Dit dossier is het resultaat van 248 gesprekken, gevoerd door een tiental PVDA-leden, met wijkbewoners in een twintigtal straten verspreid over heel 2060. Het is een neerslag van wat er écht leeft, rechtstreeks uit de straten, van achter de voordeuren, en uit de online antwoorden.
We hebben twee dingen geleerd: de problemen in 2060 zijn geen losse eilandjes. Ze vormen één, samenhangend verhaal. Een verhaal over een wijk die constant onder druk staat. Maar ook een wijk die de bewoners in hun hart hebben gesloten. Iemand verwoordt het zo: “Het is hier ondanks alles goed wonen. 2060 verdient RESPECT!” En net daarom wil men absoluut van de problemen af.
Het gevoel van 'geen rust'
De meest gehoorde klacht in onze bevraging was niet zomaar een klacht. Het was een zucht. De zucht van "geen moment van rust". Bewoners beschreven hun wijk als een plek waar de prikkels nooit stoppen. Het is het constante lawaai van het verkeer. Het is het feit dat velen klein en slecht behuisd zijn, waardoor het leven zich noodgedwongen op straat afspeelt. Het is het gebrek aan écht, toegankelijk groen om op adem te komen. Zoals een bewoner het in de enquête verwoordde: "Alles op een hoop: lawaai, vuil, drukte. Geen rust". In deze context van voortdurende overprikkeling, wordt één probleem de druppel die de emmer doet overlopen: het alomtegenwoordige zwerfvuil.
Meer dan vuilnis: een symbool
In onze gesprekken werd pijnlijk duidelijk dat zwerfvuil in 2060 meer is dan een logistiek probleem. Er zijn inderdaad te weinig vuilbakken. Op het Schoolplak bijvoorbeeld zijn er rond het speeltuintje en aan de stenen tafels ongeveer 75 zitplaatsen voorzien, maar er staan slecht 4 vuilnisbakken op heel het plein, en dan nog aan de rand ervan. Maar het is ook een dagelijkse confrontatie met een gebrek aan respect. We hoorden verhalen die dit gevoel 'body' geven:
De hardste analyse kwam misschien wel van een bewoner die zei: “Mensen die als vuil behandeld worden, zullen hun straat als vuil behandelen". Het vuil op straat is het symbool geworden van een dieper gevoel: het gevoel dat 2060 het 'vuilbakje' van de stad is, de plek waar alles gedumpt wordt wat men ergens anders niet kwijt kan.
Verlatenheid als rode draad
Dit gevoel van verlatenheid stopt niet bij het zwerfvuil. Het strekt zich naadloos uit tot het tweede grote thema dat onze bevraging domineerde: veiligheid. Ook hier gaat het niet om abstracte criminaliteitscijfers. Het gaat om een tastbaar gevoel van "in de steek gelaten
worden". Bewoners vertelden ons dat ze hun wijkagent niet kennen. Ze klagen dat er "geen politie te zien" is. Dat wanneer ze bellen, er niet wordt opgenomen of niemand langskomt. Het moeilijk toegankelijke politiekantoor in de Handelstraat is daar het pijnlijke, stille symbool van.
Conclusie van het verhaal
Zwerfvuil en een onzichtbaar wijkteam lijken misschien twee aparte problemen, maar in de verhalen van de 248 bewoners zijn ze twee kanten van dezelfde medaille. Ze voeden een en hetzelfde gevoel: "We worden niet gehoord." In de gesprekken hoorden we één rode draad: een roep om respect. Een roep om basisvoorzieningen die werken. Een roep om een wijk die serieus wordt genomen. De verhalen die we hoorden, waren niet zomaar anekdotes. Ze zijn de context voor de harde cijfers en de concrete eisen die in dit dossier volgen.
Het gevoel van onrust en verlatenheid dat we in Deel I beschreven, werd in onze bevraging hardgemaakt met duidelijke cijfers. Dit zijn geen vage veronderstellingen; dit is de directe feedback van 248 bewoners van de wijk 2060.
