementcultuur aan.

Waarom is dat nodig?

Antwerpse senioren moeten diep in de buidel tasten wanneer ze naar een woonzorgcentrum gaan. De kostprijs van een kamer overschrijdt het gemiddelde pensioen met veel honderden euro’s. Het probleem stelt zich niet alleen in de commerciële, maar ook in de openbare woonzorgcentra van het Zorgbedrijf, de vroegere OCMW-rusthuizen. 

Senioren in onze Scheldestad hebben heel hun leven bijgedragen aan de samenleving, maar kunnen de nodige zorg in hun laatste levensjaren niet betalen. Ze zijn genoodzaakt hun spaargeld aan te spreken, of het eigen huis te verkopen dat ze opzij hielden om hun (klein)kinderen een duwtje in de rug te geven. Minder begoede senioren zijn op het einde van hun leven beschaamd te moeten aankloppen bij het OCMW of bij de kinderen om hun zorg te betalen. De stap naar een woonzorgcentrum of serviceflat is al groot. Door de financiële drempel stellen te veel senioren de zorg te lang uit, waardoor ze onveilig of in eenzaamheid leven.

Met het eigen Antwerpse Zorgbedrijf heeft de stad nochtans een sterke troef in handen voor betaalbare kwaliteitszorg. In heel het land slagen openbare woonzorgcentra erin lagere prijzen te hanteren en tegelijk meer personeel in te zetten dan commerciële woonzorgcentra. Zij hebben de wettelijke opdracht ieder van ons toegang te geven tot betaalbare kwaliteitszorg. Gezondheidszorg is immers een basisrecht, ook in je laatste levensjaren.

In de missie van het Zorgbedrijf staat dat iedereen de kans moet krijgen aan een betaalbare prijs comfortabel ouder te worden. Maar in de realiteit is het Zorgbedrijf in hetzelfde bedje ziek als commerciële spelers. Dure prijzen voor de bewoners en almaar minder personeel waardoor essentiële zaken zoals een persoonlijke babbel of een leuke activiteit… onder druk komen te staan. Bewoners zeggen ons: “Het zorgbedrijf is steeds meer bedrijf en steeds minder zorg.”

2500 euro per maand betalen ouderen gemiddeld voor een kamer in het Zorgbedrijf, inclusief het medisch supplement. Dat is ruim duizend euro boven het gemiddelde pensioen. En dat moeten ze elke maand ophoesten. De nieuwe gerenoveerde woonzorgcentra van het Zorgbedrijf zijn vaak nog veel duurder. In wzc Gitschotelhof in Borgerhout betalen ouderen meer dan 2650 euro per maand, in wzc Melgeshof in Merksem 2700 euro. 

Die hoge prijzen komen niet uit de lucht gevallen. Het stadsbestuur bespaart al tientallen jaren miljoenen op de dotatie aan het Zorgbedrijf. In 2012 bedroeg de dotatie nog 70 miljoen euro, vandaag 46 miljoen euro. Dat is een verlies van de helft van de stedelijke middelen als je rekening houdt met de indexering, want zonder besparingen zou de dotatie vandaag 93 miljoen euro zijn. 

De senioren werden het kind van de rekening. Het Zorgbedrijf vraagt een gemiddelde ligdagprijs van 76,62 euro per dag. Dat is tien euro meer dan de gemiddelde dagprijs van de openbare zorg in Vlaanderen. Zo betalen ouderen in het openbare woonzorgcentrum in Beerse 65 euro per dag, in Brecht 62 euro, in Geel 64 euro, in Westerlo 62 euro per dag, in Buggenhout 63 euro… Als dat daar kan, is dat ook mogelijk in Antwerpen.

Van het personeel wordt verwacht dat het harder en flexibeler werkt. Het voelt aan als bandwerk. Er blijft minder tijd over om echt voor de mensen te kunnen zorgen. Een degelijke ouderenzorg zet de senioren centraal en toont respect voor het personeel.

De ouderenzorg gaat gebukt onder besparingen, prijsstijgingen en een hogere werkdruk. Voor dit stadsbestuur (van N-VA en Vooruit) is ze klaarblijkelijk een last en een verliespost. Het stadsbestuur wil haar zelfs gedeeltelijk van de hand doen. Al jaren werkt het aan een plan om delen van het Zorgbedrijf te privatiseren en aan commerciële bedrijven te verkopen. Zorgmultinationals als Aedifica willen maar al te graag de ouderenzorg, het grijze goud, in handen krijgen om er mooie winsten op te maken. Maar de privatisering drijft de prijzen op en duwt de kwaliteit naar omlaag. Dat is vandaag duidelijk merkbaar. In commerciële woonzorgcentra werkt gemiddeld een vijfde minder zorgpersoneel per bewoner dan in openbare woonzorgcentra. Toch betaal je er een stuk meer voor een verblijf. De lijst voor verhoogd toezicht, waar woonzorgcentra na ernstige klachten op terechtkomen, staat al jaren vol commerciële inrichtingen. 

