“Jullie hebben het Zorgbedrijf uitgekleed en de stadsdiensten uitgekleed. En ondertussen wordt de situatie steeds schrijnender: de armoede neemt toe en de wooncrisis groeit. Deze stad ontbreekt élke ambitie om het sociaal weefsel van de stad opnieuw aan te kleden”, zegt Peter Mertens bij de begrotingsbespreking in de Antwerpse gemeenteraad van november.
Beste gemeenteraadsleden,
Een begroting betekent keuzes maken. Sommige dingen wél doen. Andere dingen niet doen.
Maar ondertussen verandert ook de situatie. En dan zouden ook de keuzes moeten veranderen. Maar dat gebeurt niet, en dat is mijn belangrijkste kritiek op deze begroting.
De armoede in de stad neemt toe. Ondertussen heeft een kwart van alle gezinnen in onze stad te maken met kinderarmoede. Een kwart! En ondertussen zitten we aan 48 straatdoden, dit jaar. Dat is één straatdode per week. De vraag is: verandert dat iets aan de begroting?
De wooncrisis neemt toe, de prijzen gaan door het dak, veel gezinnen hebben het moeilijk. Verandert dat iets aan de begroting?
En dan is er is natuurlijk de pandemie, en het nijpende personeelstekort bij het Zorgbedrijf. Verandert dat iets aan de begroting?
Het antwoord is telkens opnieuw: neen. De realiteit verandert, maar de stad houdt koppig vast aan haar begroting. Dat moet volgens mij radicaal anders.
Eerste punt: de armoede. Er is iets wat mij de afgelopen drie weken door het hoofd blijft spoken. En dat is de fietsenparking onder het Centraal Station. Meer bepaald, dat hoekje, achter de fietsherstelplaats.
In dat hoekje lieten Mike en Wesley het leven, in de nacht van 5 op 6 november. Nu liggen daar bloemen, in een hoekje in een parking op het Astridplein. We zijn vandaag de 48ste week van het jaar. Mike en Wesley zijn de 46ste en 47ste straat-doden in onze stad. En ondertussen heeft nog iemand het leven gelaten. Dat betekent dat er heel dit jaar 2021 gemiddeld één Mike of één Wesley per week om het leven is gekomen als gevolg van het harde leven op de staat.
Ik heb de mama van Mike beloofd om u een boodschap over te brengen. Mike was de tweede van vijf kinderen. Zijn broers en zussen heten Gaby, Danniëlle, David en Claudia.
“Michael was geen gemakkelijk kind”, zegt zijn moeder, “maar hij had een hart van goud, hij wilde altijd anderen helpen. Dat deed hij ook toen hij dakloos was als vrijwilliger bij soepbedeling. Hij was een veelzijdige jongen, een goede handboogschieter, hij kon aardig viool spelen – Oskar Rieding was zijn favoriet – en hij kon ook paardrijden. Maar hij had serieuze gezondheidsproblemen: MS, hartproblemen en epilepsie.” Zijn hulpverleners vertellen hoe kapot hij ervan was toen in april de nachtopvang sloot.
Het is helemaal niet uitgesloten dat Mike die nacht in de Victor 5 zou geslapen hebben, moest die nog open zijn. En dat is belangrijk, want misschien had dat een groot verschil voor Mike gemaakt.
Mike had de Nederlandse nationaliteit, en kon dus niet in de Victor 4 terecht. Hij vond geen ‘safe space’, geen ‘veilige plaats’, een plaats waar hij veilig kon zijn, zonder weggejaagd te worden.
Er zijn heel wat pijnpunten rond de nachtopvang, die door de hulporganisaties worden aangegeven. Daarover zullen we het morgen hebben. Maar één punt is wel duidelijk: hou de nachtopvang het hele jaar open. Mensen hebben het hele jaar door nood aan een warme en veilige plek, en ik vind dat we dat als stad zouden moeten kunnen realiseren.
In de begroting die nu voorligt is 2,5 miljoen euro voorzien voor de Daklozenopvang van Victor 4 en 5. Het kost 966.623 euro om de Victor 5 het hele jaar open te houden, dat is net geen miljoen en een peulschil in de begroting.
Er is een begroting voor Mike en Wesley. En er moet een begroting zijn na wat met Mike en Wesley is gebeurd. Dat kan niet hetzelfde blijven. Het minimum dat zou moeten gebeuren is dat 1 miljoen euro extra wordt uitgetrokken, dat is nauwelijks 0,04 procent van het jaarlijks stedelijk budget.
Zo komen we bij het tweede punt: de wooncrisis. Het is sprekend dat schepen Doesburg in de commissie was ‘vergeten’ dat ze ook voor wonen bevoegd is. Vergeten. Er kwam geen enkel cijfer op tafel. Het ging “allemaal goed komen”, “we halen de doelstellingen”.
