Skip to content

Armoedebestrijding ja, het kan

Eén op de vier Antwerpse kinderen groeit op in een kansarm gezin, met een laag inkomen, een slechte woning, vaak zieke gezinsleden... Een gezin waar een week vakantie buitenshuis niet mogelijk is. Armoedebestrijding is zogezegd een topprioriteit voor onze beleidsvoerders, maar jaar na jaar stellen we vast dat de armoede niet daalt. Een gesprek met Lise Vandecasteele, OCMW-raadslid voor de PVDA en huisarts bij Geneeskunde voor het Volk.

Lise Vandecasteele, OCMW-raadslid voor de PVDA en huisarts bij Geneeskunde voor het Volk.Hoe ervaar jij de armoede in de stad?

Lise Vandecasteele: De verhalen van mensen in armoede raken me keer op keer diep. Armoede heeft vele gezichten. Het zijn patiënten die me vragen of ik hen medicatie uit onze reservekast kan meegeven. Of die niet naar de kinesist of de tandarts gaan omdat het financieel niet haalbaar is. Ik zie hoe snel mensen in armoede terecht komen: een ontslag, een ziekte, een echtscheiding... meer is vaak niet nodig. Ook kleine zelfstandigen in een moeilijke periode zijn kwetsbaar. Sabine komt op consultatie met rug en schouderklachten. Ze is gescheiden, heeft vier kinderen en werkt voltijds als poetsvrouw. Ze kan voor de twee oudsten de kosten voor de hogeschool niet meer betalen. Bij het OCMW lieten ze weten dat ze geen recht had op financiële steun. Nu werkt ze drie avonden en op zaterdag bij om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Maar eigenlijk moet ze met haar klachten minder werken, ze werkt zich letterlijk kapot.

Om de armoede aan te pakken heb je structurele maatregelen nodig.

Hoe moet de armoede volgens jou aangepakt worden?

Lise Vandecasteele: Ik vind het bijzonder problematisch dat het OCMW de mensen in armoede die steun vragen eerder behandelt als profiteurs dan als mensen die hulp en bescherming nodig hebben. Ze doen alsof mensen in armoede het zelf gezocht hebben. Als ze maar beter zoeken naar een job of een betaalbare woning zullen ze er zelf wel uitgeraken. Bijna een ‘eigen schuld, dikke bult’ visie. Maar hiermee los je niets op. Om de armoede aan te pakken heb je structurele maatregelen nodig. Een beleid kan en moet zorgen voor voldoende degelijke en vaste jobs, die zijn er nu niet. Door meer sociale woningen te bouwen verspreid over de stad, zal ook de gemiddelde huurprijs op de private huurmarkt dalen. Het onderwijs moet elk kind kansen geven, maar dat lukt niet omdat de klassen te groot zijn en er te weinig middelen zijn. Vandaag verlaat een kwart van de kinderen de school zonder diploma.

Welke concrete maatregelen stel jij voor?

Lise Vandecasteele: De stad Antwerpen heeft grote hefbomen om armoede aan te pakken. Onze haven creëert enorm veel rijkdom, maar die vloeit amper terug naar de stad. Het leefloon optrekken tot boven de armoedegrens is perfect mogelijk vanuit de begroting van het Antwerpse OCMW. Voorzie degelijke gratis maaltijden op school, zodat elk kind elke dag gezonde voeding krijgt. Verlaag de stedelijke taksen zoals de riooltaks, zodat water meer betaalbaar wordt. Stop de afbouw van OCMW-steun, bijvoorbeeld voor medische kosten.

Gezondheidszorg is een recht

Eén op de acht mensen met een laag inkomen stelt gezondheids-zorg uit om financiële redenen, maar gezondheidszorg verdraagt geen uitstel. Net daarom organiseert de PVDA al 45 jaar lang het initiatief ‘Geneeskunde voor het Volk’. Hier kunnen patiënten zonder geld naar de huisarts of verpleegkundige.  Bovendien voeren ze campagnes voor toegankelijke en kwaliteitsvolle geneeskunde en betaalbare geneesmiddelen voor elke Belg.

Dit interview verscheen ook in de 9de editie van De Franken Teut, het stadsmagazine van PVDA Antwerpen.