Onze aanpak: Helder en eerlijk
De data in dit dossier zijn verzameld via een combinatie van online bevragingen en – cruciaal – diepgaande deur-aan-deurgesprekken, die vaak de vorm aannamen van lange 'babbels' in plaats van snelle enquêtes. Voor de analyse van de resultaten hebben we bewust gekozen voor de meest heldere en transparante methode. We hebben de 120 online antwoorden en de 128 papieren enquêtes samengevoegd tot één dataset van 248 respondenten. We presenteren hier niet de resultaten van een complexe statistische weging, maar wel de meest directe conclusie: een telling van hoe vaak elk punt door alle respondenten in hun persoonlijke 'top 3' van prioriteiten werd geplaatst. De resultaten waren helder. Zowel in de categorie 'Sociale investeringen' als in 'Veiligheid' stak er telkens één prioriteit met kop en schouders boven de rest uit.
Prioriteit 1 (Sociale investeringen)
In de categorie 'Sociale investeringen' was het resultaat overduidelijk. Terwijl ook 'Groene pleintjes en straten' (124 vermeldingen) en 'Jeugd- en straathoekwerkers' (112 vermeldingen) hoog scoorden, was dit absolute topprioriteit: zwerfvuil, aangeduid in de top 3 door 138 van de 248 respondenten. Dit cijfer bevestigt wat we in de verhalen hoorden: de frustratie over het vuil is de meest gedeelde en meest dringende zorg in de wijk.
Prioriteit 2 (Veiligheid)
Hetzelfde duidelijke beeld zagen we in de categorie 'Veiligheid'. De roep om een zichtbare, aanspeekbare en complete politieaanwezigheid in de wijk overstemt alle andere zorgen.
De allerhoogste prioriteit van alle bewoners was: een wijkteam op volle sterkte, aangeduid in de top 3 door 183 van de 248 respondenten. Deze eis werd in de gesprekken vaak direct gekoppeld aan de frustratie over het beperkt toegankelijke politiekantoor in de Handelstraat en het simpele feit dat mensen hun wijkagent niet kennen.
Deze cijfers zijn geen abstracte 'balkjes'. Ze zijn de kwantificering van de verhalen:
Deze twee duidelijke prioriteiten vormen de basis voor onze concrete eisen. Nu we de problemen en de cijfers kennen, is de volgende stap helder: wat zijn de oplossingen en welke eisen stellen we aan de overheid?
Het ongenoegen over zwerfvuil was de meest gedeelde frustratie (138 respondenten). Dit vraagt niet om een kleine aanpassing, maar om een fundamenteel andere aanpak.
→ Eis 1: investeren in respect: een proefproject voor 2060
Zoals bewoners ons vertelden, voelen velen zich "als vuil behandeld" en sommigen kopiëren dat gedrag naar hun straat. Wij stellen voor om die vicieuze cirkel te doorbreken met een positief signaal. We eisen een specifiek proefproject voor 2060, de wijk met de hoogste nood.
→ Eis 2: maak het makkelijk om het juist te doen
Een proefproject alleen is niet genoeg. We moeten de structurele drempels wegnemen die sluikstort in de hand werken. Daarom hernemen we de bewezen oplossingen uit ons stedelijk programma:
→ Eis 3: een wijkplan met impact en participatie
We moeten stoppen met dweilen met de kraan open. We eisen intensieve campagnes in wijken met veel sluikstort en zwerfvuil. Zo'n campagne is meer dan een folder; het is een totaalaanpak die drie pijlers combineert:
De roep om veiligheid was de tweede duidelijke prioriteit (183 respondenten). De analyse van de gesprekken is glashelder: dit is geen vraag om méér repressie, maar een roep om zichtbaarheid, aanspreekbaarheid en nabijheid.
→ Eis 1: een wijkteam op volle sterkte, nu
Onze absolute hoofdeis is een wijkteam op volle sterkte.
→ Eis 2: een politie die men ziet en kan spreken
Een voltallig team moet ook een zichtbaar team zijn. We eisen een terugkeer naar een echte nabijheidspolitie, zoals ook in ons stedelijk programma staat:
De bewoners van 2060 hebben gesproken. Ze hebben de problemen benoemd en de prioriteiten aangewezen. Dit dossier bundelt hun verhalen, hun cijfers en onze concrete oplossingen. Deze eisen zijn het startpunt. We zullen ze, met de steun van de bewoners achter ons, nu overmaken aan het stadsbestuur, verdedigen in de pers en op deze nagels blijven kloppen totdat er iets beweegt op 't Schoon Verdiep.