Ondertussen heeft schepen Meeuws een nieuwe metafoor gevonden: hij heeft het over een ‘woonladder’. Dat is dan wel een heel bijzondere ladder. Waar onderaan haast geen sporten of treden zijn. Je geraakt er niet op. En bovenaan zit het bomvol treden en sporten. Waar is die woonladder op het Zuid? Waar is die woonladder op het Eilandje? Waar is die woonladder op Nieuw Zuid?
De wooncrisis is een van de grootste uitdagingen voor de komende tien jaar. We zijn hier al tig keer tussengekomen over de oververhitte markt, over de speculanten, over de onbetaalbare prijzen van steeds meer woningen. De markt gaat dat helemaal niet oplossen, integendeel. De markt is alleen geïnteresseerd in de bovenste sporten, in dat wat het meest geld oplevert, en dat maakt dat de prijzen structureel oververhit zijn.
Als er geen sterke poot komt van kwaliteitsvolle en goede sociale woningen, dan blijft het dweilen met de kraan open. Vorig jaar in oktober hebben we hier gevraagd hoe het zit met de sociale huisvestingsprojecten voor deze legislatuur. Het antwoord was algebra-à-la-amazon.com. Men rekent zich gewoon rijk als de eerste de beste paklesleverancier op Black Friday die eerst 30 procent bij de prijs lapt en nadien met grote letters een discount van 20 procent aankondigt.
Alles wordt door mekaar gehaspeld: renovaties die al vorige legislatuur beloofd waren – maar na jarenlange leegstand niet op tijd af geraakten –, worden vlotjes bij renovaties gerekend die pas zullen opgeleverd worden in 2025. Maar feit blijft dat van de 3.218 projecten van Woonhaven er amper 325 nieuw-bouw-woningen zijn. Men rekent zich rijk, en ondertussen staan er wel 20.000 gezinnen op de wachtlijst.
In Moretusburg gaan 18 sociale woningen weg, en zullen 150 betaalbare woningen gesloopt worden. In de Fierensblokken verdwijnen 72 sociale woningen, en daar komen nu zogenaamd ‘betaalbare woningen’ op de private markt, maar het is heel onduidelijk wat de prijzen zullen zijn. Ondertussen verkoopt woningmaatschappij ABC haar patrimonium in voorbereiding van de fusie Woonmaatschappij Antwerpen. In het Begijnhof komen er 47 renovaties, maar geen extra woningen.
De meerderheid van de kranen in ons land staan in Antwerpen, zegt de burgemeester fier, maar de meerderheid van de kranen in onze stad dienen vooral om woningen te bouwen voor mensen aan de bovenkant van de sociale ladder. Aan de onderkant van die ladder, zet Schepen van Sociaal Beleid, Tom Meeuws het mes op de keel bij 153 gezinnen om hun woning te verlaten, om plaats te maken voor doorstartwoningen of noodwoningen.
Zo kan het echt niet langer. Er moet ook in de begroting een keuze gemaakt worden voor sociaal wonen en voor betaalbaar wonen. Een keuze die veel meer ambitie uitstraalt dan vandaag.
Derde punt: het Zorgbedrijf. Ik denk dat wij allemaal hier weten dat al de mensen van het Zorgbedrijf zich hebben dubbelgeplooid tijdens deze pandemie, en dat nog steeds blijven doen. Ze geven alles, en verdienen tonnen respect.
Maar er is een schrijnend tekort aan personeel. De poetsvrouw en de kinesist van een woonzorgcentrum vertellen me dat ze mee moeten helpen met eten geven aan de bewoners, omdat er te weinig zorgkundigen zijn. Maar daardoor zegt de poetsvrouw dat ze de kamers niet allemaal kan kuisen, en zegt de kinesist dat hij niet langer alle kine-werk kan doen voor de bewoners. Een verpleegkundige, een ancien, zegt dat ze de laatste twee maanden bijna élk weekend wordt opgeroepen. Een verantwoordelijke van een dienstencentrum zegt dat hij niet langer één maar twee dienstencentra moet runnen. En ga zo maar door.
Die problemen zijn uiteraard scherper geworden door de pandemie, maar ze dateren al van vóór de pandemie. Op tien jaar tijd bespaarde het Antwerpse stadsbestuur maar liefst een derde op de dotatie aan haar Zorgbedrijf. Een derde van alle middelen is wegbespaard. Dat is e-norm.
In 2012 ontving het Zorgbedrijf nog 70 miljoen euro aan werkingsmiddelen. Wanneer je dat bedrag zou indexeren, kom je vandaag uit op een dotatie van 79 miljoen euro. Het stadsbestuur heeft echter beslist om forse besparingen door te voeren en maakt vandaag nog amper 54 miljoen euro vrij. Het Zorgbedrijf moet het dus met 25 miljoen euro minder doen, dat is een besparing van bijna een derde op 9 jaar tijd. En tegen 2025 wil de stad de dotatie zelfs nog verder verlagen naar 43 miljoen.
Dat heeft gevolgen. Concrete gevolgen. De werkdruk is enorm. Ze is nog nooit zo hoog geweest als vandaag, zeggen de mensen ons. Personeelsleden vallen uit en anderen moeten extra’s gaan doen.
