Woensdag stemt het Vlaams parlement over het privateringsdecreet dat de openbare woonzorgcentra moet openbreken voor private investeerders. 'De plannen dienen de aandeelhouders van de silver economy', schrijft huisarts en PVDA-parlementslid Lise Vandecasteele, 'maar niet die van burgers en ouderen.'
Dit artikel verscheen eerder in Knack.
De vraag voor het decreet komt duidelijk uit Antwerpse hoek waar het stadsbestuur alles klaar heeft om haar Zorgbedrijf te privatiseren en een kwart van het vastgoed te verkopen. Het past in de besparingsplannen van het stadsbestuur in de ouderenzorg. Het decreet moet mogelijk maken dat openbare zorgvoorzieningen zelf private vennootschappen oprichten en er personeel en vastgoed in onderbrengen. Vennootschappen die vervolgens tot 49 procent van de aandelen kunnen verkopen aan investeerders van commerciële bedrijven.
Vreemd genoeg willen de indieners van het decreet zelf niet spreken van een privatisering. Zo zegt Tom Ongena (Open VLD) in het parlement dat 'het voorstel van decreet heel wat waarborgen bevat die maken dat er geen sprake is van een privatisering of commercialisering'. Maertens (VOKA) en Staes (Vlozo) bieden in hun opinie het voordeel van de duidelijkheid. Ze schrijven dat het voorstel 'overheidsbedrijven in de zorg doet vervellen naar private ondernemingen'.
Privatisering van openbare ouderenzorg: de kraak van de eeuw.
Ook de zorg- en welzijnssector is van oordeel dat het decreet de commercialisering van de zorg faciliteert. De Vlaamse Raad die onder meer de werkgeverskoepels, de ouderenraad, de vakbonden en de ziekenfondsen vertegenwoordigt, vreest dat het decreet de kwaliteit en de toegankelijkheid van de zorg zal ondermijnen. In een officieel advies geven ze aan niet akkoord te zijn met het decreet. Maar de meerderheidspartijen steken de vingers in de oren en gaan met de goedkeuring van VOKA door met de privatiseringsplannen.
Het privatiseringsdecreet is nodig om 'de toekomst van de ouderenzorg in Vlaanderen veilig te stellen', klinkt het bij VOKA en Vlozo. Sta me toe daar een aantal kanttekeningen bij te maken. Want zoals Maertens en Staes zeggen, is een deel van de ouderenzorg vandaag al in handen van grote commerciële bedrijven. En daar vallen best wel wat lessen uit te trekken.
'Uit de meest recente cijfers blijkt ondubbelzinnig dat de dagprijzen van de publieke woonzorgcentra vandaag sneller stijgen dan die van private woonzorgcentra', schrijven de heren. Dat baart ook mij zorgen, maar wat ze niet zeggen is dat de commerciële woonzorgcentra ruim 200 euro per maand duurder blijven dan de openbare.
'Er is fundamenteel geen verschil in kwaliteit tussen publieke en private woonzorgcentra', gaan de pleitbezorgers van de privatisering verder. Beweren dat er geen risico's verbonden zijn aan commercie in de zorg is toch het licht van de zon ontkennen. In de feiten zien we dat vooral commerciële woonzorgcentra onder verhoogd toezicht staan vanwege ernstige kwaliteitsgebreken. Tijdens de corona pandemie moesten de crisismanagers van de overheid vooral bijstand bieden bij commerciële uitbaters omdat het helemaal fout liep. En dan ga ik nog niet in op de getuigenissen van personeel over het besparen op voeding en incontinentiemateriaal.
Ondanks de lagere dagprijs kennen de openbare woonzorgcentra een grotere personeelsinzet. Maertens ziet dat als een probleem want dat kost geld. 'De personeelskost ligt aanzienlijk hoger vanwege andere loon-, verlof- en pensioenvoorwaarden.' Een privatisering zou daaraan verhelpen. De helden van de zorg hebben blijkbaar niet lang op respect moeten rekenen bij VOKA. Een betere verloning, meer handen aan het bed en voldoende recht op rust is nochtans cruciaal voor een goede zorg, leert de coronacrisis ons nog maar eens.
Dat VOKA alles afmeet aan winst en aandelenwaarde is een realiteit voor de commerciële bedrijven die het vertegenwoordigt. Maar die logica gaat niet op voor openbare zorgvoorzieningen. Zij hebben de opdracht elke burger een kwaliteitsvolle, betaalbare en toegankelijke zorg te garanderen. De meerwaarde die ze de samenleving opleveren is onbetaalbaar.
We betalen veel belastingen maar krijgen daar ook iets voor terug, zoals toegang tot onderwijs, vervoer, veiligheid en zorg. De openbare zorg wordt daarvoor ook gewaardeerd. Zo pleit de Vlaamse Ouderenraad voor een sterk publiek aanbod dat alle ouderen goede zorg garandeert. Ook zij die zich in een kwetsbare situatie bevinden en zij die nood hebben aan meer complexe of duurdere zorg. De publieke zorg zet de toon qua prijs en oefent meteen ook een invloed uit op de markt.
Daarnaast biedt de openbare sector continuïteit, omdat ze onttrokken is aan de grillen van de vrije markt. 'Help, het rusthuis van mijn oma is failliet' is steeds vaker een harde realiteit. In april nog ging het Brusselse woonzorgcentrum Home Sebrechts van de commerciële uitbater Armonea failliet. 140 bewoners moesten op zoek naar een andere thuis.
Investeerders hebben enkel interesse als ze een mooi rendement kunnen maken. Geld dat opgehoest moet worden door de ouderen zelf of via de subsidies van de overheid.
Om de publieke zorgsector open te breken grijpt Maertens naar de laatste strohalm, het argument waarvoor elke bestuurder vatbaar is: de financiering van onze ouderenzorg. Private investeerders als reddingsboei om de toekomst van de ouderenzorg veilig te stellen. De indieners van het decreet spreken van 'extra kapitaal aantrekken waarmee men volop kan investeren'. Alsof private investeerders liefdadigheidsinstellingen zijn.
De investeerders hebben enkel interesse als ze een mooi rendement kunnen maken. Geld dat opgehoest moet worden door de ouderen zelf of via de subsidies van de overheid. Dat er mooie rendementen te rapen vallen toont de bloeiende 'silver economy'. 'De voorbije vijftien jaar lag de focus niet op welzijn, maar op groei en geld verdienen. Gigantisch veel geld', zegt investeringsbankier Kris Cuyvers die het van de eerste rij meemaakte. Zo zijn beursspeculanten verlekkerd op zorgvastgoed.
Dat privatiseren een oplossing is voor de financiën van de lokale gemeenten is dan ook boerenbedrog. Het gaat om een zoveelste kortzichtige sale-and-lease-backoperatie, deze keer van openbaar zorgvastgoed en van de zorg en ondersteunende diensten. Het voorstel van de Vlaamse regering is dan ook een historische stap in de foute richting. De kraak van de eeuw in de openbare ouderenzorg. In plaats van onze openbare zorg als koopwaar in de markt te zetten, zou men die beter inzetten voor het garanderen van betaalbare en kwaliteitsvolle zorg voor elkeen. Als trendsetter voor prijs, kwaliteit en personeelsinzet. Dat is in het belang van ons allemaal.