De commercialisering leidt tot onrustwekkende toestanden. De afgelopen jaren kwamen allerlei getuigenissen naar boven over Orpea. Deze zorgmultinational baat in België zestig woonzorgcentra en twintig inrichtingen van assistentiewoningen uit. Onderzoek van Lise Vandecasteele en de PVDA-fractie in het Vlaams parlement heeft blootgelegd hoe Orpea de boel belazert. Terwijl deze multinational geld voor de zorg doorsluist naar aandeelhouders in Frankrijk via verschillende fiscale constructies, bespaart hij de centra kapot. Gevolg? Gevaarlijk grote personeelstekorten, te weinig medisch materiaal, gebrekkige maaltijden en een onveilige infrastructuur. Het bedrijf staat door die financiële roversmentaliteit op de rand van het faillissement. In Frankrijk moest de overheid ingrijpen om Orpea te redden. 

Het is evident: de commercie in de zorg moet een halt toegeroepen worden. Maar met zijn privatiseringsplannen doet het Antwerps stadsbestuur het tegendeel. Omdat zo’n privatisering wettelijk niet mogelijk is, bestelde het stadsbestuur in 2021 zelfs een wetswijziging in het Vlaams parlement. N-VA, Open Vld en CD&V legden daar een privatiseringsdecreet op tafel dat de openbare ouderenzorg in de uitverkoop zou zetten. Samen met de vakbonden, de ouderenverenigingen en de zorgsector hebben we met de PVDA hemel en aarde bewogen om die wet tegen te houden. 

In een open brief schreef de brede zorgcoalitie: “We moeten vermijden dat commerciële actoren in de zorg enkel investeren omwille van het financieel rendement, ten koste van kwaliteit, betaalbaarheid, tewerkstelling en de arbeidsomstandigheden van het personeel. Die garantie biedt dit decreet niet.” Na twee jaar volgehouden strijd hebben we het privatiseringsdecreet kunnen tegenhouden. En zo is ook de privatisering van het Zorgbedrijf tot vandaag geblokkeerd. 

Hoe bieden onze voorstellen een antwoord op de problemen?

We willen een ouderenzorg waar de mens centraal staat, met als fundament ervan sterke openbare woonzorgcentra. De ouderenzorg mag geen koopwaar zijn. Openbare woonzorgcentra hebben de opdracht aan iedereen die dat nodig heeft, toegang te geven tot betaalbare kwaliteitszorg. Want gezondheidszorg is een basisrecht. Wij pleiten voor de uitbouw van een publieke non-profit zorg en voor het uitdoven van de commerciële zorg. 

Ook in Antwerpen willen we die openbare zorg uitbouwen. Wij gaan voor een stadsbestuur dat de zorg zo betaalbaar, toegankelijk en kwaliteitsvol mogelijk maakt. En dat dus in geen geval overgaat tot privatisering ervan. De senioren hebben recht op een bestuur dat met volle goesting de schouders zet onder de ouderenzorg. En het personeel van het Zorgbedrijf moet de tijd krijgen om een zorg te kunnen bieden waarin de mens centraal staat, in plaats van de cijfers. 

Voor de korte termijn streven we naar een verlaging van de factuur voor de woonzorgcentra van het Zorgbedrijf tot het gemiddelde van de openbare zorg in Vlaanderen. Dat wil zeggen dat de factuur met zowat 300 euro per maand daalt. Voor de middellange termijn is het doel dat je factuur voor het woonzorgcentrum niet hoger is dan je pensioen. Om dat mogelijk te maken dient het stadsbestuur opnieuw te investeren in de stedelijke ouderenzorg door de dotatie op te trekken naar het niveau van 2012. Een herinvestering van 47 miljoen per jaar. 

Daarnaast maken we komaf met de ‘managercultuur’ waarbij exorbitante bedragen worden uitgekeerd aan CEO’s. De voormalige directeur ontving een salaris dat hoger was dan die van de premier. Het is niet normaal dat andere woonzorgcentra in Vlaanderen, vaak zonder extra dotaties, goedkopere prijzen kunnen hanteren en meer personeel kunnen tewerkstellen. Overbodige kosten op management schrappen we.

Samen met de hele zorgsector dringen wij er bij de Vlaamse regering op aan hogere subsidies uit te keren voor de woonzorgcentra. De gesubsidieerde personeelsnormen zijn veel te laag. Woonzorgcentra zijn genoodzaakt meer personeel in te zetten dan de minimumnorm, maar de overheid subsidieert dit ‘bovennormpersoneel’ slechts gedeeltelijk. Wij willen de personeelsnorm verhogen van 0,6 naar 0,9 voltijdse equivalenten per bewoner. Dat is volgens de vakbonden en de werkgeverskoepels het absolute minimum om kwaliteitszorg te bieden. 

We streven ernaar dat je het woonzorgcentrum kan betalen met je pensioen. De gemiddelde factuur ligt momenteel honderden euro’s daarboven. De zorgbudgetten die ouderen daarvoor kunnen aanspreken, dichten deze kloof niet. Zorgbehoevende ouderen moeten aankloppen bij het OCMW, dat de factuur meestal doorstuurt naar de kinderen. Voor ouderen die de factuur niet kunnen betalen, voorzien we een bijpassing, rekening houdend met hun sociale en fiscale situatie en zonder dat we de kinderen ervoor aanspreken. 