Bij een volle bezetting is er vandaag 0,4 VTE (voltijdsequivalent) aan de slag per bewoner, voor de zorg overdag én ‘s nachts. Terwijl de sector en de vakbonden berekenen dat we die personeelsbezetting bijna moeten verdubbelen. Gezien de stijgende zorgzwaarte van de bewoners is een bezetting van 0,9 VTE per bewoner nodig.
Maar ook de bewoners betalen letterlijk meer. Van alle openbare woonzorgcentra die Vlaanderen telt is het Antwerpse Zorgbedrijf het duurste. De gemiddelde dagprijs van publieke woonzorgcentra in Vlaanderen is 57 euro. In Antwerpen is dat 66 euro. Met de supplementen erbij betalen onze sinjoren gemiddeld 2.150 euro per maand! Ruim 900 euro meer dan het gemiddelde pensioen in ons land.
Het Zorgbedrijf is uitgekleed. In plaats van het nog verder uit te kleden, zouden we het opnieuw moeten aankleden. Ook met deze begroting, dat is mijn derde punt.
Vierde en laatste punt: de kinderopvang. Vorige maand bespraken we hier in de gemeenteraad de plotse sluiting van kinderopvang Merlijn in Borgerhout. De ouders waren nochtans zeer tevreden over de opvang. Ik citeer hun woorden: vriendelijk team, zorgzaam en betrokken personeel en dito leiding, heel communicatief en open, veel zorg en liefde, enzovoort.
Er zijn tientallen getuigenissen van ouders die de sluiting niet begrijpen en erdoor in de problemen komen. Ze hebben zich dan ook georganiseerd om in verzet te komen tegen de beslissing. Er werd een petitie gestart, de pers werd ingeschakeld, er werd een brief verstuurd naar de schepen. Maar het stadsbestuur heeft dat allemaal naast zich neer gelegd. Ook wat betreft de sluiting van kinderopvang Calimero.
Er wordt vanuit het personeel en de ouders gevraagd voor continuïteit, menselijkheid, en kleinschaligheid. Er wordt gevraagd om hen te betrekken bij dit soort beslissingen. Er wordt gevraagd om een structurele oplossing, een langetermijnvisie.
In plaats daarvan komt de stad met een kille logica van besparen, optimaliseren, schaalvergroting, en andere buzzwords.
In plaats van mensen te betrekken wordt er zonder enige vorm van inspraak een beslissing van bovenaf opgelegd, zonder een volwaardig alternatief, zonder begeleiding.
Een kinderverzorgster vertelt ons dat bij hen het gevoel heerst dat het personeel, de ouders, en vooral de kinderen het slachtoffer zijn van een beleid zonder oog voor de noden en de toekomst van de kinderopvang. Kinderverzorger is een knelpuntberoep, en de werkdruk blijft stijgen. Dit los je dus niet op door opvanglocaties te gaan sluiten.
Maar wilt het stadsbestuur dit wel oplossen? Ik vraag het mij af. Of is deze malaise precies de bedoeling? Dat men de stedelijke kinderopvang onderfinanciert, om steeds meer ruimte te geven aan private spelers? Dat de stad alleen nog een ‘regierol’ op zich wil nemen, in plaats van publieke dienstverlening aan te bieden?
Ik begrijp dat dat de visie van de N-VA is en van de Open Vld. Ik begrijp niet dat Vooruit hierin mee gaat. Het is een visie op publieke dienstverlening. Het is stadspersoneel. Het gaat om mensen die het beste van zichzelf geven en die op hun tandvlees zitten.
Stedelijk personeel is een troef en geen last. “We hebben niet bespaard op stenen”, zei de burgemeester hier vanavond. Inderdaad, maar wel op kinderopvangsters, op loketbedienden, op woontoezichters, op stedelijke medewerkers.
Een stad is een plaats waar mensen samen wonen, samen werken, samen leven. Deze stad moet inderdaad gezond worden nagegeven aan al diegene die na ons komen. Financieel gezond en sociaal gezond. Ik maak mij zorgen omdat de armoede toeneemt, en de ambities om die armoede te bestrijden beperkt zijn. Ik maak mij zorgen, omdat de woonnood groter wordt, en de ambitie voor betaalbaar en sociaal wonen, steeds kleiner. Ik maak mij zorgen, omdat de zorgnood groter wordt, zeker bij de ouderen, en het budget van het Zorgfonds steeds verder wordt uitgekleed. Ik maak mij zorgen omdat het credo van ‘minder, minder, minder’ gebruikt wordt om te besparen op het stedelijk personeel en de dienstverlening, maar ondertussen wel cadeaus blijven uitgedeeld worden aan de top van de ladder.
Wij gaan tegen deze begrotingsaanpassing stemmen, omdat het meer is van hetzelfde, en omdat elke ambitie om deze stad opnieuw aan te kleden ontbreekt.