De Hobokense districtscoalitie van N-VA, sp.a en CD&V presenteerde haar bestuursakkoord in de districtsraad. De nieuwe fractie van PVDA Hoboken, met Tim Joye, Tineke Elst en Abderrahim Badri, besliste om tegen te stemmen. Het akkoord is helemaal niet ambitieus genoeg voor de sociale uitdagingen die in het district bestaan. Voor het plan van een grote toren aan de Zwaantjes en voor de sluiting van het speelplein in de Meetjeslandstraat biedt het bestuur ook geen oplossing. PVDA Hoboken was de voorbije jaren heel erg actief rond deze thema’s, samen met de strijd tegen de luchtvervuiling in de wijk Moretusburg. Lees hier de volledige tussenkomst.
PVDA zal dit bestuursakkoord niet goedkeuren. Het is een akkoord waar veel aan gewerkt is, maar het scoort echt ondermaats om een antwoord te kunnen bieden aan een aantal grote noden in ons district.
Er zijn verschillende concrete actiepunten om fietsen vlotter en veiliger te maken. Heel goed. Er wordt hard gewerkt aan de heraanleg van het centrum. Fantastisch. Er is een duidelijk engagement voor een uitbreiding van de groene long. Schitterend. Grote stappen vooruit voor de mensen van Hoboken. Maar als wij in Hoboken met de mensen in de straat spreken, dan horen we toch ook grote uitdagingen, die in dit akkoord veel minder ambitie krijgen.
Jeugd, bijvoorbeeld. We zien veel jongeren die geen blijf weten met zichzelf. Er is weinig ontmoetingsruimte voor hen, weinig open aanbod. Er word wel aandacht besteed aan wie in een jeugdbeweging zit, maar wat gaat het district doen om alle andere jongeren te bereiken?
Of armoede. Armoede is in heel Vlaanderen een probleem, dus ook in Hoboken. In het akkoord lijkt ‘wijkwerking op maat’ de magische oplossing. Maar als we op de commissie meer uitleg vragen achter de beloftes, kan niemand ons meer duidelijkheid geven.
En dan het thema diversiteit. Op één puntje onder cultuurbeleid na is diversiteit zelfs helemaal afwezig in dit bestuursakkoord!
Hoboken is van iedereen
Voor ons moet een bestuur de ambitie hebben om het leven voor alle inwoners van het district te verbeteren, maar als ik in dit bestuur een onderscheid maak tussen de concreet en uitvoerig uitgewerkte delen en de minder uitgewerkte delen, dan krijg ik toch de indruk dat dit bestuur het vooral wil verbeteren voor die mensen die het al goed hebben.
Die indruk geldt als het over thema’s gaat, maar ook als het over buurten gaat. Er zijn toch een aantal buurten in Hoboken waar we van weten dat de noden hoog zijn, dat ze extra aandacht vragen.
Ten eerste: de hele regio Hoboken-Noord. De buurt snakt naar vernieuwing. Naar groen, naar ontmoetingsplekken, naar speelruimte. Ze verdient een absolute prioriteit in het akkoord, op alle domeinen, maar daar is niets van te vinden. Een vaag punt over “onbenutte ruimte” dat blijkbaar op de Lemmerz-site moet doelen. Dat is niet voldoende. We dagen het bestuur uit om dit akkoord voor te leggen aan de mensen uit Hoboken-Nood. Stel hen de vraag of ze vertrouwen hebben in een deftige vooruitgang binnen zes jaar. Maar eerlijk gezegd vrezen we voor het antwoord.
Komt er meer speelruimte voor de kinderen in de wijk? Sinds de burgemeester het speelplein van de Meetjeslandstraat heeft gesloten, is er niets meer. En de grote populariteit van dat plein was net een bewijs dat er nog veel meer nodig is dan één speelpleintje. Het akkoord belooft “extra speelgelegenheden” voor het district, maar maakt dat niet concreet. Ons voorstel: als je de belangen van jeugd au sérieux neemt, dan engageer je je als district voor minstens drie speelplekken in Hoboken-Noord binnen de eerste twee jaar van de legislatuur.
Ten tweede: de Stuivenbergwijk aan Don Bosco. Een hele nieuwe wijk, met allemaal nieuwe bewoners, waaronder veel grote gezinnen. Bijna niemand kent elkaar, en dat geeft samenlevingsproblemen. Veel Hobokenaren spreken ons erover aan. De buurt heeft dringend nood aan een ontmoetingsruimte: een buurthuis, een open speelplein met een buurtregisseur of jeugdwerker om de mensen samen te brengen. Waarom niets daarover in het bestuursakkoord? Geen enkel concreet engagement.
