Op de gemeenteraad van mei 2019 stond de privatiseringsovereenkomst van de schaatsbaan van Deurne op de agenda. Mie Branders hield een sterk pleidooi voor het behoud van publieke en betaalbare schaatsinfrastructuur. De N-VA ziet er geen probleem in de verdubbeling van de toegangsprijs. Lees hier de tussenkomst van Mie Branders.
“Meneer Van Campenhout, u hebt als schepen van Sport meermaals beloofd dat de ijsbaan Ruggeveld in handen van de stad zou blijven. Want, zei u: “de kost voor de bouw en het uitbaten van een nieuwe ijsbaan zou te weinig rendabel zijn voor private ondernemingen.”
Nu zien we dat u toch een oplossing hebt gezocht, volkomen op maat van de private uitbater. De nieuwe concessiehouder mag de toegangstarieven ‘marktconform’ maken, dat wil zeggen verdubbelen. Schaatsen kostte in Ruggeveld 4 euro, het huren van de schaatsen inbegrepen. Dat gaat nu naar 5 euro exclusief de huur van schaatsen, dat zal voortaan 3 euro kosten. De prijzen mogen dus “marktcomform” verdubbeld worden van 4 euro naar 8 euro zoals bij al de andere geprivatiseerde ijsbanen van de provincie Antwerpen. De Antwerpenaren krijgen een korting en moeten “slechts” 7 euro betalen.
Voor de clubs wordt de prijs per uur meer dan verdrievoudigd tegenover het huidige tarief tot 40 euro per uur. Het aantal schaatsuren wordt gelimiteerd tot 1300 uren in plaats van de huidige 1800 à 1900 uren gebruik per jaar.
De cadeaus worden voornamelijk aan de kant van private concessiehouder uitgedeeld. Geheel in de lijn van de N-VA-ideologie. En om dat allemaal in een sociaal sausje te gooien, formuleren we dat in onze stad als volgt: “de concessiehouder draagt bij aan de realisatie van een publieke opdracht (…) waarbij het algemeen nut en welzijn wordt gediend, zijnde het openstellen van een voor het publiek toegankelijke schaatsbaan.“
De stad schenkt een investeringstoelage van 7,5 miljoen euro voor de bouw, die 13 miljoen euro zal kosten. 60% van de investering wordt dus door de stad gedragen. Daarbovenop komt een jaarlijkse exploitatietoelage van 450.000 euro. Dat is wat de stad nu betaalt voor het eigen personeel en voor het onderhoud van de huidige ijsbaan. De opstalvergoeding, de vergoeding voor het gebruik van de stadsgronden, aangerekend aan de concessienemer, bedraagt amper 11.338 euro bedraagt per jaar.
Dit is de zoveelste privatisering of uitverkoop van sportinfrastructuur en -faciliteiten waar Antwerpenaren van arm tot rijk aan zeer democratische prijzen gebruik van konden maken.
De infrastructuur van de skiclub Zondal werd afgebroken en de grond verkocht voor de bouw van het commercieel recreatief zwemcomplex. Vijftig jaar lang kon iedere Antwerpenaar leren skiën aan zeer sociale prijzen die ver onder de marktconforme tarieven lagen. Nu kun je het volgende lezen op de facebookpagina van skiclub Zondal: “de exuberant hoge prijzen te Aspen zorgen ervoor dat vele Zondal-leden hebben afgehaakt en deels zijn vervangen door mensen die kapitaalkrachtiger zijn. De leuze dat je op Zondal kan skiën of je nu dokwerker bent of chirurg is dus compleet achterhaald. Terwijl dat juist de kracht was van Zondal.”
De N-VA ziet geen enkel probleem in de verdubbeling van de prijzen. “Voor kwaliteit moet je betalen”, klinkt het. “De Ruggeveld-schaatsbaan was afgeleefd en de schaatsen die je huurde waren versleten. Nu krijg je twee schaatsbanen en betere schaatsen.” Schepen Van Campenhout liet weten dat hij op de tram aan een dame had verteld dat een schaatsbeurt in de nieuwe piste maar vijf euro kostte. De dame in kwestie vond dat best meevallen, en dus is er voor de schepen geen vuiltje aan de lucht.
Mie Branders repliceerde dat de stad inderdaad decennialang niet geïnvesteerd heeft in schaatsinfrastructuur en dat dat een schande is. Maar het is niet omdat de infrastructuur aan vernieuwing toe is, dat je die dan ook meteen moet privatiseren. “Als onze scholen gerenoveerd moeten worden geven we ze ook niet uit handen aan Studio 100”. Met PVDA zullen we ons blijven verzetten tegen de privatisering van sportinfrastructuur die er steeds voor zorgt dat de publieksprijzen stijgen.