Het stadsbestuur heeft de Antwerp Pride helemaal omarmd als city-marketingevent met overal mooie regenboogkleuren. Maar op deze ene week in augustus na, blijft de stad ter plaatse trappelen om discriminatie van LGBT+ personen tegen te gaan. “Antwerpen heeft recht op een Open Space, een huis waar iedereen die dat nodig heeft terecht kan voor professionele ondersteuning en indien nodig ook opgevangen kan worden,” zegt Ben Van Duppen (PVDA), “tijd dat het stadsbestuur ook iets meer doet dan enkel marketingcampagnes.”
De Antwerp Pride trekt dit weekend opnieuw door de stad. Het stadsbestuur heeft heel het centrum getooid in mooie regenboogkleuren. Maar de rest van het jaar is ze heel stil als het gaat over de maatschappelijke aanvaarding van LGBTQIA+ personen. Eergisteren werd nochtans opnieuw zeer duidelijk dat het nog altijd heel slecht gesteld is met hun welbevinden. Een kwart kreeg al te maken met fysiek geweld. Een derde zegt omwille van hun geaardheid of genderidentiteit beperkt zijn in hun kansen in de samenleving. De helft voelt zich niet veilig genoeg om te tonen wie ze zijn in het openbaar. “De Pride blijft nodig, zo veel is duidelijk” zegt Ben Van Duppen, woordvoerder van Mix, het regenboognetwerk van de PVDA.
De linkse partij zal morgen naar goede gewoonte mee opstappen in de parade. Maar naast de steun aan de gemeenschap, wil ze hiermee ook een boodschap geven aan het stadsbestuur. “We vragen van de stad veel meer concrete actie om LGBTQIA+ personen te ondersteunen” gaat Van Duppen verder, “de stad moet werk maken van een Open Space, een huis waar jongeren met vragen over gender en seksualiteit anoniem terecht kunnen voor professionele ondersteuning en zelfs huisvesting als dat nodig is.” In Frankrijk bestaan er al heel veel van zulke huizen, daar noemen ze het “Refuges”. De jongeren worden gehoord, gezien en geholpen door warme vrijwilligers. Maar, en dat is cruciaal, ook door opgeleide professionals. Dat geeft hen een basis die de sprong naar open zijn over seksualiteit en gender gemakkelijker maken. De Open Space zorgt zo na de coming-out, voor coming-in in de gemeenschap en de bredere maatschappij. Sinds 2018 is men in Brussel er ook mee gestart. Meer dan 300 jongeren hebben er al steun gevonden.
Maar in Antwerpen ligt het stadsbestuur hier niet wakker van. “De toelage aan het Roze Huis, de organisatie die Antwerpse queer organisaties omkadert, is al jaren niet gestegen. Ze hebben net genoeg middelen om vijftig mensen met vrijwilligers te woord te staan, per jaar. Voor een stad van meer dan een half miljoen inwoners is dit zelfs geen druppel op een hete plaat,” zegt Van Duppen, “het is tijd dat de stad meer doet dan enkel een communicatiecampagne. Een Open Space is een noodzakelijke plek om jongeren die het nodig hebben een luisterend oor en professionele ondersteuning te geven.”