Ten derde: de Zwaantjes. Het bestuur wil volgens het akkoord aandringen bij het Vlaams Gewest om het kruispunt opnieuw aan te leggen, maar zwijgt over de beslissing van de stad voor een toren van zestien verdiepingen. Mevrouw Toen zegt in het akkoord dat ze blij is met het voornemen van het stadsbestuur om het district te betrekken bij grote bouwprojecten, maar wat belet haar in dat geval om alsnog een advies te stemmen over dit dossier? Die toren gaat de draagkracht van de wijk te boven. Het protest van de bewoners gaat om meer dan een toren alleen. Het gaat ook over het gebrek aan groen, het slecht georganiseerde verkeer… De Zwaantjes heeft vernieuwing nodig, maar die moet vertrekken van een analyse van de wijk. Zorg voor een spreidingsplan voor nieuwe sociale voorzieningen, in plaats van alles vol te proppen op één plaats, zestien verdiepingen boven elkaar, enkel omdat een bouwpromotor het zo wil. Het nieuwe bestuursakkoord van de stad zegt zelf dat er een maximum moet komen van zes bouwlagen voor de twintigste-eeuwse gordel.
Het is teleurstellend voor deze wijken dat er door het nieuwe bestuursakkoord niet meer aandacht besteed wordt aan deze prangende problemen. In de inleiding van het akkoord lees ik dat “elke wijk een eigen aanpak verdient”, maar ik vind geen ambitie om dat ook effectief te realiseren. Voor de bouwdruk in de Zwaantjes: geen oplossing. Voor de samenlevingsuitdagingen in de Stuivenbergwijk: geen oplossing. Voor het gebrek aan speelruimte in Hoboken-Noord: geen oplossing.
Participatie is meer dan communiceren
Wanneer we met inwoners van Hoboken spreken, dan zien we een duidelijke rode draad: de frustratie over te weinig participatie.
Heeft iemand de buurt in de Meetjeslandstraat ingelicht over de beslissing om het speelplein te sluiten? Zijn de mensen na oktober nog bijeengebracht om hun grieven kenbaar te maken, om misschien de collectieve wijsheid te gebruiken en tot oplossingen te komen? Nee, niets van dat alles.
Over de Zwaantjes vertelt de districtsvoorzitster dat ze de toren aan de Zwaantjes persoonlijk geen slecht idee vindt, maar dat de buurt beter geïnformeerd had moeten worden. Maar participatie is niet gelijk aan communicatie. Informatie verschaffen, dat is communicatie, maar geen participatie. Participatie, dat betekent actief luisteren naar de betrokkenen. Zelf naar de mensen toestappen als er problemen zijn, en ook rekening houden met hun mening.
Trouwens, ook wat betreft communicatie zou het nieuwe districtsbestuur, met nagenoeg dezelfde samenstelling als het vorige, toch iets kritischer mogen staan tegenover haar eigen beleid in de voorbije jaren. Ga eens spreken met de bewoners van de Meerlenhoflaan. Hun straat ligt al anderhalf jaar open. Deze zomer hoorden ze maandenlang niets over stand van zaken in het dossier. Sinds de werken opnieuw begonnen zijn, is er ook geen enkele communicatie meer geweest. Terwijl de participatie op voorhand al niet optimaal was. Drie inspraakmomenten zouden er komen voor bewoners, om de nieuwe inrichting van de straat te bespreken. Er is er maar één geweest. Daarna lagen de werken een jaar stil, maar wie dacht dat die tijd gebruikt zou worden om dan toch nog een extra inspraakmoment in te leggen, kwam bedrogen uit.
Hetzelfde geldt voor de wijk Moretusburg. Twee keer per jaar een infokraam over de milieuresultaten is een hele grote stap vooruit. Maar er blijven nog grote hiaten. Nieuwe bewoners zijn vaak nog altijd niet op de hoogte van de loodvervuiling in die wijk. Regelmatig blijven we mensen in de wijk ontmoeten die verhuisd zijn en aan verbouwen beginnen met kinderen in de buurt, zonder dat ze van iets wisten. Het districtsbestuur had zich nochtans geëngageerd om alle nieuwe inwoners in de wijk actief in te lichten.
Armoede bestrijden maakt samenleven gemakkelijker
Voor ons als PVDA is het belangrijk dat een districtsbestuur ook over sociaal beleid en armoede iets kan zeggen. Want armoede is een groot probleem in Hoboken. Dat het bestuur nu voor het eerst ervoor kiest om hier ook een programma en een budget voor te maken, is een belangrijke stap vooruit.
Maar de voorstellen in het akkoord blijven toch wel heel vaag. Voor armoede moet je ambitie hebben! Investeer in meer mensen. Er is een tekort aan sociaal werkers. In de sociale woningen, in onze buurten algemeen. Een voorbeeld: een buur heeft problemen en we zoeken hulp voor hem. Maar waar kan hij terecht? Tientallen telefoons later, maar niemand die tijd had om te helpen.
Ons voorstel: start een wijkhuis in elke wijk. Daar kunnen mensen samenkomen, en daar kan een sociaal werker of buurtregisseur je helpen met problemen, of activiteiten organiseren. Dus niet één wijkhuis voor heel Hoboken, maar verschillende wijkhuizen: in de Stuivenbergwijk, in Hoboken-Noord, in Moretusburg…
In de tekst over armoede zien wij maar één concreet engagement: de strijd tegen de lege brooddozen. Dat vinden we heel positief. De kinderarmoede aanpakken, dat moet altijd een prioriteit zijn. We hopen dan ook dat het bestuur deze belofte in het akkoord echt zal nakomen.
