"Winkelpersoneel in deze omstandigheden? Je moet het maar doen hé?"
In de lijst van al die helden die ons door coronatijden helpen zijn zij niet van de minsten: het personeel in supermarkten. Ze zijn slecht betaald, werken flexibele uren, maar in de eerste dagen kregen ze wel een stormloop over zich heen. En ook nu blijven ze zorgen voor zekerheid van alle levensnoodzakelijke producten in moeilijke omstandigheden. Een interview met Dylan Van Looy, BBTK afgevaardigde bij Lidl.
De afgelopen weken is er enorm veel veranderd voor jullie in de winkels. Het losbreken van de coronacrisis, wat heeft dat eigenlijk betekend?
Dylan Van Looy. In de eerste dagen dagen na de aankondiging van de lockdown kwam er een ongeziene stormloop op de winkels. Dat gebeurde zonder dat er iemand op was voorbereid. Het was een complete overrompeling van mensen. Eigenlijk was het die dagen bijna onverantwoord dat we open bleven. Met de ruzies, de lege rekken, het toiletpapier dat op was en alle toestanden... Klanten kwamen met veel te veel samen, dicht bij elkaar, dat was ronduit gevaarlijk. Ook de directie was nergens op voorzien. Het was pas toen alle andere winkels dicht moesten dat er een tweede faze is gekomen. Daarin hebben we alle noodkreten en bezorgdheden van het personeel opgenomen om te zorgen dat ze werden aangepakt. En na heel wat discussies en afspraken zijn we uiteindelijk gekomen tot een veiligere situatie waarin we nu kunnen werken.
Hoe hebben jullie dat dan in handen genomen vanuit de vakbond als de situatie zo geëscaleerd was?
Dylan Van Looy. Wij doen een belangrijke job: zorgen dat iedereen naar de winkel kan en eten heeft. Dat maakt dat wij ook niet zomaar kunnen stoppen. Maar je moet wel beseffen dat het allesbehalve vanzelfsprekend is om die job te blijven doen met de risico's die er met het coronavirus zijn gekomen. Met veel mensen die elke dag langskomen in de winkel, die aan de kassa passeren, die zelf niet in hun normale doen zijn. Je moet daar maar allemaal mee om kunnen.
Op het begin hebben we het regionaal proberen op te vangen. Maar al snel daarna is er een structuur van crisisoverleg tussen werknemers en directie gekomen binnen Lidl. Met vertegenwoordigers uit het gemeenschappelijk vakbondsfront vanuit de 5 regio’s rond de 5 distributiecentra. Daar is er heel veel discussie gevoerd en hebben we al onze eisen over het recht om veilig te kunnen werken naar voor gebracht, waarmee er snel maatregelen werden genomen. Dat crisisoverleg blijft ook werken tot op vandaag.
Wat is er nu allemaal veranderd en is de situatie veilig en werkbaar voor jullie?
Dylan Van Looy. Het gaat ondertussen over een waslijst aan maatregelen die doorgevoerd zijn, ik moet er bijna een archief van maken. Een van de belangrijkste is de beperking van het aantal klanten tot 1 klant per 10 vierkante meter. Maar daarnaast gaat het ook over het inzetten van extern personeel om ons te ondersteunen. De filialen hebben ook zelf inspraak gekregen om zelf de winkel te sluiten indien de veiligheid dat vereist. De openingsuren werden ingekort. En dan zijn er alle maatregelen zoals de stickers op de grond om afstand te bewaren, plexiglas bescherming aan de kassa’s, … Allemaal maatregelen waar de stem van de vakbondsafgevaardigden een grote rol in heeft gespeeld. De omzetcijfers die we vroeger moesten halen, daar wordt nu helemaal niet meer over gesproken.
Ondertussen is het ook rustiger geworden. Nu kunnen we eindelijk ons werk doen zoals het altijd zou moeten kunnen. Met de nodige tijd om alle taken in de winkel op te nemen. Nu moeten we ons enkel bezig houden met te zorgen dat mensen bediend worden van alles wat ze nodig hebben, niet met de cijfers. Natuurlijk is die discussie ook niet voor altijd achter de rug. Zo blijft er bijvoorbeeld strijd met de directie als ze nu de non-food (zoals bvb promotie van tuinmeubelen of dergelijke producten) terug willen starten.
We kregen ook al vaak te horen over de moeilijkheden en conflicten met klanten?
Dylan Van Looy. Het is zo dat er eerste dagen continu discussies waren. Over allerlei zaken. Producten die niet beschikbaar waren. Bancontact in plaats van cash. En wat tot vandaag vaak een punt blijft: het afstand houden van elkaar. Om al die dingen goed te krijgen is er een mentaliteitswijziging nodig, waarin iedereen moet leren om zich aan te passen. En die komt er spijtig genoeg niet vanzelf.
Jullie hadden begin maart nog acties gevoerd over de werkomstandigheden in verschillende Antwerpse filialen? Zijn die acties nu nog nuttig gebleken?
Dylan Van Looy. Juist de week voor de crisis startte hadden we op zaterdag en maandag juist stakingen gehad in Kontich en in Deurne, over de verplaatsing van personeel en de werkomstandigheden in de winkels. De strijdvaardigheid die er toen getoond is maakte dat de directie onze daadkracht kent, en dat ze weten dat we het niet bij waarschuwingen laten als we met onze eisen naar voor komen. Zo is er nu enkele keren gedreigd om inspectie er bij te roepen als veiligheidsafspraken rond corona niet gerespecteerd werden. Maar dat is nog niet nodig geweest.
De collega’s in de winkels moeten werken in moeilijke omstandigheden. Is het niet vanzelfsprekend dat er compensatie komt nu winkels zo veel verkoop doen?
Dylan Van Looy. Die verwachting is er zeker. En dan niet in kortingsbons waar je weinig aan hebt. Maar met extra verlof of een echte financiële compensatie waar de collega's en hun gezin ook wat mee zijn. Dat is een discussie die we ook de eerstvolgende dagen in het crisisteam voeren.
Welke zijn de zaken die jou bij blijven en die ook na deze crisis van belang zullen zijn?
Dylan Van Looy. Wat nu bijzonder hard leeft, is hoe ons management vanaf een bepaald niveau onzichtbaar is geworden. Terwijl het gewone personeel de risico’s loopt en de winkel doet draaien. Dat gaan we niet snel vergeten.
Nu merken we ook hoe we zouden kunnen werken zonder die druk van de cijfers en van de winst. We zijn over sommige zaken al twee jaar in onderhandeling maar er is een crisis als nu nodig voor dat bepaalde zaken kunnen. Alle afspraken die nu gemaakt worden tonen hoe het werk ook kan mét inspraak van het personeel. Dat moeten we verderzetten als heel de crisis voorbij zal zijn. Zodat respect en waardering geen cliché zijn.
Ons werk is levensnoodzakelijk, mensen moeten eten kunnen kopen. Maar het personeel moet wel zo veilig mogelijk kunnen werken. Als dat gegarandeerd is zijn we blij dat we onze job kunnen doen en de mensen kunnen helpen.