Om de kloof tussen rusthuisfactuur en pensioen weg te werken, verlagen we de factuur, maar streven we ook naar hogere pensioenen

Kortom, we geven senioren opnieuw recht op een onbekommerde oude dag, met betaalbare kwaliteitszorg. Ook ouderen willen een betekenisvol leven, inspraak en autonomie. Ze willen verbinding met anderen en hebben dromen die ze willen waarmaken. We zetten de Zorg weer vooraan. Ooit waren de OCMW-rusthuizen de kroonjuwelen van onze stad. Laten we ze koesteren. We dopen het ZorgBedrijf om tot “ZorgGroep Antwerpen”. We halen de doorgeschoten managementcultuur uit de zorg en schrappen het woord ‘bedrijf’. Laten we opnieuw als samen-leving, als groep, voor onze ouderen zorgen, zoals we dat al zo lang doen.

Hoe verschilt wat wij willen met wat het stadsbestuur wil?

De N-VA wil komaf maken met een sterke publieke ouderenzorg. Zorg is volgens haar geen taak van de gemeenschap, maar van de markt. Met de taxshift van 2015 gaf N-VA-minister Van Overtveldt aan private spelers fiscale kortingen die hen een concurrentievoordeel bezorgden tegenover de openbare zorg. De N-VA probeerde tot tweemaal toe, met steun van coalitiepartner Vooruit, de privatisering te stemmen op onze gemeenteraad. Twee keer werd de beslissing ongedaan gemaakt na een klacht van de PVDA en van de vakbonden bij de provinciegouverneur.

N-VA-schepen Van Doesburg verdedigt fervent het privatiseringsbeleid. De N-VA wil én in het nieuwe Antwerpse bestuursakkoord én in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord opnieuw werk maken van een opening voor commerciële bedrijven in de openbare ouderenzorg. “Als overheid moet je niet naar je toe trekken wat de samenleving zelf kan doen (...) De hoop op een decreetwijziging heb ik dit jaar moeten opbergen, terwijl er wel degelijk bedrijven geïnteresseerd zijn om te participeren.” 

Met de PVDA hebben we telkens opnieuw een lans gebroken voor het behoud van de openbare zorg. We organiseerden acties en petities. We ondersteunden het protest van de vakbonden, het personeel en de bewoners om de privatisering tegen te houden. Vlaams volksvertegenwoordiger en gemeenteraadslid Lise Vandecasteele, schreef onder andere naar aanleiding van deze strijd in de ouderenzorg het boek “Wassen, plassen, slapen, klaar”. 

Met de PVDA zullen we er alles aan doen om een privatisering tegen te houden. We zullen ertegen ageren zowel op straat als in de gemeenteraad. Als de PVDA in het Antwerpse stadsbestuur komt, is dit voor ons een breekpunt. Geen winst op zorg!

Schepen Van Doesburg ontkent de hoge prijzen. Volgens haar zijn die vergelijkbaar met de andere zorginstellingen. Dat klopt niet. Ze komen misschien overeen met die van commerciële spelers, maar niet met die van de openbare of non-profit spelers. Die kosten 300 euro minder per maand. 

Met de PVDA brachten we meermaals de dure ligdagprijzen in de pers om het stadsbestuur te confronteren met de hoge prijzen. Samen met senioren hielden we een danswedstrijd, een “rock around the serviceflats” voor betaalbare assistentiewoningen op het Sint-Andries. 

In het Zorgbedrijf duldt schepen Van Doesburg geen tegenspraak. Voormalig CEO Johan De Muynck werd brutaal ontslagen met een dading, een gebruik om buiten de rechtbank een geschil op te lossen, zonder pottenkijkers. Hij zou zich te kritisch hebben opgesteld tegenover de slechte financiële cijfers. Kort na diens vertrek werd ook Frank De Roeck, de financieel directeur, met pensioen gestuurd, ook al met een dading. De asociale politiek van het stadsbestuur heeft achterkamertjes nodig en een autoritair bewind dat debat en andere meningen onmiddellijk muilkorft. Wij willen met de PVDA steunen op de ervaring, de kennis en de passie van alle personeelsleden.

____________________

1Exclusief de responsabiliseringsbijdrage die dient om de kosten van de pensioenen van statutaire werknemers mee op te vangen. https://www.zorgbedrijf.antwerpen.be/uploads/media/65857b2aa7099/zba-amjp-2020-2025-2024-20231129-v2-av20231220.pdf?v7 pagina 12

2https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie/vlaanderen/antwerps-schepen-van-doesburg-n-va-zuiver-publieke-zorg-organiseren-is-onbetaalbaar/10533738.html

 

Veelgestelde vragen

Is een lagere factuur betaalbaar?

Hanteert het Zorgbedrijf all-in formules die de prijs drukken?

Is het niet mogelijk alleen het vastgoed van het Zorgbedrijf te commercialiseren en de zorg publiek te houden?