Maar er is ook een structurele aanpak nodig. Op de commissie vertelde schepen De Boeck dat hij vooral met projecten wil werken. Daar hebben wij toch wel vragen bij. Armoede is een structureel probleem, dat gaat niet weg met een eenmalig project. Dus heeft armoede ook structurele oplossingen nodig.
Cultuur en diversiteit
Het is aangenaam om te lezen in het bestuursakkoord dat het district zal blijven inzetten op het verenigingsleven, op sport en op cultuur.
Het Gravenhof is een mooi voorbeeld van hoe men mensen van de verschillende gemeenschappen en culturele achtergronden bij elkaar kan brengen, om zo samen plezier te maken en van elkaar te leren, en ook elkaar beter te leren kennen. Een eerste stap wordt gezet naar deze gemeenschappen door hen uit te nodigen om hun culturele aanbod naar het cultureel centrum te brengen.
Jammer dat diversiteit niet uitgebreider aan bod komt in het akkoord, bijvoorbeeld met meer nadruk op de culturele eigenheid van feestelijkheden. Als we zien naar het succes van de kerstmarkt en de nieuwjaarsreceptie, en hoe die activiteiten mensen samenbrengen, dan denken we dat hier toch ook andere mogelijkheden zijn.
We zouden bijvoorbeeld een intercultureel feest kunnen organiseren, zoals een iftarmaaltijd of een Suikerfeest, om de autochtone bevolking meer vertrouwd te maken met de voor de moslimgemeenschap zeer belangrijke vastenmaand, de ramadan. Misschien in combinatie met het openstellen van de moskee, of gewoon op de Kioskplaats, dit zou succesvolle integratie ten goede komen.
We hadden met andere woorden liever een meer integratietoegankelijk akkoord gezien.
Een modal shift voor fietsen én openbaar vervoer
Het positieve aan het bestuursakkoord is dat het een heleboel concrete ambities omvat voor betere fietspaden.
Maar ook voor openbaar vervoer is er toch meer nodig. Het bestuur wil het gebruik aanmoedigen door de capaciteit te behouden, aldus het akkoord. Is dat geen tegenstelling? Wie al eens de tram of bus nam tijdens de ochtendspits, weet beter. Overvol zitten ze, zo moedig je het gebruik niet aan. Als het districtsbestuur het ernstig meent met de modal shift die nodig is voor de gezondheid en leefbaarheid van onze stad, dan moeten ze een standpunt durven innemen tegenover De Lijn dat er meer capaciteit nodig is. Het is alvast positief dat het akkoord dit wel doet voor de waterbus en er duidelijk voor pleit dat ook Hoboken een aansluiting wil.
Groen voor elke Hobokenaar
Tot slot willen we onze steun uitspreken voor de groene plannen in het akkoord, maar met enkele bedenkingen. Het is positief dat er een ambitieus plan uitgesproken wordt om werk te maken van één aaneengesloten groene long. De klimaatopwarming is een gigantische uitdaging, dus we verwachten van onze overheden op elk niveau ambitieuze initiatieven. Een eengemaakte groene long is niet alleen goed voor de wandelmogelijkheden voor Hobokenaren en toeristen, maar ook en vooral voor de verspreidingsmogelijkheden van planten en dieren.
Diezelfde ambitie willen we wel echt zien voor de beloofde ‘groene sproeten’ in het akkoord. De formulering in het akkoord is te vaag. “Het kan een mooie aanvulling zijn.” Neen, die groene sproeten zijn broodnodig. Voor het klimaat én voor onze bewoners. In de vorige legislatuur is er een serieus deel bebost gebied verloren gegaan. Het Eikenbos, het bosperceel achter de Colruyt, enzovoorts. Onze bomenbalans moet opnieuw omhoog. Niet alleen door de uitbreiding van de groene long, er is groen nodig in élke wijk. Dat is voor de PVDA ook een kwestie van democratie. Ook de inwoners van Hoboken-Noord hebben recht op meer groen uitzicht vanuit hun woningen. Groene sproeten zijn daar een goed middel voor. Verticaal groen en tegeltuinen ook. De vraag is alleen: wat verstaat het bestuur onder ‘aanmoedigen’? Zal hier budget tegenover staan?
De verspreiding van het groen is essentieel voor de klimaatadaptatie van onze stad. Dat gaf ook Natuurpunt aan in haar reactie op het bestuursakkoord van het district. Dus graag binnenkort concrete ambities van de bevoegde schepen: voor hoeveel groene sproeten gaat dit bestuur? En waar komen ze?
Kortom: het bestuursakkoord bestaat te veel uit vage beloftes, terwijl nog te veel noden onbeantwoord blijven.